VOOR EN ACHTER!
of
"Toen varen nog leuk
was!"
door
Roel Massink
errem@home.nl
22 – An once in a lifetime experience
Nadat ik op 10
december 1961 had afgemonsterd van de Guineekust, kwam ik thuis en had flink wat
verlof te goed. Het kan ook zijn dat ik niet meer naar West-Afrika wilde en
gewoon een andere maatschappij zocht. Ik kwam bij de Caltex terecht hoe dat weet
ik niet meer. In elk geval ben ik pas in maart 1962 weer vertrokken, dit keer
met de Caltex Delfzijl. De Delfzijl
was een klein tankertje van rond de 3000 ton. Het was in Japan gebouwd en had
twee snellopertjes met een keerkoppeling. Ik meen dat het een soort oorlogsbuit
is geweest.
Nederlandse
Pacific Tankvaart Maatschappij oftewel Caltex (nu Chevron)
De
Caltex Delfzijl - 3256 ton.
Dat het in Japan
gebouwd was duidelijk te merken, alles was lager en smaller dan ik gewend was.
In de machinekamer moest ik voortdurend gebukt lopen en nog stootte ik steeds
m'n hoofd.
De Caltex Delfzijl voer lukraak rond in Noord-Europa. We gingen vooral naar
kleinere havens waar grote tankers niet konden komen. Ik ben van 22 maart tot en
met 8 augustus 1962 op de dit schip geweest. De eerste reis ging naar Västerås
in Zweden. Later toen ik op Zweeds schepen ging varen, leerde dat die naam als 'Westeroos'
werd uitgesproken. Toen zei ik nog net als de anderen, want daar had zich nog
niemand in verdiept, gewoon Fasteras.
Västerås ligt in het
binnenland aan een meer. Om daar te komen gingen we bij Södertälje, ten zuiden
van Stockholm, middels een sluis de meren op. Dwars door het ijs dat daar zo
vroeg in het jaar natuurlijk nog niet verdwenen was. Het is immers zoet water.
We gingen vaak binnendoor, via het Kielerkanaal
in plaats van door het Skagerrak. Ik ben met het tankertje in Engeland,
Frankrijk, Noorwegen, Duitsland en Zweden geweest. Het liefst gingen we echter,
en dat deden we vaak, naar Denemarken. Een waar paradijs voor jonge mannen, want
de Deense meisjes hadden niet voor niets een bepaalde faam. Dat zou blijken.
In Denemarken kwamen
we in Kopenhagen , Kalundborg
, Odense en nog een paar havens,
Aalborg schiet me nog te binnen. Maar mijn voorkeur ging, niet zonder reden,
(dat zal nog blijken) toch uit naar Fredericia
.
In de laatst genoemde
haven hadden we een vaste tent waar we altijd naar toe gingen. ‘Café
Centralen’ heette het. Het was een heel gewoon buurtcafé. Ook de prijzen
van de consumpties waren normaal. Wat niet normaal was wat ik daar beleefd heb.
Twee verschillende, ik zou het bijna avonturen durven te noemen. En allebei op
het snuitje, zoals wij dat pleegden te noemen. Dus voor niks.
Het was de eerste keer
dat we in Fredericia waren en op een of andere manier kwamen we dus bij Café
Centralen terecht. We zaten daar nog maar kort toen een meisje binnenkwam. Ik
kwam al gauw met haar in gesprek en geloof het of niet, nog geen tien minuten
later waren we onderweg naar haar kamer. Daarvoor hoefden we niet ver te lopen,
want ze had een kamer boven het café.
Dat dat zo snel ging was niet zomaar. Blijkbaar had ze in het café al op hete
kolen gezeten. Onderweg naar boven wisselde ze nog een paar woorden met haar
buurvrouw die tegelijk met ons de trap op kwam en even later opende zij de deur
van haar flat.
Eenmaal binnen, we hadden de deur van de kamer nog maar net ons gesloten, of ze
trok mij direct op de bank en haar broek van de kont. Al gauw bleek dat de bank
haar favoriete plekje was.
Ze pakte de zaken voortvarend aan. Ze begon meteen dat te doen wat doorgaans een
man behoort te doen en dan nog niet na vijf seconden. Ze pakte me daar waar
mannen het meest gevoelig zijn, een niet mis te verstane boodschap dus.
Gelukkig hebben mannen, bij de juiste uitdaging, weinig of geen aanlooptijd
nodig, ik kon haar dus meteen van dienst zijn. Een beetje vreemd vond ik het
echter wel. Want helemaal geen voorspel vindt ook de gemiddelde man niet leuk.
Denk ik.
Maar al met al was het natuurlijk wel een ‘ein
gefundenes Fressen’ , zoals je dat in het Duits pleegt te noemen.
Toen we uitgeravot waren en de spreekwoordelijke sigaret opstaken, vertelde ze
dat ze stewardess was op één van de talrijke veerboten die Denemarken rijk is.
Varen kun je dat nauwelijks noemen.
Ze had een vast schema van (ik dacht) drie dagen op, twee dagen af.
Toen we daar zo zaten, pakte ze een pen en begon in een klein zakagenda’tje te
noteren welke dagen ze de komende tijd vrij was. Ze trok het blaadje er uit en
gaf het aan mij.
Na nog geen half uur was ze weer zo ver en was ik weer aan de beurt. Ik wist
niet wat me over kwam. Gelukkig beschikte ik toen over meer mogelijkheden dan
nu. Hoewel ik me enige zorgen maakte over de frequentie waarmee zij van mij een
prestatie verlangde, dacht ik toch bij mezelf; 'Zit ik even op rozen'! En dat is ook zo, want we kwamen tamelijk
vaak in Fredericia.
Ik weet nog hoe
jaloers m'n maats waren. Ik heb haar ooit nog eens, vanuit Engeland, een kaartje
gestuurd en ook antwoord gehad. Haar naam weet ik niet meer, maar het begon met
Kj. of zoiets, in elk geval zo'n typische Deense naam.
Een beetje schandalig, want ik ben zeker vier of vijf keer bij haar geweest. Gek
is dat de naam van die buurvrouw, die iets met een Duitser had, wel heb
onthouden. Die heette Aase.
Dat ik de uitverkorene was, heeft waarschijnlijk alleen maar als reden dat ik
gewoon op dat moment voorhanden was en dus het snelst in bed te krijgen was.
Hoewel, van een bed kan ik me niets herinneren. Het was altijd op de bank.
Natuurlijk zat ze heus niet op mij te wachten, zoveel verbeelding heb ik ook
weer niet. Ze zal ongetwijfelt nog wel enkele andere liefhebbers hebben gehad,
misschien wel een hele rij. Heb ik toen ook nooit bij stil gestaan of iets van
gemerkt. Ik heb ooit hoeven wachten op m’n beurt. Ook aan boord van die
veerboten zal ze zich wel niet verveeld hebben. Hoofdpijn had ze in elk geval
nog nooit van gehoord.
Sinds een bepaald TV-programma mij enkele nymfomane vrouwen toonde, moet ik
aannemen dat ze echt bestaan. Ik vermoed dat zij bij die uitzonderlijke
buitencategorie hoorde. Ik moet er echter niet aan denken dat je zo'n vriendin
of vrouw hebt.
Maar in, eigenlijk
moet ik zeggen bij, Fredericia, heb ik nog iets anders mee gemaakt, iets dat
minstens zo intrigerend was. Iets wat ik, jammergenoeg, ook nooit meer heb
gemaakt. Dit is één van de weinige belevenissen die ik een beetje expliciet
moet beschrijven, anders blijft er niets van over. Wie dat niet wil lezen, slaat
het maar over en moet maar aan het volgende hoofdstuk beginnen. Wat was het
geval?
Of het nu Pasen of Pinksteren is geweest kan ik niet meer zeggen, maar het was
één van de twee. Het was de eerste keer dat we ‘Café Centralen’ gesloten
aantroffen.
Ik ging m'n geluk beproeven bij m'n stewardess, maar die was er ook niet.
We vroegen een taxichauffeur die vlakbij ons een klant afleverde of hij wist
waar een voor ons geschikt etablissement geopend was. Hij vertelde ons dat
vanwege de feestdagen alles gesloten was. Dat was dus even slikken.
We waren al een eind richting haven gelopen toen ineens dezelfde taxi naast ons
stopte. Hij zei dat hij zojuist iets via de mobilifoon gehoord had en ons daar
wel naar toe wilde brengen. Maar niet kon beloven dat we ook naar binnen
mochten.
Hij legde ons uit dat buiten de stad een hotel was waar de watersportvereniging
haar jaarlijkse feest hield. Als we een beetje brutaal waren of ons gewoon van
de domme hielden, moest het niet al te moeilijk zijn om binnen te komen.
Zo waren we even later toch nog onderweg naar iets wat wellicht beter zou zijn
dan een avondje kaarten of slap lullen met je maats aan boord.
Dat dit een ‘once in a life time’
avond zou worden kon ik op dat moment natuurlijk nog niet weten. We stopten bij
een vrij grote gelegenheid waar al veel auto’s stonden en ook mensen in en uit
liepen. We rekenden af, gaven een flinke tip en kwamen, wellicht vanwege de
grote drukte, zonder problemen naar binnen. Wat we binnen aantroffen was een
grote zaal en een volle dansvloer. Er werd gedanst op de muziek van een levend
orkest. Het leek wel op een bruiloft in Twente.
Nu was het zaak ergens te gaan zitten waar niet direct op zou vallen dat we er
niet thuis hoorden. In een ver hoekje troffen we een tafeltje aan met vier
stoelen, twee glazen en twee handtasjes, ideaal dus. We gingen zitten en
wachtten af wat er ging gebeuren.
Na enige tijd was het orkestje uitgespeeld en stroomde de dansvloer leeg. De bij
de handtasjes en de glazen horende wezens, dat had tenslotte van alles kunnen
zijn, bleken er niet alleen zeer appetijtelijk uit te zien, maar waren bovendien
van de juiste leeftijdscategorie. Jonge meiden dus, ik schat nu begin twintig.
Onbegrijpelijk eigenlijk dat ze nog alleen zaten.
Na enige aarzeling vertelden we, wie we waren en hoe we er terechtkwamen. Ze
bleken onze inventiviteit wel grappig te vinden en zouden ons zeker niet
verraden. Integendeel we raakten heel leuk aan de praat.
Omdat het enorm druk was en er dus geen hoge eisen aan mijn danspassen werd
gesteld, ging ik ook af en toe de dansvloer op. Eenmaal op het parket werd ik
helemaal bevrijd van het gevoel dat ik moest dansen. Ook zij gaf er al gauw
blijk van meer behoefte te hebben aan intiem schuifelen dan aan dansen.
Misschien kon zij er ook wel niets van, wie weet?
Van de blauwe maandag dat ik dansles heb gehad, had ik één ding goed
onthouden. M'n dansleraar zei altijd; 'Je
moet een eenheid vormen met je partner'! Nou dat waren we zeker, een
eenheid. Om kort te gaan het leek wel of we de opdracht hadden van twee lichamen
één te maken.
By the way, die danslessen heb ik voortijdig afgebroken, nadat ik een keer met
zo'n dikke Trien ben gevallen tijdens de Weense wals. Eigenlijk was het nog
erger, ik kwam onder haar terecht.
Nu waren er zoveel mensen op de dansvloer dat het helemaal niet opviel dat we
maar één hand ter beschikking hadden om nog enigszins een danshouding aan te
nemen. Ze zat gewoon tegen m'n been aan te rijden en ik bij haar. Niet normaal
gewoon. Over dirty dancing gesproken. Ik weet niet waar die film over ging, maar
ik vermoed over iets waar wij toen mee bezig waren.
Ik weet nog dat ik dacht, droom ik misschien? En met m'n stewardess in
gedachten, zouden dan alle meiden in Denemarken zo zijn?
Tussen het dansen zaten we gezellig heen en weer te praten aan ons tafeltje. Die
meiden spraken, zoals gewoonlijk in Scandinavië, uitstekend Engels. Zeker zo
goed als ik het toen deed.
Plotseling kwam er echter een kink in de kabel, niet met die meiden maar tussen
mij en m’n maat. Ik heb het steeds over ons en we, maar ik heb nog niets over
hem verteld. Het was een lange rooie Hagenees. Hij voer aan dek, ik geloof als
matroos onder de gage. Op een gegeven moment begon hij, tegen mij alleen
overigens, te snoeven over z'n ervaringen op een bananenjager en de reizen naar
Colombia.
Hij liet me weten, alsof hij een mop vertelde, dat hij eens kans gezien had om
eens voor twee boterhammen met een meisje naar bed te gaan. Ik had toen mijn
ervaringen in Brazilië al gehad en legde hem uit hoe ik over hem dacht en dat
was niet mild. Daar werd hij zo boos over dat hij kwaad wegliep.
Daar zaten we dan met ons drieën. Zonder het voorgevallene precies te
omschrijven heb ik uitgelegd dat we mot hadden gehad en hij was afgetaaid. Op
een gegeven moment werd het laatste optreden van het orkest aangekondigd. Die
dans hebben we laten schieten, omdat er plotseling een ander probleem moest
worden opgelost. Namelijk hoe de dames naar huis kwamen.
Achteraf heb ik vaak gedacht dat het allemaal deel heeft uitgemaakt van het
complot dat ze gesmeedt hadden. Weet ik veel wat die bespraken als ze weer eens
zo nodig, en altijd met z'n tweeën, naar het toilet moesten?
Om het kort te sluiten, mij werd gevraagd of ík ze niet naar huis kon rijden.
Dit, omdat één van de twee (die ik maar voor het gemak, ‘de mijne’ noem,
jammergenoeg ben ik beide namen vergeten) de auto van haar vader geleend had,
maar vanwege de geconsumeerde drankjes niet meer naar huis durfde te rijden.
Maar bedacht ik, ik heb niet eens een rijbewijs! Ik nam als we in bijvoorbeeld
in Rotterdam waren regelmatig 2 of 3 uren rijles achter elkaar. Van afrijden
kwam steeds niets omdat ik nooit thuis was. Nou ben je natuurlijk een
ongelofelijke oen als je het op zo'n moment laat af weten. Ik stelde me immers
nog wel wat voor van die avond, want daar had ze immers voldoende aanleiding toe
gegeven. Dat zijn natuurlijk wel van die situaties waarin je je als jongeman
onverantwoordelijk gaat gedragen.
Ik was geen uitzondering en dus zei ik, hoewel ik natuurlijk ook gedronken had; ‘Of
course, no problem’!
Zo vertrokken we richting huis van 'mijn'
meisje. Vraag me niet waar dat was, want daar ben ik nog steeds niet achter en
ik zal het ook nooit weten. Wel begaf ik me steeds verder van Fredericia
vandaan, en verder dan goed voor me was. Maar wie maakt zich daar, in de gegeven
omstandigheden, nu druk over? Dat is van latere zorg.
Ze bleek ergens buitenaf in een groepje van misschien 10 bij elkaar, maar
losstaande, huizen te wonen. Mij werd gevraagd om ongeveer 100 meter voor het
huis waar zij woonde te parkeren. Anders zouden haar ouders misschien wakker
worden en dat wilde ze niet.
Natuurlijk zat ik me onderweg al af te vragen wat mijn positie zou zijn als we
eenmaal bij haar huis waren. Misschien zouden ze gewoon zeggen; ‘Nou
hartstikke bedankt hoor lieverd! Je moet die kant op'!
Maar die onzekerheid duurde niet lang. Ze stapte uit en zei dat ze thuis even
sleutels moest pakken. Even later zei het andere meisje dat nog bij mij in de
auto zat, dat wij ook maar uit moesten stappen. De auto kon ik hier wel laten
staan. We liepen richting het huis en even later kwam de mijne alweer naar
buiten en wenkte ons mee te komen. We liepen met ons drieën langs het huis en
ze beduidde ons zachtjes te doen. Even later, op twintig of dertig meter
afstand, doemden uit het donker de contouren van nóg een huis op.
Van dat huis had ze de sleutels gepakt. Het bleek een vakantiehuis te zijn dat
in de zomer verhuurd werd. Dit schrijvende bedenk ik me dat het dus wel Pasen
zal zijn geweest, want het was immers nog niet verhuurd.
We gingen naar binnen en kwamen in een eenvoudige kamer. Ze vroeg wie er zin in
koffie had. Ik dacht bij mezelf alles beter dan alcohol in mijn situatie. Want
natuurlijk had ik de hoop om onder of op haar lakens terecht te komen niet
opgegeven. ‘Graag’, zei ik dus!
Intussen probeerde ik de steeds veranderende uitzichten die ik had, op de juiste
wijze te taxeren. Gezien het gedrag van ‘mijn’ meisje eerder die avond, kon het bijna niet mis gaan.
Maar vrouwen zijn wispelturige en soms moeilijk in te schatten wezens.
Dan kan, afhankelijk van allerlei invloeden en stemmingen, van ja lekker, zo
veranderen in nee, niet doen! Wat moest die vriendin hier bijvoorbeeld nog?
Waarom hadden we die niet gewoon thuis afgezet? Hier had ik geen duidelijkheid
over. Misschien woonde ze te ver weg, misschien hadden ze tevoren al afgesproken
dat zij hier zou overnachten.
Prangende vraag was echter wanneer zou zij van het toneel verdwijnen. Had die
meid niet in de gaten dat ‘three a crowd’
was in zulke omstandigheden? Blijkbaar niet, want wat er ook gebeurde zij maakte
absoluut geen aanstalten om af te nokken. Later heb ik me gerealiseerd dat die
twee het allemaal van tevoren bekokstoofd moeten hebben. Maar hoe kon ik,
simpele ziel die ik nog was, dat bevroeden? Later zou blijken dat die meiden op
sexgebied toen al een stuk verder waren dan ik. Sterker nog, ze waren toen al
verder dan ik ooit zou komen. Hoe dan ook, we zaten daar met z'n drieën gewoon
wat na te praten.
Tot op een gegeven moment ‘de mijne’
zei, ‘It’s time to go to bed now’!
Ik dacht het uur van de waarheid is aangebroken. We begaven ons naar een
slaapkamer naast de woonkamer. Het was een soort bungalow, dus alles was
gelijkvloers. We waren met ons drieën in de kamer en ik wachtte, helemaal niet
op m'n gemak, de ontwikkelingen af. Het probleem was dat ik zelf niet het
initiatief kon nemen. Zo’n held was ik toch al niet, maar nu was ik helemaal
afhankelijk van die twee.
Eenmaal op de slaapkamer zei ze, hier slapen we en ze wees op een tweepersoons
bed. Maar ze zei het op een manier alsof ze nog na lachte over een grap die haar
net verteld was. Ik dacht bij mezelf, we? Wie zijn dat? Voor de duidelijkheid,
de conversatie ging uiteraard in het Engels.
Vaak is het een nadeel een vreemde taal te moeten spreken, maar soms kan het ook
een voordeel zijn. Zoals in dit geval. Het werkt namelijk erg ontremmend.
Ik bedoel, in je eigen taal is alles wat je zegt zo echt, er is geen
interpretatie probleem. Voor geen van drieën was Engels de eigen taal en dan
zeg je dingen toch gemakkelijker. Misschien hadden zij er sowieso geen probleem
mee, maar ik wel.
In een vrijblijvend en lacherig sfeertje zei ze plotseling zoiets als; ‘You
fuck me and you fuck her too!’ Het werd gevolgd door een soort hikkerig hi,
hi, hi. Toen het tot me doordrong wat ze gezegd had, dacht ik eerst dat het een
grapje was. Maar al gauw zou blijken dat ze wel degelijk serieus waren.
Zowel verwarring als opwinding maakte zich van mij meester. Ik geloof dat ik ook
nog een rooie kop kreeg, want alles gloeide intussen aan me. Terwijl bij mij de
verwarring en de opwinding nog om de hoogste eer vochten, werd ik letterlijk,
maar op een speelse manier, overvallen door de twee. Ik kreeg dus helemaal geen
tijd om me zorgen te maken over wat ik moest doen, die twee namen het heft in
handen. Dat maakte alles wel een stuk simpeler.
Vóór dat iemand bij z'n positieven kon komen en de situatie, voor mij althans,
pijnlijk zou worden, ontstond een speelse stoeipartij waarbij ik natuurlijk
geacht werd het onderspit te delven. Ik gaf me dus over, terwijl die twee al
waren begonnen me uit te kleden. Een paar minuten later hadden ze me, op m'n
overhemd en stropdas na (ja, ja zo'n ding had ik toen nog om, als we gingen
stappen), ontdaan van alles wat ze kon hinderen bij hun snode plannen.
Wat wás ik blij dat ik niet veel gedronken had. Ik kan me weinig dingen bij een
man voorstellen die pijnlijker zijn dan falen in een dergelijke situatie. Zoals
ik vele jaren later wel eens heb moeten ervaren.
Ik wist toen al een tijdje dat alcohol een zeer negatieve invloed had, bij mij
althans, op het al dan niet verkrijgen van een stijve en vooral op het behoud
daarvan. Ik had dus vanaf het moment dat zij zich zo wulps gedroeg daar al
rekening mee gehouden en heel weinig meer gedronken.
Het vreemde was dat van de aanvankelijke gêne, niets meer over was en zeker
niet bij die twee.
Omdat ik nog steeds op m'n rug lag, zette de ‘mijne’ zich zonder mij iets te vragen op m'n lul en begon,
aanvankelijk langzaam, te bewegen. Het andere meisje trok vlak bij m'n gezicht
haar pruim open. Maar, geloof het of niet, ik had geen flauw benul wat ze van me
verlangde. Het was nog erger, eerst probeerde ik me door m'n hoofd terug te
trekken aan haar flamoes te ontkomen.
Vandaag de dag zal vrijwel elke jonge man van de leeftijd die ik toen had,
vierentwintig ruim, zich kapot lachen, om zoveel onbenulligheid. Maar ik wist écht
niet wat er van me verwacht werd. Ze werd echter ongeduldig, want het duurde
niet lang of zij nam zelf het initiatief door met haar kut gewoon op m'n mond te
duwen. Al had ik gewild, ik kon toch niet meer achteruit.
Vanaf dat ogenblik trachtten ze allebei, ik zou bijna zeggen ten koste van mij,
een hoogtepunt te bereiken. Zo maakte ik kennis met wat ik later, zoals elke
Nederlander intussen doet, beffen zou gaan noemen. Dat woord kende ik toen nog
niet, wij noemden dat (terecht of onterecht) minetten. Dus, stel ik achteraf
vast, ik had er al weleens van gehoord.
Maar tussen kennis van het begrip hebben en het in de praktijk brengen er van,
ligt een wereld van verschil. Omdat m'n uitzicht zich tot nul beperkte, kon ik
absoluut niet zien wat ze verder nog deden. Ik voelde wel dat die andere, de ‘mijne’
dus, steeds sneller ging bewegen. Gelukkig werd m'n concentratie zo in beslag
genomen door het werk dat het dichtste bij was, dat ik niet te vroeg klaar kwam.
Het is algemeen bekend dat veel vrouwen moeite hebben een orgasme te bereiken.
Nou deze twee niet, die kwamen meerdere keren.
Het meisje dat ik likte kwam, ondanks het feit dat ze later begonnen was, het
eerste klaar. Toen ze van me 'afstapte'
was de andere nog bezig. Nu ik weer vrij uitzicht had, stelde ik met gemengde
gevoelens vast dat het gebefte meisje zich omgedraaid had en de mijne begon te
tongzoenen. Dat had ik ook nog nooit gezien. Het zal echter het andere meisje
wel gestimuleerd hebben, want even later werden haar bewegingen langzamer om
tenslotte helemaal weg te ebben.
Wat heel vreemd was, was het feit dat ik me er nauwelijks bij betrokken voelde.
Dat klinkt gek, maar toch was het zo. Het leek wel of m'n status die van
toeschouwer was, wel aanwezig, maar geen partij.
Daar kwam echter al gauw verandering in. Terwijl ik even lag uit te blazen, trok
het meisje dat ik zojuist gebeft had, me op zich. In een gewoon spelletje
missionaris kwam ze nog een keer.
Hoe vaak heb ik later niet gewenst, wat dat betreft, een vrouw te zijn. Wat een
mogelijkheden biedt een vrouwenlichaam wel niet? Waarom heeft de natuur de verkeerde sekse de meeste
mogelijkheden gegeven? Immers, op z'n minst tweederde van de vrouwelijke
wereldbevolking heeft niets te vertellen in bed. Doodzonde! Van het derde deel
dat overblijft heeft het overgrote deel geen navenante behoefte. Behalve
misschien in Brazilië.
Wel schijnt er enige beweging in te zitten bij jonge vrouwen die, net als
mannen, lust en liefde beter kunnen scheiden. Misschien komt dat ook wel omdat
mannen iets meer inzicht krijgen in de behoeften van vrouwen en bereidt daar
meer en meer rekening meehouden.
Gelukkig kon ik mezelf ook toen al goed in bedwang houden, zodat ik m'n kruit
niet vroegtijdig verschoot.
‘Mijn’ meisje, dat zag dat m'n
snikkel het hoogtepunt van haar vriendin overleefd had, vond toen dat de tijd
gekomen was om hetzelfde bij haar te doen. Ik werd ook een beetje ondernemender
en beduidde haar voorover op de knieën te gaan zitten. Van achteren vond ik
toen al een prettiger standje dan dat wat de natuur blijkbaar in eerste
instantie voorschrijft. Zo'n lekkere meidenkont waar je je zo lekker tegenop
kunt duwen, dat was je van het.
Nu liet ik me ook gaan, of dat helemaal naar de zin van de twee was weet ik
niet. Ze hebben zich in elk geval niet beklaagd. Het duurde dan ook niet lang
dat ik, nadat ik er voor gezorgd had dat zij eerst kwam, ook de muziek hoorde.
Ik weet niet hoe dat bij andere mannen is, maar als je je zolang hebt moeten
inhouden, is er van een echt fortissimo geen sprake meer. Maar dat moet je maar
over hebben voor zo'n bijzondere belevenis.
Ik was in elk geval tamelijk trots op mezelf, omdat ik me, na het verwarrende
begin, zo goed gehouden had. Ik vond dat het nu tijd was voor een echte time
out, compleet met een weduwe, die rookte ik toen ook al.
Zo niet die meiden. Terwijl ik naar m'n colbertje zocht waar m'n shag in moest
zitten, zag ik dat ze nog niet van plan waren de pijp aan Maarten te geven.
Eigenlijk schrok ik me te pletter bij wat ik zag en opnieuw wist ik mezelf geen
raad met m'n houding.
Dat hoefde ook helemaal niet, want ze negeerden me volkomen. In een klassieke
‘negenenzestig houding’, hadden ze
alleen maar aandacht voor elkaar. Tot m'n ontsteltenis schoot me te binnen dat
in de flamoes van de ‘mijne’ zich
ook nog mijn sperma moest bevinden. Ik had immers niet de moeite genomen om daar
een andere plek voor te zoeken. Blijkbaar lag die ‘andere’ daar minder wakker van als ik.
Ik moet toegeven dat, wanneer je zoiets niet dagelijks meemaakt, het wel even
wennen is. Later hoorde en las ik natuurlijk dat het ook weer niet zo bijzonder
is, maar toch. Zeker toen! Vooral de onbevangenheid waarmee zich alles
afspeelde, verbaasd me nu nog. Voor mij bleef het jammergenoeg bij die ene keer
dat ik zoiets meemaakte. Trouwens bestond toen de pil al?
Ik me heb wel eens
afgevraagd hoe het zou zijn gegaan als die meiden niet zo vrijmoedig en geil
waren geweest. Als ík het initiatief had moeten nemen. Met één van de twee ja
natuurlijk, dat was normaal. Maar met beiden? Ik vrees het ergste. Zover ging
m'n fantasie en zeker m'n initiatief destijds niet.
Als ik niet de grootste moeite heb moeten doen om tegen het ochtendgrauwen van dáár
waar ik me bevond, weer naar Fredericia te komen, had ik zelfs kunnen denken dat
het allemaal een droom was geweest. Ik ben niet blijven slapen, dat had alleen
maar complicaties met die ouders kunnen opleveren.
Ik heb dus afscheid genomen, ze hebben me uitgelegd waar ik een telefooncel kon
vinden, ben daar naartoe gelopen en heb een mini-taxi besteld. Dat waren Simca
1000's, van die vierkante bakjes en een stuk goedkoper dan gewone taxi’s. De
chauffeur liet me vooruit betalen. Ik liet me voor de kronen die ik nog had,
zover mogelijk richting Fredericia brengen. Toen het geld op was stopte die
hufter midden tussen de weilanden en liet me uitstappen. Op mijn verzoek om door
te rijden en aan boord af te rekenen wilde hij niet ingaan. Niet helemaal
onbegrijpelijk. Later was ik zelf taxichauffeur en ik weet niet of ik het wel
zou hebben gedaan. Wrang en kinderachtig was echter dat hij niet draaide en
terugreed waar hij vandaan kwam, maar dezelfde kant op reed als ik ook moest.
Dat was wel lullig. Dat zou ik niet gedaan hebben. De resterende kilometers heb
ik moeten lopen en geloof me dat was nog een heel eind. Ik was pas om uur of
negen aan boord, nog net op tijd om me over de restanten van het ontbijt te
ontfermen. Het was Tweede Paasdag dus ik had vrij en ging, met een voldaan
gevoel, pitten.
Dat het niet altijd
rozengeur en maneschijn was, blijkt uit het volgende, vrijwel tegenovergestelde
gebeuren, dat zich in Engeland voordeed. Schiet me ineens te binnen.
Het was in West Hartlepool. Daar gingen we een paar keer naar een pub, waar het
heel gezellig was. Of dat nu nog gebeurd in Engeland weet ik niet, maar je had
dan zo'n volle pub waar iemand zich achter de piano zette en populaire liedjes
ging spelen. Iedereen kende die liedjes natuurlijk en dús zong iedereen mee. Je
kon ook om verzoeknummers vragen.
Op een gegeven ogenblik komt één van de jongens bij me en zegt dat hij een
afspraakje had met twee meiden of ik zin had mee te gaan. Daar zei ik natuurlijk
geen nee tegen. Dus wij bij die meiden aan tafel. Even later hebben we
afgerekend en zijn, met een onduidelijke bestemming, weggegaan.
Eenmaal buiten bleek het meisje waar ik mee was, spijt te krijgen van het feit
dat ze was mee gegaan. Ze vertelde me dat ze helemaal niet zo was. Ik hoor het
haar nog zeggen in het Geordie accent dat ik nog van de Anjan kende. Ze zei; ‘I’m
not like that!’ Hoe ze wel was zei ze er niet bij. Maar dat is natuurlijk
flauw, ik begreep best wat ze bedoelde.
Hoe dan ook die andere twee verdwenen uit zicht en wij bleven met ons tweeën
achter. Ze wilde van niets meer weten. Hoe ik ook probeerde haar gerust te
stellen, te zeggen dat ik niets van haar wilde dat zij zelf niet wilde. Niets
hielp. Zelfs op m'n voorstel om gewoon naar een bioscoop te gaan, wilde ze niet
ingaan. Ze was helemaal in paniek. Ik weet niet meer hoe we precies uit elkaar
zijn gegaan, ik geloof dat ik haar heb teruggebracht naar de pub. Voor mij was
de lol er in elk geval af. Ik ben aan boord gegaan.
De volgende morgen,
toen ik m'n maat sprak, werd me een en ander duidelijk. Die andere meid, had hem
zo ongeveer de sekshemel op aarde beloofd. Wat ertussen die twee gebeurd is weet
ik niet, ik kan me in elk geval er niets van herinneren, dus het zal wel niets
bijzonders geweest zijn, anders had hij er wel in geuren en kleuren over
verteld. Maar mijn avond was in elk geval naar de knoppen.
Op de Caltex Delfzijl,
sliepen we met twee man in een hut. Mijn hutmaat was de pompman. Toevallig ook
een, (ex-)Enschedeër. De enige
stadsgenoot waarmee ik ooit op hetzelfde schip zat.
Het feit dat wij onder elkaar Twents spraken, veroorzaakte veel hilariteit in de
mess. Maar dat kon ons niet schelen. Hij was al jarenlang getrouwd met een
Haagse en woonde daar ook. In tegenstelling tot de bootsman, was hij geen
stapper dus zag ik hem alleen aan boord.
Het nare aan hem was dat hij, altijd direct nadat hij wakker werd, een Weduwe
opstak. Omdat ik in de bovenkooi sliep, kwam alle opstijgende rook bij mij
terecht, wat ik niet leuk vond. Ik kan me dan ook goed voorstellen hoe een
niet-roker zich voelt in een kamer waarin anderen zitten te paffen.
Hoewel ik hem bijna een halfjaar als hutmaat had, bleek hij mij een jaar of tien
later toch niet meer te herkennen. Ik was toen taxichauffeur en reed op een
bepaald moment door de Ypkemeulestraat in Enschede. En wie zag ik daar, stevig
gearmd met z'n Haagse eega, lopen? Juist m'n ex-hutmaat.
Ik stopte vlak naast ze en riep z'n naam, die ik inmiddels vergeten ben. Hij
keek me aan alsof hij de koning van Egypte voor zich had en gaf geen enkele
blijk van herkenning. Ik zei; “Joh we zaten samen op de Caltex Delfzijl, als
hutmaats”! Ondanks deze hint bleef hij ontkennen dat hij mij ooit eerder had
gezien. Hij was het wel, want toen ik vroeg of hij op dat schip gevaren had,
beaamde hij dat. Bovendien zo'n kop als hij had, waar waarschijnlijk eens een
Haagse tram overheen gereden was, had niemand. Ik kon me gewoon niet vergissen.
Ik vertelde dat ik nog bij hem thuis was geweest. Hij woonde in één van die
vele straten die naar plaatsnamen in Nederland zijn vernoemd. Pijnlijk en gênant
dacht ik, terwijl ik m’n Mercedes weer de sporen gaf.
Op dit moment schrijf
ik maar een beetje op wat zo spontaan naar boven komt. Bijvoorbeeld dat ik nog
naar een voorlichtingsbijeenkomst ben geweest voor computerprogrammeurs. In
1962!! Dat was naar aanleiding van een grote advertentie in de krant en de
infodag werd gehouden in het Hilton in Rotterdam.
Daarvoor moest ik vrij nemen, want we waren onderweg van Zweden naar Europoort,
maar zouden daar niet op tijd zijn. Omdat ik toch dagdienst had, vroeg ik of ik
in Kiel van boord mocht om in Europoort weer op te stappen. Dan kon ik met de
trein naar Rotterdam gaan en op tijd voor de bijeenkomst zijn. Dat mocht.
Zo gezegd, zo gedaan. Jammer genoeg was ik van het hele nacht in een trein
rondhangen zo moe geworden dat ik vrijwel alleen maar heb geslapen tijdens de
bijeenkomst. Eerst zat ik alleen maar te knikkebollen en schrok steeds juist op
tijd weer wakker. Maar toen ze het licht uit deden en dia’s gingen vertonen
werd het me te veel.
Ik werd pas weer wakker toen het licht weer aanging en mensen om heen in
beweging kwamen. Kort daarna hoorde ik ook nog dat je minstens MULO moest hebben
om tot de cursus te worden toe gelaten. Ik dacht verdomme, alles voor de kat z'n
kut.
Ik informeerde nog eens hoe dat precies zat. Toen bleek, dat ik, wanneer ik een
bepaalde test deed en daar voor slaagde, ook zonder dat onbenullige papiertje de
opleiding mocht volgen. Ik moest dus met een aantal anderen, die ook van het
juiste educatieve pad waren afgeweken, in een apart zaaltje. Daar werd ons de
test afgenomen. Ik slaagde en heb dus de kans gehad om tot de eerste generatie
Nederlanders te behoren die met computers vertrouwd werden gemaakt.
Maar ja, ik denk dat de drang om nog wat van de wereld te zien en van m'n
vrijheid te genieten, groter is geweest. Ik heb het in elk geval niet gedaan en
moet nu vrijwel dagelijks ondervinden hoe lastig het is dat ik onvoldoende
verstand van computers heb.
Ik zat ook op de Caltex Delfzijl toen de zelfmoord(?) van Marilyn Monroe bekend
werd gemaakt. Ik hoor het de kok, terwijl hij zo handig met één hand een ei
brak, nog zeggen. Vanuit onze kleine mess keek je namelijk zo in de kombuis en
de kok was nogal een prater.
Een schip vaart doorgaans met de stuurmachine, automatische piloot klinkt
bekender denk ik. Dat is een machine die hydraulisch wordt bediend en zorgt dat
het roer steeds zo staat dat een schip in de juiste richting blijft varen.
Handbesturing middels het bekende stuurwiel gebeurde alleen als er geen vaste
koers voorlag. Bijvoorbeeld op rivieren, druk bevaren routes zoals het Kanaal,
of als je tussen allerlei eilanden door moet. Dat laatste was bij de Delfzijl,
die hoofdzakelijk op kleinere havens voer, natuurlijk vaak het geval.
Eens op een dag, dat deed ik wel vaker, bij een zondag op zee bijvoorbeeld, nam
ik een kijkje op de brug. De eerste stuurman had wacht en dat was een bijzonder
prettige man. We zaten ergens in de Grote Belt, tussen de eilanden Fyn en Sjæland.
Op een of andere manier kwam het besturen van een schip ter sprake. Ook weer
niet zo verwonderlijk als je op de brug staat, maar toch. Hij zei, dat ik het
wel eens mocht proberen.
Dus werd de matroos van de wacht afgelost door een lid van het zwarte koor. Ik
had al gauw in de gaten dat ik alles wat ik tot dan toe over sturen wist, zoals
fietsen, brommers, auto’s, moest vergeten. De ene auto stuurt directer dan de
andere, maar zelfs met de meest indirecte auto is een schip niet te vergelijken.
Als je aan het stuurwiel draait, gebeurt er in eerste instantie gewoon niets.
Tot dat je, zo'n tien to vijftien seconden later, er achter komt dat je veel te
veel hebt gedaan.
Vlak voor en boven me,
hing een apparaat dat met graden de koers aangaf die we op dat moment voorlagen.
Doemde er nu iets voor ons op, waarvan het de bedoeling was we het niet zouden
raken, dan kreeg ik van de stuurman opdracht om een andere koers te gaan varen.
Bijvoorbeeld 182, ik noem maar wat. Stond dat ding dus op 170, dan moest je dus
inschatten hoeveel je aan het wiel moest draaien om op
182 uit te komen. De eerste keren dat ik bij moest sturen, onderschatte ik het
effect van wat ik deed. Dus als ik dan naar de meter keek en afwachtte wat er
gebeurde, liep dat kreng gewoon over de 182 heen naar bijvoorbeeld 190 of nog
erger. Dus moest ik weer terug, wat ik dan ook weer niet goed inschatte. Kortom
het was nog niet direct een succes. Het leek wel of er een dronkeman aan het
sturen was. Na verloop van tijd ging het echter beter. Ik denk dat ik een uurtje
of zo gestuurd heb. Toch een interessante belevenis.
In die tijd heb ik ook
m'n rijbewijs gehaald. Als ik in Nederland was, meestal in Europoort of De
Botlek, dan belde ik een willekeurige rijschool in Rotterdam en vroeg om
bijvoorbeeld 3 rijlessen achtereen op een middag. Na een tijdje heb ik, in
Enschede uiteraard, examen aangevraagd. Hoe dat allemaal in z'n werk ging weet
ik niet meer, maar op een gegeven moment kreeg ik een mededeling dat ik, wanneer
ik met verlof thuis was, in overleg met examinator zo en zo, kon overleggen
wanneer ik wilde afrijden. Hoe dan ook, ik koos een maandagmorgen uit en ben in
één keer geslaagd. Ik heb trouwens ook nog een paar rijlessen gehad in
Enschede.