Delfzijl......van
vroeger en straks
In
dit laatste hoofdstuk wordt aandacht besteed aan Delfzijl.
Aan
het Delfzijl van vroeger en aan het Delfzijl van straks en al kan heel moeilijk
veel worden verteld van de jaren, die komen gaan,
toch lijkt het er op, dat het juist deze jaren zullen zijn, die deze stad
aan de Eems pas goed tot betekenis zullen brengen.
Want Delfzijl, dat eeuwenlang een rol
als vesting heeft gespeeld, is dan wel een onaanzienlijk dorpje uitgegroeid tot
de belangrijkste haven van het Noorden van ons land,dat alles staat toch in geen
vergelijking tot de mogelijkheden, die ontstaan wanneer zowel de sodafabriek als
de zeer belangrijke havenuitbreidingen tot stand zijn gekomen.
Eerst dan heeft Delfzijl een basis,
waarop met enige zekerheid een nieuwe en grotere en mogelijk betere toekomst kan
worden opgebouwd, tot voordeel van de stad zelf, tot voordeel ook van de gehele
provincie, die zo dringend behoefte heeft aan nieuwe impulsen.
Maar nog even terug naar het Delfzijl
van vroeger, dat dankzij het Eemskanaal een betere verbinding met het achterland
kreeg:met de stad Groningen en met het gebied van de Groninger Veenkoloniën en
dat in veel geringere mate met het Oostelijke deel van het land.
De geschiedenis van Delfzijl en de
gebeurtenissen daar in de loop der eeuwen zijn uitvoerig beschreven in de
“Kronijk van Delfzijl” waarvan hier zeer in het kort het een en ander is
ontleend, evenals aan de verslagen van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, die
aldaar heeft bestaan van 1878 tot 1910.
De stad wordt gerekend ontstaan te zijn
in 1272 aan een sleuf, gedolven in de mond van het riviertje de Fivel waarin een
schutsluis gebouwd werd.
Deze veronderstelling moet evenwel met
de nodige reserve worden aanvaard, aangezien deskundigen op het gebied van
niveauveranderingen in onze provincie, met stelligheid aantonen, dat Delfzijl
omstreeks 1300 nog niet bestond.
Toen het zijlvest “De drie
Delfzijlen” werd opgericht was volgens hun onderzoekingen de grond, waarop
later Delfzijl is gebouwd, zelfs nog niet opgeslibd.
De opslibbing geschiedde echter in de
14e eeuw ongelooflijk snel, aldus een uitspraak van D.Kloppenburg in zijn
“Studie over niveauveranderingen, enz”.
In ieder geval was de stad door haar
ligging aan de goed bevaarbare Eemsmond (die eeuwen tevoren dikwijls door
Romeinse vloten bezocht werd) van belang.
Later werd deze vesting tot een Schans
gemaakt en, als zo vaak in geschiedenis dikwijls veroverd, uitgemoord, geslecht,
heroverd en weer opgebouwd.
Vooral
met de stad Groningen, die in dit plaatsje aan de Eems een gevaar zag, stond men
gewoonlijk op zeer slechte voet.
In de 80-jarige oorlog maakte Delfzijl
kennis met Alva,Maurits,Willem Lodewijk en de andere groten uit deze voor ons zo
belangrijke periode.
Zware stormen vielen de bewoners meer
dan eens aan.
Dijkdoorbraken, overstromingen, e.d
waren geen zeldzaamheid.
Zij kwamen voor in 1597,1686 en 1717.
De haven had in vroeger eeuwen, volgens
de “Kronijk” een grote diepte.
Sprekend
over de slechte toestand en dichtslibbing in 1907, herinnert dit boekje aan de
jaren 1665 en 1672.
In 1665 voer de Ruyter de Eems op met
een grote vloot en dertigtal prijsschepen.
In 1672 viel een vlot van de
Oost-Indische Compagnie binnen, bestaande uit eveneens 30 schepen “en al hun
schatten”.
Toen zegt de Kronijk was de haven zeer
diep, nu in 1907 zou dit binnenkomen
van zulke zware schepen ondoenlijk zijn
door de verslibbing van de haven.
De
Franse Tijd wordt door deze “Kronijk” zeer uitvoerig beschreven.
De stad werd langdurig belegerd en pas
op 20 Mei 1814 gaven de Fransen zich hier over, nadat een afgezant van de
bezetting met vrijgeleide zich in Parijs had kunnen vergewissen, dat de
hoofdstad in handen was van de geallieerden.
Die tijd hoe slecht ook voor het
algemeen was voor sommigen niet onvoordelig door de sluikhandel.
De blokkade van de Hollandse havens was
een drukke tijd voor de neutrale Eems.
De klachten over de haven,vooral ook tot
uiting komend in de verslagen van de Kamer aan de minister,zijn eindeloos en
weinig gevarieerd.
Zij hebben betrekking op:te geringe
diepte van de buitenhavens en ook de binnenhaven, waar vele schepen gedurende de
wintermaanden werden opgelegd te weinig baggeren te weinig ruimte onvoldoende
ligplaats te weinig kadelengte te weinig opslagruimte; het zijn nog maar enkele
van de vele opmerkingen, die worden gemaakt.
Want ook worden klachten geuit over het
ontbreken van loodsen en later, als er enkele zijn over te weinig loodsen en
pakhuizen, over te hoge havengelden.
Men schrijft adressen over het hinder
van het spuien, over de last,die wordt ondervonden van de golfslag in de haven
bij noordelijke en noordwestelijke winden, over de slechte verlichting van de
Eems, over het ontbreken van een balkenhaven en zo zouden nog meer onderwerpen
zijn te noemen.
Geleidelijk
kwamen vele van deze zaken in orde; grote sommen worden door het Rijk besteed.
Maar het gaat de bewoners van Delfzijl
allemaal veel te langzaam, terwijl andere werken veel te primitief werden
uitgevoerd, het baggeren bijvoorbeeld gebeurde tot 1876 gewoon met pramen bij
eb.
In genoemd jaar tenslotte kwam er een
stoombaggermolen, doch toen baggerde men allen gedurende de zomermaanden en
daaruit ontstond weer een nieuwe klacht,want zo zei men in Delfzijl, in het
voorjaar was het in de haven voor iets grotere schepen niet diep genoeg.
De Kamer van Koophandel had een viertal
slagzinnen, die telkens herhaald werden om de regering te overtuigen dat
baggeren en in het algemeen verbeteren van de haven loonde.
Deze
slagzinnen luiden:
De
Eems is de beste toegang tot Nederland uit zee...
De
schepen worden groter en groter...
Delfzijl
is de eerste haven van het Noorden...
Het
slib is zo goed voor de schrale Drents gronden...
Ergo:
er kan nooit te veel gebaggerd worden.
Inderdaad
baggerde men later het gehele jaar door.
Delfzijl trachtte op alle manieren zijn verbindingswegen met het achterland te
verbeteren.
Er kwam een spoorweg Groningen-Delfzijl
(1884), er kwam ook een verbinding met de Veenkoloniën dank zij de N.O.L.S. in
1909,waardor de verbinding Delfzijl-Zuidbroek-Stadskanaal ontstond, ook was er
nog enkele jaren een spoorwegverbinding tussen Delfzijl en Groningen via Weiwerd.
Er waren plannen voor andere
verbindingen ,te water en langs de weg,maar evenals zovele plannen, die wel tot
uitvoering komen, bijvoorbeeld de nieuwe rijksweg van Groningen naar
Delfzijl,waarvan op het ogenblik hard wordt gewerkt, de nieuwe rijksweg naar de
Veenkoloniën, die vrij spoedig gereed komt.
Er komt een sodafabriek en aan een
nieuwe zeesluis wordt gewerkt.
Nieuwe industrieën worden aangetrokken,
bestaande bedrijven breiden zich uit.
Op het ogenblik staat Delfzijl dan ook
aan de poort van een nieuwe toekomst.
Waar
men thans ook loopt in deze oude stad, overal wordt gebouwd.
Nieuwe woningblokken verrijzen,
winkelpanden worden geheel gemoderniseerd, scholen ontstaan, een Schouwburg kon
kort geleden in gebruik worden genomen, industriehallen schieten uit de grond
,kortom:in het Delfzijl van heden heerst grote activiteit op schier ieder
terrein,teneinde in de toekomst een grotere plaats dan tot nu toe in te nemen.
Wie bijvoorbeeld ziet naar de
havenbeweging, die zal het blijken dat Delfzijl hoofdzakelijk hout, kunstmest en
kolen invoert en dat bij de uitvoer het accent voornamelijk ligt op strokarton,
aardappelmeel en ijzeraarde.
Voor binnenkomende schepen is het van
groot belang retourlading in de haven van lossing te krijgen.
In Delfzijl is dat vaak een
moeilijkheid, daar het achterland niet meer oplevert dan de reeds genoemd
producten, waardoor de schepen in vele gevallen genoodzaakt zijn naar elders te
varen voor een nieuwe lading.
In
nog sterkere mate geldt dit voor een haven als Groningen waar men zowel bij de
zeevaart als bij de binnenvaart met dit probleem heeft te worstelen.
Niet alleen nu, ook vroeger al,getuige
een briefkaart, die door Wijnne&Barends te Groningen in 1901 van een
kapitein werd ontvangen.
Deze kapitein lag met zijn schip in de
Schotse haven Inverkeithing en klaarblijkelijk had hij van het Groningse kantoor
een aanbod gekregen voor een lading hout naar Groningen, met het verzoek
hierover te telegraferen.
Hij schrijft “ik ben eigenlijk
een beetje bang voor Groningen geworden, omdat ik er geen een keer heb geladen.
Daarom telegrafeer ik maar niet.
Mocht het nu zijn dat u vandaag enig
ander uitzicht had, telegrafeert u me in dat geval,dan accepteer ik”.
Hopelijk
zal de nieuwe ontwikkeling, die Delfzijl en daarmee de gehele provincie
Groningen te wachten staat,hierin ook verbetering brengen.
Slotwoord
Hiermede
is dit overzicht tot een einde gekomen.
Vele personen zijn in de voorgaande
hoofdstukken genoemd, misschien toch niet voldoend.
Wij menen er daarom goed te doen vanaf
deze plaats een algemeen woord van alleszins verdiend hulde uit te spreken tot
allen, die zich op welke plaats ook gewijd hebben aan het welzijn van de N.V.Wijnne&Barends
in de eeuw, dat het bedrijf heeft bestaan.
Waarbij wij in het bijzonder denken aan
hen, die in de loop van deze periode van ons zijn heengegaan en die hun
onmisbaar aandeel hebben gehad in de opbouw en de bloei van W&B.
Zij zullen ons steeds blijven herinneren
aan onze taak; hun voorbeeld is onze leidraad voor onze toekomst.
Deze toekomst ligt voor ons als een
geweldig watervlak, effen of onstuimig.
Ook
zal de toekomst ons leren.
Wij varen deze zee tegemoet als eens
schippers honderd jaar geleden:toegerust met als voornaamste instrument hun
ervaring, opgedaan in een lange reeks van jaren.
Zij
hielden het roer recht en de blik vooruit.
Nieuwe
mannen zullen komen, oude namen zullen een herinnering worden.
Moge
Wijnne &Barends bij al deze veranderingen steeds de oude blijven, in die zin
dat het bedrijf, meegaande met zijn tijd, in staat zal blijken de beste
tradities te handhaven.
Een
eeuw Delfzijl in jaartallen
1849
De Denen blokkeren de Pruisische havens.
Op de rede
van Delfzijl liggen in een maand 173 vreemde schepen.
1856
De Zeevaartschool gesticht.
1865
Opening telegraafkantoor.
Stoomvaartdienst
Delfzijl-London.
1876
Eemskanaal geopend.
1883
Delfzijl telt 12 reders.
1884
Opening spoorweg Groningen-Delfzijl.
1889
Vuurtoren gebouwd.
De haven
komt aan het Rijk,beheer en onderhoud bliven bij de gemeente.
De spoorweg
Groningen-Delfzijl verlengd tot de buitenhaven.
1890
Verbetering verlichting op de Eems,de schepen kunnen nu ook s,nachts
varen.
Opening
stoomvaartlijn Delfzijl-Goole.
Het grootste
schip,dat totnutoe de haven van Delfzijl heeft bezocht,loopt binnen(1580 brt).
1892
Opening stoomvaartverbinding Delfzijl-Hartepool
1893
Opening stoomvaartlijn Delfzijl-Grangemouth met het schip Perth in de
volksmond Peerd genoemd.
1897
De zeehaven komt in beheer en onderhoud bij het Rijk.
De
havengelden worden afgeschaft.
1898
Grondboringen voor het opzetten van een kademuur.
1899
Het Dortmund-Eems kanaal geopend.
1900
Verbetering en uitbreiding van de haven Emden.
Het Rijk
trekt Fl. 700.000,- uit voor
verbetering haven Delfzijl.
Eerste werf
voor ijzeren schepen in Delfzijl.
1901
Eerste gedeelte kademuur aanbesteed voor Fl.
618.000,-.
1902
Delfzijl krijgt zijn eerste stoomschip uit Engeland voor 6500 Engelse
Ponden.
1903
Verbetering en uitbreiding havenemplacement.
1904
Opening telefoondienst.
1905
Eerste lading salpeter rechtstreeks uit Chili.
1908
Elektrische centrale wordt in bedrijf gesteld.
Spoorrails
langs de kade.
37 schepen
gebouwd,meest voor buitenlandse rekening.
1909
Opening N.O.L.S. spoorlijn Delfzijl-Zuidbroek.
1910
Driemastschoener gebouwd,groot 250 reg,ton.
1911
Haven in beheer bij de provincie.
Havengeld
keert terug.
1914
Eerste wereldoorlog breekt uit.
1915
Houtinvoer herleeft na tijdelijke stilstand,invoer voor het gehele land.
Opening
stoomtram Winschoten-Ter Apel.
Totstandkoming
spoorweg Delfzijl-Roodeschool ,,is verzekerd!,,.
1916
Alle houtinvoer van zweden komt met Duitse schepen(Fl. 110,- a Fl. 155,-
per std).
Regering
trekt vier miljoen uit voor havenuitbreidingen.
1920
....en volgende jaren.Opslagloodsen worden gebouwd.
1921
Bouw betonkade.
Ramp
zeilloodsboot Eems 11.Met man en muis vergaan.
1922
Er komen stoomloodsboten.
1925
Haven krijgt grootte van 40 hectare.
1939/1945
Tweede wereldoorlog.Verschillende belangrijke havenwerken vernield.
1945
Bevrijding na 11 daags beleg door de geall. legers.
Opnieuw
vernielingen van havenwerken.
1954
Delfzijl telt een schip per 100 inwoners.
1955 Delfzijl
bouwt aan zijn nieuwe toekomst.