Zeevrouw{6}

In Cristobal aangekomen en werd gelijk gebombardeerd tot kok.

Nou, nou wat een zooitje in de kombuis, als je thuis van een nette opgeruimde keuken gebruik kan maken, was dit toch heel wat anders. Hij had natuurlijk letterlijk alles gelijk uit z’n handen laten vallen.

Dat werd dus eerst flink schrobben en poetsen, en natuurlijk ook de voorraad bekijken, wat er zoal was. Nou, de 17 kilo biefstuk, die hij kwijt was nadat we uit Le Havre vertrokken waren had ik al gauw gevonden, gewoon in de vriezer dus, was toen een heibel, komt bij de Ouwe de hut binnen stuiven, van " Ik ben biefstuk kwijt, en die is weg, en hoe kan dat nu", de Ouwe antwoord,{ zullen die dames wel meegenomen hebben in de handtasje toe ze van boord gingen.} Dus het was al wel een beetje een strange figuur. Boven op de koelkast een lading condooms, was heel wat van plan, behalve koken, denk ik. Maar daar had ik al gauw liefhebbers voor gevonden.

Een van de matrozen, zou me helpen, ’s morgens de tafels dekken en mij om ½ 7 porren om te beginnen met uiteraard eieren bakken met spek. Al met al toch een beste klus om te doen, gelukkig een beetje ervaring bij een slager waar ik een paar jaar had gewerkt, en stond niet vreemd tegenover een ham uitbenen en zo. Maar brood bakken, dat viel nog even tegen, in het begin platte broden, verbrande broden, maar al doende leert men en na een aantal dagen lukte dat ook wel. Alhoewel de Ouwe ook eens brood zou maken, dat werden broden van 1200 gram, dus die lagen echt als een baksteen op je maag.

Maar de eerste avond toch nog even naar de city, bij de uitgang werd net de wacht afgelost, en daar mee meegereden in een Jeep naar de stad. Hobbels en bobbels en knoerhard vasthoudend aan een lus dwars op een bankje sjeesden we naar Cristobal. In de Olympiabar was er Airco en dat was wel lekker koel, want de mannen waren snel oververhit als man zijnde zou je er overspannen van raken, maar het zal er wel bij horen. De dames waren talrijk aanwezig, en deden hun uiterste best om aardig gevonden te worden. Na tich versnaperingen, en enige uurtjes later, aan boord beland, hoe en hoelaat weet ik niet meer, maar wel flink jolig en uitgelaten.

De andere dag door de frisse wind knapte ik weer wat op en kon ik m’n job weer aan. Ik had het nog drukker als een klein baasje, wassen, koken, bakken het was een volledige dagtaak. En maar hopen dat de bemanning het eten lekker vond . De Ouwe zei altijd: Susanne alles wat je er in gooit is goed, dan kan het niet fout gaan , en moet het wel smaken. Van Cristobal gaan we naar Amuay Bay in Venezuela en daar storen voor de verdere reis, dus niet meer op het schavotje en in de hangmat luieren, maar hard werken.

En dat vertel ik weer in het vervolg van mijn avontuurlijke zeereis.

Groetjes Susanne.