VOOR EN ACHTER!

of

"Toen varen nog leuk was!"

door

Roel Massink

 

34 - English Flowers
 
 

Durban was altijd de laatste haven in Zuid-Afrika. Vandaar uit maakten we de oversteek naar Singapore. Je kwam dan onder andere vlak langs de eilanden Poeloe Karimoen-besar en Poeloe Samboe, die vroeger bij Nederlandsch-Indië hoorden. Eén van m’n hobbies is het verzamelen van poststempels van onze voormalige bezitting in Azië. Van laatstgenoemd eiland heb ik nog steeds geen afdruk van een poststempel voor m’n collectie langebalkstempels.
Het eiland Singapore zou blijken over onvermoedde mogelijkheden te beschikken.
Eén van de dingen die ik altijd in Singapore deed was naar de kapper gaan. Aan de achterkant van het Connell House, een soort zeemansclub, zat een Chinese kapper. Die goede man knipte je niet alleen, maar gaf je ook een complete nekmassage, waarbij hij een vorm van 'kraken' toepaste. De eerste keer, moet ik toegeven, schrok ik me lam. Ik dacht dat de man m’n nek brak, maar het effect was heel verfrissend. Pas geleden las ik echter dat het heel slecht voor je nekwervels kan zijn.
Ik kan me natuurlijk niet alles herinneren, dus schrijf ik maar op wat me zo te binnen schiet. Dat geldt trouwens min of meer voor het hele boek.
Bijvoorbeeld de keer dat we op Raffless Place ons te goed hebben gedaan aan een enorme portie sateh. Zoals altijd was ik de enige Nederlander en van de anderen wist niemand wat sateh was. Maar op Raffles Place stonden een heleboel stalletjes waar op evenveel houtkoolvuren sateh werd bereidt. Het was niet de satéh zoals wij die in Nederland kennen. Bij ons zitten wel vier of vijf stukjes vlees aan elk stokje. Daar niet, aan elk stokje zat maar één bolletje, maar er werd wel een lekkere saus bij geserveerd. Ik bestelde eerst een portie voor mezelf, want de anderen vertrouwden het niet. Achteraf hebben we met z’n drieën mischien wel honderd van die dingen opgegeten.

Straatbeeld in Singapore, opgeluisterd door mijn persoon.


Wat me nog heel helder voor de geest staat is het volgende. Hoewel ik in Fredericia m’n ‘once in a lifetime experience’ al had beleefd, komt dit ook dicht in de buurt.
Eens op avond zaten we, weer met ons drieën, in de Flower Garden. Gek is dat ik vaak wel weet met z’n hoevelen we waren, maar de figuren om me heen zijn zo vaag dat ik niet weet wie het waren. Ook al omdat het niet altijd dezelfden waren. Hoe dan ook de Flower Garden was een soort mix van tearoom, bar en ontmoetingsplek voor alle rassen die op het eiland gehuisvest waren. Het was een bekende uitgaansgelegenheid in Singapore. Het betrof een nogal merkwaardig gebouw op een heel spitse hoek van twee straten. Buiten was rondom het gebouw op de brede trottoirs een terras, waar het heerlijk toeven was in de tropenavond.
Van een tuin, kan ik me niets herinneren, want het bevond zich midden in de stad. Wij dachten dan ook dat Flower en Garden eerder betrekking hadden op de vrouwelijke gasten. Behalve Maleise- en Chinese-flowers zagen we ook enkele Europese bloemen zitten. Ze vielen enigszins uit de toon. Niet alleen omdat ze blank waren, maar ook omdat ze zich veel vrijer en naar verhouding ook luidruchtiger gedroegen. Ze waren net als wij met hun drieën en de uitdaging dwong ons naar een tafeltje vlak naast hen.
Dan ga je natuurlijk zo zitten dat zowel visueel als verbaal contact tot de mogelijkheden behoort. Blijkbaar waren zij ook niet afkerig van een nadere kennismaking, want het aanknopen van een gesprek ging heel gemakkelijk. Even later zaten met z'n zessen aan twee aaneengesloten tafeltjes.
The Flower Garden was een ideale plek om op een vrijblijvende manier de andere sekse te ontmoeten. Het was er druk en onoverzichtelijk genoeg om een bepaalde hoeveelheid anonimiteit te garanderen. Daar stond tegenover dat je min of meer open en bloot, gewoon aan een vrij drukke straatkant zat. Toch denk ik dat het de juiste entourage en sfeer had om het die avond te laten komen totdat wat het uiteindelijk worden zou. Namelijk een kortstondige kennismaking met alles erop en er aan. Tegenwoordig heet dat een ‘one night stand’, maar zonder kennis van dat begrip ging het ook prima.
Tijdens het naar elkaar schuiven van de tafeltjes maakte ik gebruik van de mogelijkheid om naast de brunette te gaan zitten. Dat was m’n eerste keus en lukte dus prima. De nog jonge maar wel iets oudere vrouw waar ik m’n oog op had laten vallen zei; Hello I’m Susan.
Ik repliceerde met een; ‘Nice to meet you, my name is Rolf’. Ik weet niet of ik dat al geschreven heb, maar in m’n Zweedse periode noemde ik mezelf Rolf, terwijl ze me in die tijd thuis Dolf noemden.
Ze stelde me voor haar Sue te noemen, dat deed iedereen zei ze. Dat vond ik eigenlijk een beetje jammer, want Susan klonk veel vrouwelijker dan Sue. Dat laatste vond ik zo Amerikaansschoolmeisjesachtig en ik wilde een vrouw geen meisje. Zo zag ze er immers ook uit. Ik vermoed dat het eindtwintigers waren, dus over het algemeen een jaar of drie vier ouder dan wij.
We, ik in elk geval, genoten met volle teugen. Al die niet-Europese meisjes waren schatjes, die het ons meestal erg naar de zin maakten, maar dit was toch het echte werk. Heuse vrouwen, een brunette en twee blondines.
Af en toe zou de lezer kunnen denken dat ik en of m’n maats bijzondere kwaliteiten hadden met betrekking tot vrouwen, maar het tegendeel is eerder waar. Dit zijn van die uitzonderingen die, als het je niet altijd en eeuwig tegenzit, wel eens voorkomen.Voor echte Casanova's was er ook toen al veel meer te beleven.
Zonder dat er iets onoorbaars werd gezegd of gedaan, was de sfeer toch heel spannend en uitdagend. Sue vertelde me dat ze al een hele tijd in Singapore zaten. Om de verveling te doorbreken gingen ze af en toe met hun drieën de stad in. De reden dat ze in Singapore woonden was, dat hun mannen op Noord-Borneo gelegerde Engelse officieren waren.
Dat was vanwege de z.g. 'konfrontasie-oorlog' van Soekarno. Deze probeerde op die manier de aandacht van de interne problemen in z'n land af te leiden. Een soortgelijke actie als tegen Nederland in Nieuw-Guinea. Ik dacht 'terima kasi Boeng Karno', zeker een goedmakertje voor het feit dat ik de wal niet had op gemogen als die reis naar Priok was doorgegaan.
We praatten over gewone dingen maar na enkele drankjes maakten de koetjes en kalfjes in onze conversatie langzaam plaats voor wat frivolere opmerkingen en aanduidingen. Het (voorlopige) eind van het liedje was dat ze voorstelden om bij hen thuis nog een 'nightcap' te drinken.
Na nog ergens wat gegeten te hebben in een gelegenheid vlakbij, namen we dus een taxi en kwamen ergens in een buitenwijk van Singapore terecht. Het bleek het huis te zijn van een van de andere meiden. We hebben nog een tijdje bij elkaar gezeten en wat gedronken en gepraat.
Maar blijkbaar werd het steeds moeilijker de hormonen onder controle te houden. Later gingen we ons weegs, dat wil zeggen naar het huis van Sue dat misschien een honderd meter verderop stond. Intussen was het wel duidelijk hoe dit avontuur zou eindigen.
O ja, ik moest ’s morgens wel bijtijds weg, want om 8 uur kwam het dienstmeisje. De baboe zouden ze in Indië zeggen. Dat was niet erg, want ik had standbywacht en moest om 8 uur beginnen. We hebben ze nooit weer gezien.
Wat ik me later wel eens heb afgevraagd is het volgende. Zijn die meiden ‘met voorbedachten rade’ naar de Flower Garden gegaan? Deden ze dat vaker? Of is het die avond gewoon uit de hand gelopen? Bovendien Singapore is wel een grote stad, maar de Engelse kolonie zal ook niet zo groot geweest zijn, dus een bepaald risico hebben ze toch wel genomen.
Op het idee dat het eigenlijk een stel pleurissnollen waren kwam ik niet. Hoewel ze zich toch lieten naaien terwijl hun kerels ergens in de drek van de rimboe van Borneo, belaagd door miljarden muskieten, de kost lagen te verdienen. Maar wat zou het, die zullen ook wel af en toe in de kampong zijn geweest.


De ingang van de Tiger Balm Garden

Singapore was óók een echte inkoopstad. We gingen dan naar een prachtige winkelpassage, compleet met air-conditioning. Daar werden veel artikelen tax-free aangeboden en ik kocht onder andere een Seiko horloge. Het had iets wat ik nog niet kende, namelijk dag- en datum aanduiding. Ook kon je er televisietoestellen kopen van het merk Siera. Ik had er nog nooit van gehoord, maar er stond echt ‘Made in Holland’ op. Ik meende dat het net als Erres van Stokvis was.
We hebben trouwens ook nog iets stichtelijks ondernomen in Singapore. We hebben namelijk een bezoek gebracht aan de Tiger Balm Garden, een reusachtige beeldentuin.


Zag ik er niet netjes uit op zo'n dag?