VOOR EN
ACHTER!
of
"Toen varen nog leuk
was!"
door
Roel Massink
21
– West Afrika
Ik
kon dus als handlanger op de Guineekust komen, die zou tegen het eind van de
maand de grote reis op gaan. Dat betekende twee weken verlof en dan weer
richting tropen. Het zou echter bijna allemaal nog een beetje anders zijn
gelopen.
Ik was namelijk nog maar nauwelijks thuis of ik kreeg op zaterdag al een
telegram met het verzoek me direct naar Amsterdam te begeven om aan te monsteren
op de Iberia. Dat, terwijl mij de Guineekust was beloofd. De Iberia was een
soort zwart schaap, waar niemand op wilde varen. Dat was, ondanks het feit dat
ik nog maar luttele maanden bij de HSM was, mij ook al bekend.
Toen het telegram kwam zat ik juist lekker naar het amateur WK wielrennen te
kijken dat op TV was, met op zondag de profs nogvoor de boeg. Dat wilde ik niet
missen. Ik vroeg m'n moeder dus naar de rederij te bellen. Ze moest maar zeggen
dat ik een paar dagen weg was naar kennissen in Duitsland en me niet kon
bereiken. Dat klonk heel aannemelijk in het tijdperk dat gewone mensen nog maar
weinig over telefoon beschikten.
Op maandag heb ik zelf gebeld om na te vragen waarom ik al weer moest varen. De
aannemer vertelde me dat hij op dat moment niemand anders had gehad, maar het
probleem al had opgelost.
Hij verwachtte nu van me dat ik kwam bijwerken op een andere boot, de Angolakust.
Die in Amsterdam in een droogdok lag. Ik ben dus dezelfde dag nog naar Amsterdam
gegaan en heb, op kosten van de rederij, m'n intrek genomen in het Zeemanshuis.
Dit omdat aan boord geen faciliteiten waren.
Vele jaren later ontdekte ik iets merkwaardigs. Ik nam uit de bibliotheek eens
een boek mee dat over Nederlandse spionage in het buitenland ging. Dat leek me
wel interessant.
Ik weet niet meer hoe het precies heette maar het was geschreven door ene Van
Grinsven of zoiets. Het boek was in feite een aaneenschakeling van klachten over
de behandeling door deze dienst, de gelopen risico’s en de niet nagekomen
beloften met betrekking tot de betaling. Eenmaal aan het lezen dacht ik, krijg
nou wat! Wat bleek? Hij had namelijk, in 1961, op de Iberia gevaren als
handlager. Dat is ook toevallig. Toen zou ik ook op de Iberia aanmonsteren, maar
had dat weten te voorkomen, zoals hierboven te lezen was. Ik zocht dus m'n
monsterboekje op en ontdekte, tot mijn niet geringe verbazing dat, op de een of
andere manier, deze man in plaats van mij op het schip terecht gekomen was. Zo
heeft m'n moeder de Nederlandse staat dus nog een belangrijke dienst bewezen.
Hij noemde een aantal havens waarvan ik me Murmansk, Archangelsk en Igarka
herinner.
Over
Igarka: NW Siberian Russia, on the lower Yenisei River. It has sawmills and is a
major lumber port. Igarka was founded in 1928. During the Stalin period forced
labor was used in the area, especially for logging.
Hij moest van die havens foto’s, situatietekeningen en dergelijke maken. Ik
heb het nog even opgezocht. Igarka bleek zo'n 500 km stroomopwaarts van de
Jenisej rivier te liggen, midden in Siberië. Het zou de laatste reis die zomer
zijn naar Siberië, want in de winter voer het schip, meer in overeenstemming
met haar naam, op de Middellandse Zee.
Toen
ik allang en breed op de Guineekust zat las ik in de dagelijkse nieuwsberichten
die de telegrafist voor ons verzorgde, dat de Iberia ergens vast zat in het ijs.
Het moest wachten tot een Russische ijsbreker haar kwam verlossen. Ik rilde,
keek eens naar buiten naar de Afrikaanse kust en vond me zelf toch wel een
handige jongen.
Hoe ik m'n best ook doe, van die reis met de Guineekust wil me niets te binnen
schieten, behalve dat één van m'n maats een Limburger was.
Wat
me wel bij gebleven is, is iets dat ik al meegemaakt had toen ik aan het
bijwerken was op de Angolakust. Dus vóór we de reis opgingen. In het
zeemanshuis, ergens bij een ophaalbrug, zat in de kamer naast me een knaap die
iets ouder was dan mij. Omdat ik in het weekend niet naar huis ging maar in
Amsterdam bleef, vroeg hij me of ik zin had in een geintje dat als het meezat
ook nog wat opleverde. Over het hoe en wat deed hij een beetje geheimzinnig. Hij
vertelde me, dat hij een plek wist waar je, als het een beetje meezat, voor
niets seks kon hebben. Sterker nog het kon zelfs zijn dat je er voor betaald
werd. Ik antwoordde iets in de zin van, maak dat de kat maar wijs. Maar, ik was
natuurlijk ook wel nieuwsgierig en had toch niets beters te doen. Dus, op
zaterdagavond om een uur of acht gingen we weg.
Hij nam me mee naar een tent waarvan ik niet meer of het nou op de Nieuwendijk
of in de Kalverstraat was. Ik dacht de eerste maar één van de twee in elk
geval. Terwijl we, na uit de tram te zijn gestapt verder liepen, vertelde hij me
meer. Hij wist dat er vaak oudere dames kwamen die nog niet bij het oude ijzer
gezet wilden worden en op zoek waren naar jong mannelijk gezelschap. Puur voor
de seks. Ik had daar nog nooit van gehoord en geloofde hem nog steeds niet.
Hoe dan ook, we kwamen terecht bij een tent waarvan ik vrijwel zeker weet dat ie
de Mimosa heette. Het was een soort café-restaurant met een beetje allure die
je wel meer zag in Amsterdam, veel pluche en zo. Zoals dat toen gebruikelijk
was. In elk geval zo’n tent waar je je, op de leeftijd die ik toen had, niet
echt happy voelt, omdat het niet bij je pastte want het straalde een ouwe lullen
sfeer uit.
Eenmaal binnen bleek er inderdaad een vreemd sfeertje te hangen. Maar misschien
kwam dat ook omdat ik dat verwachtte op grond van de beschrijving van m'n
stapmaat. Hij was daar al vaker geweest en voelde zich blijkbaar wel op z'n
gemak. Voor mij was het nieuw, we vielen absoluut uit de toon en ik voelde me
bepaald niet senang. M’n stapmaat, vraag me niet hoe hij heette of er uitzag,
ik weet absoluut niets meer van hem, zocht een strategische plek. Het was
belangrijk dat ‘ze’ ons konden zien zitten, zei hij.
Ik vond het maar een gênante vertoning. Een tijd lang observeerde ik de gang
van zaken en ik werd er niet enthousiaster van. Er zat een gemêleerd publiek
van, in mijn ogen oudere mensen, ik denk veertigers, vijftigers en nog ouder.
Stellen, maar ook dames zonder begeleiding, sommigen alleen, anderen met hun
tweeën. Maar dat hoefde toch allemaal niets te betekenen?
Op een gegeven ogenblik kreeg ik oogcontact met een dame die klaarblijkelijk met
haar vriendin op stap was. Ze glimlachte naar me en ik lachte een beetje
schaapachtig terug. Ik schrok van m’n eigen gedrag en voelde me ineens knap
opgelaten. Ik besloot niets te meer doen en de zaak op z'n beloop te laten. Wat
betekent het nou helemaal als iemand gewoon naar je kijkt en lacht.
Voor de grap, vroeg ik m'n vriend hoeveel ik moest vragen. Hij reageerde nogal
serieus. Zo ging dat niet zei hij, ik moest gewoon afwachten. Ik dacht nog
steeds niet dat het echt was zoals hij zei. Ik had immers geen idee van het
bestaan van vrouwen die dergelijke escapades ondernamen. Nu, bijna veertig jaar
later, vind ik het knap van ze. In die tijd?
Er was nog iets waardoor ik dacht dat ik gelijk had. Als het echt zo zou zijn
als hij vertelde, waarom was hij dan de enige die dat wist? Waarom had ik er nog
nooit van gehoord, terwijl ik toch zo vaak in Amsterdam was?
Ik keek nog eens om me heen en zag behalve onszelf, niemand anders die qua
leeftijd bij ons in de buurt kwam.
Op een gegeven moment stond de dame die naar me gelachen had op en ging naar het
toilet. Toen ze terugkwam liep ze langs ons tafeltje en vroeg of wij iets van
hun wilden drinken en bij hun kwamen zitten. Ik dacht, krijg nou wat! Hij heeft
dan toch gelijk? Zou het dan toch? Maar dit, dit is de omgekeerde wereld!
Ik moest even wennen aan het andersom denken en doen. In de verwarring die zich
van me meester maakte wist ik blijkbaar niets anders dan in positieve zin te
antwoorden. Bovendien zag ze er, ondanks dat ze heel wat ouder was dan ik, heel
appetijtelijk uit in haar mantelpakje.
We begaven ons naar hun tafeltje en zij stelde ons voor aan haar vriendin en
vroeg of wij iets te drinken wilden bestellen. Ik voelde me absoluut nog niet op
m’n gemak en wist me geen houding te geven. Het ging allemaal zo open en
bloot. Iedereen kon gewoon zien wat er gebeurde. Maar misschien was het niet zo
erg, maar voelde ik me alleen maar betrapt.
Hoe dan ook, even later waren we in een geanimeerd gesprek met de dames.
Nu ze vlak bij me zat kon haar nog beter bekijken. En wat ik zag viel me
helemaal niet tegen. Dat had ik bij nader inzien ook als een probleem gezien.
Stel dat het echt een oude vrouw zou zijn? Maar ze zag er prima uit en was beter
gesoigneerd dan ik. Geen overdaad aan make-up en toch goed verzorgd. Haar hele
gedrag straalde iets uit van een dame die wel wist hoe de wereld in elkaar stak.
Ook haar taalgebruik was zodanig dat je wel kon merken dat ze niet in een
snoepfabriek of confectieatelier werkte. Kortom ik vond haar heel aantrekkelijk,
maar omdat zij zo erudiet overkwam, werd ik er niet zelfverzekerder op. Ik
probeerde haar leeftijd te schatten, maar vond dat heel moeilijk. Als ik nu
terugdenk, denk ik dat ze eind veertig of misschien begin vijftig zal zijn
geweest.
Wat me nogal dwars zat was het feit dat ik veronderstelde dat alle andere gasten
wisten wat voor gelegenheid de Mimosa was en ik had het gevoel dat naar ons
gekeken werd, hoewel daar niets van te merken was, iedereen deed of er niets aan
de hand was.
In die tijd trok je nog een fatsoenlijk pak aan en had je een stropdas voor als
je uitging. Dus ik zag er waar-schijnlijk wel toonbaar uit. Uit niets bleek dat
ik haar niet aanstond. Zo successievelijk maakte het ongeloof plaats voor het
feit dat ik me realiseerde dat ze misschien toch gewoon een jonge man zocht voor
wat seksplezier, hoewel dat op dat moment nog niet met zoveel woorden gezegd
was.
Mede omdat ik haar klaarblijkelijk wel aanstond, herwon ik weer een beetje
zelfvertrouwen. Ik denk dat ik me onnodig bezorgd heb gemaakt. Het duurde
trouwens nog vrij lang voor ze vroegen wat we verder van plan waren die avond.
We zeiden dat we niets bijzonders te doen hadden en omdat het de volgende dag
toch zondag was, hadden we ook alle tijd. Daarop werd gevraagd, zonder op iets
anders te zinspelen, of we dan zin hadden bij hen thuis een nog afzakkertje te
drinken.
Toen realiseerde ik me ineens dat ik, als jonge vent, met die vrouw het café
zou verlaten en kon iedereen z’n conclusies trekken.
Maar, daaraan was ook gedacht. Ze legde uit waar ze de auto geparkeerd hadden en
dat ze daar op ons zouden wachten.
We kregen geld om af te rekenen en de twee verdwenen.
Nadat we afgerekend hadden gingen we naar het afgesproken punt. Zie je nou wel,
zei m’n maat. Ik moest beamen dat hij gelijk had. De auto stond inderdaad daar
waar ze gezegd hadden.
Eenmaal in de auto, vertelden ze dat ze af en toe samen de stad in gingen om te
voorkomen dat ze zich verveelden. Zij reed zelf en de dames zaten voorin. Dat
vond ik niet zo geslaagd. Ik had veel liever gezien dat haar vriendin had
gereden en dat zij achterin had plaatsgenomen, naast mij, zover was ik intussen
wel. Achterin een auto is het uitermate goed toeven in dergelijke gevallen en
kun je je heel goed voorbereiden op wat er ongetwijfeld te gebeuren stond, daar
twijfelde ik intussen niet meer aan.
De vriendin die de hele avond al niet veel gepraat had, zat zwijgend naast haar.
Zo reden we door de Amsterdamse straten de stad uit.
Ik keek nog eens naar 'mijn vriendin’ en dacht stelde vast dat die een stuk
aantrekkelijker was dan die van m'n maat.
Hem scheen dat niet te deren, ik denk dat hij niet zo’n gevoelig type was als
ik. Hij leek in elk geval nergens mee te zitten en was blijkbaar alleen maar op
een extra zakcentje uit.
Dat kwam dan slecht uit, want we hebben, ik tenminste, niets gehad. Dat hele
item is niet aan de orde geweest.
Ik vond het ook helemaal niet erg. Ik was immers helemaal niet uit op geld. Ik
zou een eventueel aanbod in die richting dan ook pertinent geweigerd hebben. Dat
zou pas echt pijnlijk zijn geweest.
Ik denk dat we ongeveer een halfuur tot drie kwartier gereden hebben en stopten
op de oprit van een flink huis. Met een beetje goede wil zou je het een villa
hebben kunnen noemen.
Ik heb me wel eens af gevraagd waar dat precies is geweest. Het was in of bij
Hilversum, want we zijn de volgende morgen naar Amsterdam teruggereden met een
bus die uit de richting Hilversum kwam.
Later, toen ik van het begrip Gooise matras hoorde, dacht ik wel eens; Verrek!
Daar heb ik ook nog op gelegen!
Of die andere twee in hetzelfde huis hebben overnacht weet ik niet meer. In elk
geval niet in dezelfde kamer, dat ging blijkbaar nog een beetje te ver destijds.
Wel zijn we de volgende morgen samen weer naar Amsterdam gegaan.
Waar ik eerst nogal tegenop gezien had, namelijk het leeftijdsverschil bleek
helemaal geen probleem. Ze stelde me enorm op m’n gemak en ik was al gauw over
m’n onzekerheid heen.