Ervaring reisverslag zeesleper Mississippi 1968/69 

                     Van Johan Toet                                               

Na een aantal jaren vanaf mijn 14e op de vleetlogger te hebben gevaren vanaf 1964 tot ongeveer begin zomer 1968 (tegen het einde van de vleetvisserij ) vaarde er een man, Cor was zijn naam bij ons op de logger (Sch 19 de Wouter ) en vertelde dat hij een aantal jaren bij Smit internationale op zeeslepers had gevaren maar weer op de visserij was gaan varen omdat hij getrouwd was en kleine kinderen had.

                                  


Op zo n logger was het alleen maar armoede en ellende. Hij vertelde me mooie verhalen over werelddelen waar ik nog nooit van gehoord had. Ik werd steeds nieuwsgieriger, toen de sch 19 de Wouter verkocht werd en we moesten voor de zoveelste keer overstappen op een andere logger, in dit geval de Sch 40 de Castor hakte ik de knoop door ,ik nam ontslag en ging naar huis. Het heeft misschien een week geduurd (ik had wat informatie adres enz van die Cor gekregen) en had mijn monsterboekje in mijn kontzak gedaan en ben op de trein gestapt naar Maassluis. Na een beetje vragen kwam ik al gauw bij het kantoortje aan dat haventje. Ik zag er een paar prachtige schepen liggen waarvan een loodsboot en een paar zeeslepers had eigenlijk nog nooit zo'n zeesleper gezien, zo mooi en netjes onderhouden ik keek mijn ogen uit. Eenmaal binnen aan de balie kwam er nog iemand binnen, ik dacht zal je altijd zien dat hij wordt aangenomen (misschien ervaren in de zeesleep en ik natuurlijk niet).
Maar de man achter de balie kwam naar mij toe en vroeg wat hij voor me kon doen. Ik vertelde hem het hele verhaal van de visserij enz, hij keek achter hem in een aan de muur hangende kast met mappen erin, keek er even in en zei er is op dit moment geen schip voor je, maar ik neem aan dat je nu zonder werk zit? Ik knikte ja toen hij aan me vroeg woon je nog in Den Haag, ja zei ik, we hebben wel voorlopig een baantje voor je hier op die scheepies in de haven tot er een schip voor je is zei hij, is dat ok, ik zei dat is geen probleem meneer, kan je maandag ochtend half 9 beginnen vroeg hij ? Ok ik vind het best, hij schreef mijn naam en geboorte datum op we gaven elkaar een hand en klaar was Kees. Ik naar huis dolblij ik ga op een mooi schip varen en veel van de wereld zien, even een paar weekjes of misschien een maand daar werken en heen en weer reizen met de trein Den Haag Maassluis. Ik had geen flauw idee wat ik ging verdienen. Toen ik de eerste maandag aankwam in Maassluis liep die man met me mee gaf me een staalborstel en vertelde me waar de kwasten en de menie stond en ik kon beginnen op een van de schepen. Om een uur of 12 liep ik naar het kantoortje en vroeg wat ik eigenlijk verdiende hij pakte een boek keek er even in en zei iets van de 395 gulden schoon ik dacht nou dat is niet verkeerd, op de visserij had ik minder per week je snapt 'm al die 395 gulden was per maand, hoe gek het ook klinkt ik deed het niet voor het geld.

Ik ging voor het avontuur niet voor het geld ik was vrijgezel (had wel af en toe het zelfde vriendinnetje van af mijn 15- de maar het was meer een knipperlicht verhouding ) ik vond het wel leuk om daar te werken met in je achterhoofd dat je elk moment kon worden opgeroepen om te gaan varen naar God weet waar .

Ongeveer 5 weken aan de haven gewerkt te hebben kreeg ik te horen dat ik een schip had. Ik moest naar huis om spullen in te pakken en dan moest ik bellen naar kantoor waar ik heen moest. Je raadt het nooit (niks tropen), ik moest met de trein naar Dordrecht, daar lag de Schelde en moest daar vragen naar kapitein Slotboom eenmaal in de trein over een brug in Dord zag ik hem beneden al liggen. Ja voor mijn was het een jacht, ik was alleen maar oude loggers gewend. Eenmaal aan boord stelde ik me voor aan de bemanning en aan de kapitein, de bemanning was behoorlijk sceptisch over het feit dat ik van de visserij kwam en geen enkele ervaring met de zeesleep had (dat was ook zo) maar ik kon niet anders dan zoveel mogelijk mijn best doen. De Schelde had allerlei klussen op en om de Noordzee te doen Engeland Ierland Schotland daar waar ik al zo vaak was geweest. Alleen nu op een zeesleper met voor mij comfort en ruimte met een wasmachine en douches. En nog mooier vaste tijden wacht draaien met apparatuur in de brug. En slapen in een hut met 3 man en niet met zijn tienen in een stinkende vooronder. Ja ik kan gerust zeggen dat ik van de hel in de hemel was gekomen.

Bijna elk weekeind waren we weer thuis. We vaarden gewoon heen en terug. Met een beetje slecht weer lag bij kapitein Slotboom alles door zijn hut en hij was dan altijd een beetje zeeziek en dan zei hij altijd, jonge als jij het een beetje opruimt en vast zet krijg je een paar biertjes en dat gebeurde best vaak op de Noordzee.

                  

We hadden een eerste stuurman wie zijn naam iets met zuid of zuider begon en die lustte er ook wat van net als de rest van de bemanning inclusief mijzelf natuurlijk. Helaas van de Schelde waar ik ongeveer 5 maanden op heb gevaren herinner ik me niet zo veel meer van namen, maar het was voor mij goed dat ik die stap had genomen en al heb ik daar op de Schelde niet echt veel meegemaakt maar wel veel geleerd kwam een eind aan die reis en we gingen met verlof, ongeveer 1 maand. Ongeveer 20 dec 1968 kreeg ik toen nog van de PTT een telegram dat ik naar Bombay moest om de Mississippi af te lossen, nu gaat het dus echt gebeuren, van dit verslag heb ik natuurlijk behoorlijk wat foto's.

Op weg naar Bombay 

Na dat telegram moest ik een cocktail gaan halen tegen ziektes en een paar keuringen ondergaan en een paspoort met spoed aanvragen , we moesten op 27 dec 68 vertrekken, ja het was zover. Toen ik op die datum in Maassluis aankwam met mijn trawler zak (een zwarte zak waar je je viskleding in deed en een reistas ) met een paar stelletjes ondergoed en warme sokken (visserij noordzee!!) bij me, stond er daar ook al een paar andere mensen te wachten met prachtige koffers en nette tassen. Die hadden ongetwijfeld meerdere reizen gemaakt. Ik stelde me aan iedereen voor en was best gespannen, dit was voor mij de eerste keer dat ik ging vliegen en dan ook gelijk zo ver, ik zag wel dat de anderen wat vreemd naar mijn trawlerzak keken, maar ik wist natuurlijk nog niet echt dat het daar wel even anders was dan de Noordzee.

Toen iedereen aanwezig was konden we onze bagage in de gereed staande bus laden. Kapitein Slingerland zei dat we konden instappen en daar gingen we dan richting schiphol. In de bus zag ik een bekende, het was de eerste stuurman waarmee zijn naam iets van zuid of zuider begon van de Schelde, ik gaf hem een hand en hij zei jij ook hier? En al pratend waren we al snel op schiphol. Paspoorten aan de kapitein gegeven, bagage afgeven en wachten. Er was een DC 9 gecharterd daar moesten we met 2 tussenstops mee naar Bombay.

De eerste was in Rome en de 2de (maar dan was het alweer 28 dec ) in Beiroet Libanon en daar door naar Bombay .Onderweg lekker wat gegeten en gedronken en al gezellig pratend kwamen we ( voor toen al ) snel aan in Rome .Ik denk dat je nu minstens 1 uur sneller ben dan toen. Direct na het tanken vertrokken we. Nu een stuk verder naar Beiroet het aller grootste gedeelte sliepen de meesten .Het was na een aantal uren alweer pikkedonker geworden en ik zag door het raampje prachtige momenten van het weerlicht, en dat duurde best heel lang. En ook ik viel in slaap ,na een uur of wat werd ik wakker geroepen of ik iets wilde drinken. Het was nacht ik weet niet meer hoe laat , maar we waren wel lang aan het vliegen toen we eindelijk te horen kregen dat we gingen landen en iets over oponthoud. Eenmaal aan de grond zagen we dat het pikkedonker op de landingsbaan was en wat we door het raampje zagen zag er niet goed uit .We taxieden een stukje door en stonden stil, ik zag schoothopen van vliegtuigen liggen. De motoren van ons vliegtuig gingen uit en er kwam een half open bus aan rijden, de deuren van het vliegtuig gingen open en we moesten uitstappen. Buiten stonden met machine geweren bewapende soldaten ons op te wachten, we moesten in de bus plaats nemen en in het donker werden we naar, neem ik aan de aankomsthal gebracht. Daar moesten met enige spoed de bus uit en die hal in. Eenmaal binnen moesten we op de grond gaan zitten het was binnen half duister.

We hebben daar misschien anderhalf uur gezeten toen we weer in die bus terug moesten naar het vliegtuig , die inmiddels weer was vol getankt , iedereen daar was opgefokt en we waren blij dat we weer in het vliegtuig zaten. Eenmaal weer in de lucht kwamen de verhalen tevoorschijn dat de Israëlische luchtmacht de hele luchtvaartvloot van Beiroet hadden kapot geschoten, misschien 5 of 6 uur voordat wij daar landen . We hadden nog een aardig stuk vliegen naar Bombay voor de boeg .En ondanks dat er toch heel wat had afgespeeld in Beiroet bleef iedereen er toch vrij nuchter onder .Veel later ging ik er toch wat serieuzer tegen aan kijken, was best heftig .Het laatste stuk naar Bombay ( het verste stuk ) verliep wat warrig door het eentonige geluid van het vliegtuig, in slaap vallen, sigaretje roken, drankje drinken, het ging in ieder geval vervelen ik denk dat we ongeveer 20 of 21 uur onderweg waren.

Toen we eindelijk in Bombay aankwamen zag ik één grote mensen massa, het was er tegen de 35 graden en wat ik nooit meer vergeet in mijn hele leven niet, is de stank, die overheersende en onbeschrijfelijke stank , ik was echt van slag, taxi's zoveel toeterende taxi's er was geen touw aan vast te knopen, niks werd daar netjes geregeld .De verkeers agent die het verkeer stond te regelen was zijn leven niet lief. Kortom een zeer ongeregeld zooitje armoede, honger, ziektes en ellende.

We moesten in een bus door de sloppenwijken naar een hotel ook dat was best een lange rit, de chauffeur reed of zijn leven er van af hing door die wijken heen en maar toeteren. Het schijnt daar zo te zijn als je iemand aanrijdt en je hebt getoeterd dan kom je er goed vanaf .Een andere matroos og zat naast mij en had de gewoonte om steeds het raam open te doen en dan kwam er weer een lucht naar binnen, dat je bijna achterover sloeg maar het was natuurlijk ook zo heet. Eenmaal aangekomen bij het hotel in een wat betere omgeving met uitzicht op een baai zijn we na het nuttigen van een uitsmijtertje als een blok in slaap gevallen . Na een dutje van een paar uur werden we wakker geroepen om een paar papieren in orde te laten maken in een een of ander gebouw in een wijk in de buurt. Ik kreeg weer een ondraaglijke lucht in mijn neus keek om me heen en kwam er achter dat dat mijn eigen sokken waren.

Ik heb ze in een wasbakje uitgespoeld en na een douche en een kleine verschoning was ik weer het mannetje. Naar dat gemeente gebouwtje gingen we lopend. Toen we buiten stonden kon je in de baai de Mississippi zien liggen, ik (maar ik denk wij allemaal) konden niet wachten om daar op te gaan. Onder het lopen over een soort marktje kwamen er steeds meer kinderen achter ons aan en maakten gebaren van eten met de ene hand naar de mond en de andere hand ophoudend. Ik had nog van het vliegtuig van die chocolade pakjes die je bij een kop koffie krijgt in mijn zak en ik pakte ze.

Die wilde ik uitdelen. Maar kwam er al snel achter dat uitdelen geen optie was, ze vlogen je aan en ik gooide alles naar ze toe en ze kropen over de grond, en maar vragen naar tabak smoke, er liep een jongetje tussen ( eigenlijk liep hij niet ) want hij liep op 2 zelf gemaakte krukken het waren 2 uitgesneden takken en hij was daar best snel mee.Hem kon ik nog net een paar pakjes in zijn hand geven. Eenmaal bij dat gemeente gebouwtje aan gekomen moesten de paspoorten weer te voorschijn en werden er allerlei papieren in orde gemaakt, het was er zo druk en iedereen kijkt naar je (en niet op een vriendelijke manier). Na een uur of 2 waren we klaar daar en konden we verder, op de terugweg kwamen weer die kinderen achter ons aan, maar nu liepen we gewoon door, ik kon zo en zo al niks meer geven want ik had zelf ook niets. Geloof het of niet, er stond een jonge vrouw te bedelen waarvan haar onderarmen eraf waren . Iemand van de bemanning vertelde mij dat ze daar vaak vrouwen en kinderen verminkte om te kunnen bedelen, waarop ik vroeg dat als ik iets zou willen geven, waar ik dat dan zou moeten geven ze had 2 stompen. Gewoon op die stompies leggen zei hij . Ik zie haar nog staan. Aangekomen bij het hotel stond er al een busje klaar om ons en de bagage naar de Mississippi te brengen gelukkig, daar gaan we dan.                                                                   

                                                            

 

Aangekomen aan boord ( bloedheet maar de stank was minder)  keek ik echt mijn ogen uit, wat was dit schip mooi. .Achter ons lag de sleep al klaar de Kent een oude tanker moest naar Japan en dat wordt een lange reis. Er werd proviand ingeslagen, een hels karwei voor die Indiase mensen. Al snel hoorden we dat alles aan boord was, maar dat er niet aan shag en sigaretten kon worden gekomen. Dat zal voor de rokers echt niet meevallen op een reis van +- 2 mnd. Maar er was ook goed nieuws er was genoeg drank en Tigerbier ingeslagen :-):-) volgens mij gingen we de volgende dag al met de Kent achter ons vertrekken richting Japan Shimonoseki ten oosten van Zuid Korea.

                                                                  

44 jaar geleden de mississippi met de Kent achter ons. Wat moet zo'n schip al mee hebben gemaakt, die heeft hele afstanden gemaakt over de wereld en heel wat mensen hebben daar op gevaren en hun avonturen op meegemaakt, en nu op weg naar zijn eindbestemming altijd een beetje triest vind ik. Dat heb ik sterk, dat gevoel als er een schip vergaat, of in zo n geval dat hij ergens naar toe moet om te worden gesloopt. Er zitten zoveel verhalen en herinneringen aan vast, aan elk schip. Daarom is bv deze site best belangrijk om herinneringen op vast te leggen.

(De Kent was in 1941 gebouwd als W.C. Yeager, 19165 ton Dwt en in 1969 als Kent in Japan gesloopt)

Een beetje wennen aan elkaar en ik natuurlijk met mijn snikhete noordzee kleding. Pijpen van mijn broeken geknipt en een paar stevige schoenen geruild met een olieman voor slippers. Ik moest vier acht lopen en had het echt naar mijn zin, zo anders dan op de visserij. Waar ik ook hele leuke herinneringen aan heb. Maar dit was echt varen, het voelde zo vrij. En alles was mooier en schoner. Het eten was hartstikke goed en in een messroom eten. Ik kon gerust zeggen dat ik het helemaal naar mijn zin had. In Japan zou ik wel wat andere kleding kopen, wat meer aangepast voor de tropen. Maar dat was pas over 6 tot 8 weken.

                                

 

De reis van Bombay naar Shimonoseki verliep de eerste maand rustig, en wat ons wel opviel, was dat we nog niet 1 schip waren tegen gekomen .Na ongeveer 5 weken ( kan wat langer zijn of iets korter) kwamen we een Engelse coaster tegen. Daar moesten we een foto van maken.

                                

Na een paar dagen kregen we slecht weer door op onze koers, we kregen opdracht alles vast te maken en ons klaar te maken voor zeer slecht weer en net is alles klaar, als uit het niets het weer begint om te slaan. Ik vond het prachtig als er een zeetje stond. De deining is er veel hoger en langer dan op de Noordzee. We voeren misschien net 4 mijl met de Kent aan ons vast. Maar de wind stond recht op de boeg, dus ging het een stuk langzamer . De Kent begon aardig te slingeren van bb naar sb er stond al snel een windkracht 8 /9. Constant de Kent in de gaten houden, want er was natuurlijk ook het gevaar dat de kabel het zou begeven. 

                                

Dat gevaar werd naarmate de wind toe zal nemen steeds groter. Voor mij was dit allemaal nieuw, ik vond het machtig en spannend en had het volste vertrouwen in het schip en de bemanning . De storm werd een zeer zware storm tot orkaankracht en binnen werd ook alles goed vast gezet. 

                                 

Zo n zeesleper is met zwaar weer toch een stuk stabieler dan een logger, die bij wind 7 8 al moest gaan liggen steken. Maar die was dan ook een stuk kleiner en smaller. Daar kwam ook nog bij dat we daar met soms 10 man voorin zaten en sliepen. Als die logger dan in een golf dook dan voelde dat wel even anders dan als je in midscheeps zat. 

                                  

Tegen de nacht stond er al kracht 11 en kapitein Slingerland gaf mij de opdracht om achter op de brug met een enorme schijnwerper de kent te belichten. Soms hadden we hem in zicht maar soms ook niet. Wat ons op begon te vallen, was dat er af en toe een soort knipperlicht uit de brug van de Kent te zien was en we begonnen al gauw te denken dat daar misschien wel een verstekeling aan boord was, die bang was geworden van het slechte weer en ons duidelijk wilden maken dat hij in nood was. We konden niets doen, als het al iemand was. Iemand anders nam de schijnwerper over en ik kon naar mijn bed, om 4 uur was het weer mijn wacht. Om 4 uur weer in de brug hoorde de eerste stuurman en ik dat er een Japans kustwacht vliegtuig over ons was gevlogen en had gevraagd of alles in orde met ons was en dat ze op zoek waren naar een Japans vissersvaartuig die waarschijnlijk al was gezonken, met 30 bemannings leden nadat ze noodsignalen hadden uit gezonden. Dat alles was zo n 30 mijl van ons vandaan gebeurd. En tot overmaat van ramp was, als ik het goed begreep, ook het kustwacht vliegtuig niet veel later in zee gestort. Ook werd er over gesproken dat er meerdere mensen lichten hadden gezien op de Kent. Dat was op zijn minst vreemd.

                                 

Na een paar dagen, toen de storm weer was gaan liggen en de zee weer rustig was geworden, besloten de kapitein en stuurman om de sloepen te water te laten en op de Kent te controleren of er iemand op het schip zat . Dat was best spannend en ik dacht bij mezelf, dat als ik in dat armoedige India had gewoond ik dan ook wel met zo'n kans had gepakt om daar weg te komen. Er kon je niets ergers overkomen, dus wat heb je te verliezen. Ik kon niet mee met de sloep, er moesten ook een paar bemanningsleden aan boord blijven voor als ze weer terug zouden komen.Tijdens de zeer zware storm zijn we bijna 300 zeemijlen terug gewaaid. Maar vooruit of achteruit mijlengeld kreeg je ook in deze situatie uitgekeerd . 

Toen na een inspectie van een paar uur de sloepen weer terug kwamen, kregen we te horen dat ze niemand hadden kunnen vinden, maar wel een stuk of 20 dozen waspoeder, blauwe dozen waren het.

                                   

                                               

Dus de sloepen weer aan boord en we vervolgden onze reis die nu niet lang meer zou duren. Wat ik altijd fijn vond was dat het de meeste tijd mooi weer was altijd een lekkere temperatuur. Wat mij opviel was als het s'avonds en s'nachts pikkedonker was, dat je dan in het water een grote lichtshow zag van fosfor deeltjes, miljarden blauwe lichtjes prachtig gewoon. Dat zijn dingen die je nooit meer vergeet. Of op een dag dat er ineens een partij vliegende vissen richting schip kwamen zweven en er ook genoeg aan boord terecht kwamen. Die werden dan schoon gemaakt en dan heerlijk gebakken, mooi wit vlees en lekker knapperig. 

Aangekomen in Shimonoseki Japan de sleep korter gemaakt. Toen we rustig door de baai naar binnen vaarden kwam er met een bloedgang een Japans vaartuigje aanvaren, richting de Kent en gooiden een paar gasten enterhaken over de reling van de Kent en klommen er een paar Japanse gasten als apen naar boven en in no time werden er spullen naar dat scheepje naar beneden gegooid. Kapitein Slingerland pakte een lichtkogel pistool en richtte naar die gasten die op de Kent stonden en als apen sprongen ze er allemaal vanaf,  zo snel ze kwamen zo snel waren ze ook weer weg. Hadden we het dan toch goed gezien dat er iemand aan boord van de Kent was meegevaren van Bombay naar Shimonoseki om troep te vervoeren ??? Misschien hebben we onze kleding wel met weet ik wat gewassen het blijft altijd de vraag. Toen dat achter de rug was werd de sleep over genomen en konden wij naar binnen om te bunkeren en proviand in te slaan inclusief shag en sigaretten. 

                               

                               

 

We zijn er bij mijn weten een paar dagen gebleven, het was er groot met hoge gebouwen, ik weet alleen nog dat ik er ergens ben wezen eten en dat het lekker was iets van kippelever met walnoten voor omgerekend 1 us dollar zoiets kleins vergeet je gewoon niet.

We kregen een bericht dat we naar de overkant (een dag of 3 varen) naar Zuid Korea moesten, ik weet niet meer ter hoogte waarvan, om een gestrand schip geladen met ijzererts ervan af te trekken, een job dus en daar kon je met de sleepvaart wel wat mee verdienen. Tot we er bijna waren werd er contact gehouden en zijn we gaan drijven tot alles zakelijk geregeld zal zijn. Toen ik s morgens om 4 uur (het was mistig) met de de eerste stuurman op wacht kwam, vroeg de stuurman aan mij of ik de machinist wakker wilde maken om de motoren te starten, want we waren een behoorlijk eind afgedreven. Zo gezegd zo gedaan, vol vooruit kreeg ik een koers opgegeven, de stuurman ging met zijn gezicht in de radarkoker en ik hield de opgegeven koers, terwijl we al een tijdje aan het varen waren ging het me een beetje opvallen dat de stuurman niks zei, ik wilde net iets vragen toen ik recht vooruit uit de mist USA en een paar cijfers heel dichtbij zag opdoemen en meteen geschrokken riep HARD stuurboord stuur. De stuurman kwam  (toen ik al aan het draaien was) met zijn hoofd uit de radarkoker en zei geschrokken: hard stuurboord Toet, dat schip was natuurlijk niet meer op radar te zien op die afstand, we zagen nog een matroos met zijn armen zwaaien en al snel zagen we de Amerikaanse mijnenveger aan bb verdwijnen. Ik wilde eerst nog naar die matroos terug zwaaien maar dat zou TE zijn, weer wat meegemaakt wat ik nooit meer zal vergeten, we hebben het er niet meer over gehad . 

We kregen toestemming om vast te maken, wat we dan ook deden. Het was echt koud daar! Daar kwamen mijn lieslaarzen en mijn nog overgebleven Noordzeekleding goed van pas. Zo uit de tropen en zo zie je sneeuw en ijs.

                                     

                                                   

 

Na te hebben vastgemaakt hebben we een aantal keren een poging gedaan om dat schip vlot te trekken. Maar het mocht niet baten. We kregen er geen beweging in en moesten het opgeven. We kregen nadat we alles weer hadden opgeruimd de opdracht om naar Singapore te varen om daar op station te gaan. De lieslaarzen en de trui konden weer worden opgeruimd. Op weg naar Singapore werd het steeds warmer heerlijk. Eenmaal aan gekomen in een baai van Singapore zag ik dat het er stervensdruk was. Allerlei scheepjes  kwamen langs varen om allerlei handel aan te prijzen inclusief melkmeisjes. Maar die zagen er niet uit en toen we voor anker lagen werden we opgehaald door een taxiboot die ons aan de wal bracht waar van alles te doen was. We hebben het daar onwijs naar onze zin gehad ik denk dat we daar ongeveer een week hebben gelegen. Toen kregen we te horen dat we richting Hongkong moesten varen om in dok te gaan voor de 4-jarige onderhoudsbeurt, knippen en scheren, de motoren moesten worden overhaald en er was iets met de schroef. Ik weet niet meer hoe lang we daar over deden, maar ongeveer die tijd hadden we daar wat te vieren namelijk: kapitein Slingerland  zat toen 30 jaar op zee, dus een leuk feestje. Dat moest natuurlijk gevierd worden. En daar hadden we allemaal wel verstand van. Het was heel gezellig, Kapitein  Slingerland had het ook reuze naar zijn zin. 30 jaar gevaren, dan kun je zeggen, ik ben een zeeman. Nu weet ik dat er vele jaartjes bij zijn gekomen. Hij was tof. 

                                     

                                     

                                    

                                    

In Hongkong zijn we ongeveer 14 dagen in dok geweest en daar hebben we het ook onwijs naar onze zin gehad, ik weet het niet zeker, maar volgens mij hebben we nog tegen een bemanning van een Rus gevoetbald. Met taxi's zijn we toen naar een voetbalveld gereden. Dat deden we toen omdat die Russen destijds niet van boord mochten vanwege het communisme, ze mochten met gratie wel een partijtje voetbal spelen. We hadden trouwens verloren met 2 -1. Ik moet ergens foto's hebben dat de Mississippi in dok ligt ik kan ze niet vinden. We zijn er flink op stap geweest. 0p een avond toen ik nog maar 20 dollars te besteden had besloot ik om nog een keer een drankje te gaan drinken aan de wal. Er stonden taxi's genoeg en ze waren goedkoop . Ik stapte in een taxi en de chauffeur vroeg, you want drinky drinky, fokkie fokkie, mayawana mayawana, ik dacht eergisteren heb ik drinky drinky gedaan gisteren fokkie fokkie, dus doe maar een keer mayawana mayawana ik dacht toen echt dat het wat leuks was. Hij draaide zijn taxi en ging een andere kant uit dan als we naar de kroeg gingen. Hij zei iets van 10 HK-dollar en de rit was dan 4 dollar. We reden in een soort achterbuurtje waar veel mensen buiten zaten te mayongen of zoiets. Kleine huisjes slecht verlichte straatjes. Toen de taxi tot stilstand kwam en de chauffeur aan mij vroeg even te blijven wachten in de taxi tot hij weer terug kwam voelde ik me niet meer op mijn gemak, wat gebeurt er?

De chauffeur liep naar de overkant en verdween in zo' n klein huisje met een afdakje en een veranda, ik zag op nog geen 5 meter een paar Chinezen druk schreeuwend de stenen van het spel heen en weer schuiven. Na 5 min kwam de chauffeur naar buiten en gebaarde naar mij dat ik moest komen, ik stapte met de moed in mijn slippers uit en liep naar dat huisje, toen ik daar binnen stond moest ik in een halletje wachten met links van me gordijnen voor me en rechts ook, de chauffeur ging rechts naar binnen en ik hoorde hem met een vrouw praten.

Nog erger was dat het er behoorlijk schemerig was. Zo uit het niets werd ik links van me aan de mouw van mijn jasje getrokken met een eng onverstaanbaar geluid, je kunt je voorstellen dat mijn hart op de grond viel en dat kippenvel van een cm dik over mijn hele lichaam kreeg, toen ik die richting uitkeek zag ik een tandeloze man of vrouw op een matras liggen, ik rukte mijn arm los en wilde er vandoor gaan, wat ben ik aan het doen hier? vroeg ik me af, terwijl de chauffeur naar de gang kwam om 10 dollar vroeg en mij een opgerold stukje krantenpapier in mijn handen drukte ben ik als de brandweer naar de taxi gerend en er in gaan zitten. Ik wilde daar zo snel mogelijk weg.  De chauffeur bracht hij me direct naar het schip waar ik ben gebleven tot we weer vertrokken. Ik keek in het pakje en zag een takje met een paar blaadjes en een paar zaadjes eraan en dat was het dan, ik wist niet wat ik ermee aan moest.

Ik had het pakje in mijn kledingkast opgeborgen. Ik begreep niet wat me mankeerde om zoiets te kopen . Veel later begreep ik pas dat dat huisje een opiumkit was. De andere dag zijn we in de baai voor anker gegaan. Dat duurde niet lang want we moesten naar buiten voor een job, een vrachtschip de Amazonas lag ongeveer 2 dagen varen stuurloos te drijven met slecht weer. Direct zijn we er naartoe gevaren tegen de wind met een behoorlijke zeegang . Gelukkig had ik nooit last van zeeziekte en stond aan het roer. Gaat het Toet? vroeg de stuurman, met mij gaat het goed stuur. Hij dacht misschien dat ik ziek zou worden van het stampen. Na ongeveer 2 dagen zagen we de Amazonas behoorlijk slingerend drijven en er lag nog geen andere sleepboot bij, we waren er als eerste. Want het gerucht ging dat er nog een sleepboot naar onderweg was. De Amazonas was geladen met zwavelNa eerst contractueel alles in orde gemaakt te hebben werd er vast gemaakt. De Amazonas moest naar Taiwan gesleept worden.

                                     

Aangekomen in de baai van Taiwan werd de sleep overgenomen door de plaatselijke sleepboten, wij assisteerden de Amazonas naar binnen.

                                        

 

                                       

                                                   

                                       

 

DNo:

5013703

Year:

1944

Name:

MADAWASKA VICTORY

Keel:

29.6.44

Type:

Passenger/cargo

Launch Date:

16.9.44

Flag:

USA

Date of completion:

20.10.44

Ship Design:

VC2-S-AP2

Subsequent History:

47 AMAZONAS

Disposal Data:

BU Kaohsiung 15.3.69

Eenmaal binnen zijn we naast de Amazonas gaan liggen en daar aan boord zag je hoe goed wij het hadden. Die mensen hadden al een half jaar geen gage meer ontvangen, wij gaven ze vlees en koffie brood enz enz, die mensen waren zo dankbaar dat er een volwassen man gewoon stond te huilen. Het gaf een voldaan gevoel dat we dat nog voor die mensen konden doen. Onze machinist en de tweede zijn nog in de machinekamer geweest om te kijken of ze wat konden doen, maar toen ze terug kwamen zei de eerste: als je zoiets aan de praat krijgt dan ben je pas een goeie machinist. We moesten afscheid nemen en naar buiten voor anker gaan liggen en wachten op nadere orders. De bemanning van de Amazone stonden ons uit te zwaaien als helden . 

De eerste nacht was het erg mistig je hoorde bellen door ankerliggers en dan weer een lange stoot van een een of ander vrachtschip dat aan het varen was, soms hoorde je gewoon een zware machine steeds dichterbij komen en dan was hij ook echt dichtbij, dat je gewoon door de dikke mist een verlicht schip voorbij zag varen. Ik ben nooit bang geweest op zee met storm, maar hier kun je gewoon niets tegen doen als er iets gebeurde, gelukkig was er ook niets gebeurd. Om 8 uur toen mijn wacht er op zat trok de mist op en werd het helderder. Toen zag ik pas hoe druk het daar op die ankerplaats was er lagen zoveel schepen dat ik het knap vond hoe al die schepen zo netjes hadden gemanoeuvreerd. Het was een lange nacht geweest en ging lekker mijn mandje in. De 2 de wacht 4-8 middags verliep snel. Toen ik 's middags 4-8 ging lopen was het helder weer en werd het weer druk. Ik zag van stuurboord een joekel van een bulkcarrier voorbij varen en toen hij voor ons lag  ging hij tot mijn verbazing vol achteruit. Ik hoorde zelfs zijn ankerketting, dat kon niet goed gaan en ik riep direct de kapitein er bij die zijn bed uitsprong  en ik liet hem zien wat ik bedoelde. Hij zei: roep de machinist en laat de motoren starten en roep een matroos, maar het vrachtschip kwam met een klap tegen de voorkant boeg en er was zichtbare schade een behoorlijke deuk en een scheur bovenin de boeg . 

Ik liep en sprong naar beneden, riep de machinist , legde snel uit wat er loos was en liep naar Leen, die direct mee naar boven liep. Eenmaal boven riep de Kapitein dat we de ankerketting moesten losslaan. Leen zegt tegen mij dat ik de voorhamer moest gaan halen ik vroeg waar ligt die? In het werkhok , ik rennen zoeken niks nog niet eens een vuist, alleen een gewone hamer en een paar bikhamertjes, dan neem ik dat wel mee. Toen ik boven kwam met dat flutspul dacht ik even dat Leen gek werd, hij gooide de hamertjes op nog geen 2 cm van mijn tenen op de grond en zei: Ik moet de voorhamer hebben. Ik zei: dat weet ik ook wel maar waar ligt dat klere ding, waarop hij erg geďrriteerd: dan hangt hij achter op de verschansing, ik zoeken maar niks, nog niet eens een vuist, met de moed in mijn slippers ben ik hem dat gaan vertellen. Toen de kapitein van boven riep dat ik het ketting gat in moest, we haalden het anker gewoon binnen. En dat ging sneller dan die hele toestand ervoor. We voeren langs de boosdoener en kapitein Slingerland fotografeerde het hele gebeuren voor de verzekering. Weer een spannend avontuur. Inmiddels was het licht aan het worden en kon de schade worden vastgesteld, het viel mee we kunnen gewoon zonder gevaar varen. Achteraf lag de voorhamer achter in de machinekamer, die hadden we met zijn allen nooit kunnen vinden. Na 2 dagen kregen we de opdracht om naar Los Angeles te varen om een drijvende boorplatform op te halen die naar Canada moest dus een lekkere trip voor ons.

Onderweg naar Los Angeles zat ik met de kok in de mess een drankje te drinken, toen ik hem vertelde van dat verhaal van Mayawana, hij lag in een deuk van het lachen en maakte nog de opmerking, nou in Amerika krijg je er nog veel geld voor. Ik zei tegen hem dat ik er over aan het nadenken was om het gewoon weg te gooien. Ja dat moet je zelf weten zei hij lachend. Die zelfde nacht toen het mijn wacht was en normaal ook die van de eerste stuurman, stond niet de stuurman maar kapitein Slingerland in de brug. Ik vroeg hem of de stuur ziek was en hij zei nee hoor maar ik wilden met jou praten over iets wat ik niet kan accepteren hier aan boord. Ik stond echt even na te denken wat ik dan had gedaan en vroeg dat ook aan hem. Hij vertelde me het van dat verhaal van mayawana en zei als we aankomen in Los Angeles dan ga je naar de consul en dan ga je naar huis. Ik was helemaal van slag want ik had het zo naar mijn zin gehad en nu kreeg ik ineens mijn ontslag. Ik vertelde hem het hele verhaal en bood aan om het te gaan pakken om het waar hij bij stond over boord te gooien, toen hij met een grijns op zijn gezicht zei: DAT KUNNEN WE NATUURLIJK OOK DOEN ! Ik zei tegen hem dat ik daar heel blij mee was en ik heb het overboord gegooid . Nooit meer zoiets stoms doen Toet. Nou dat beloofde ik hem. We hebben het daarna nooit meer over gehad ik heb het ook niet meer met de kok over gehad . 

Hoelang we er precies over hebben gedaan weet ik niet meer, maar de best wel lange reis verliep voorspoedig. In Amerikaanse wateren voor Los Angeles moesten we wachten op de douane en mensen van een soort van warenwet vanwege voeding die niet in Amerika mocht, dus even voor anker en wachten op de douane. Toen de douane aan boord waren geweest en aardig wat voedingswaren waren meegenomen, mochten we het anker op halen en naar binnen varen.

We zijn maar een paar dagen in Los Angeles gebleven, er werd nieuw proviand ingeslagen en er was sprake dat ik en nog een van de bemanning als runner op de sleep konden meevaren. Jammer genoeg ging dat niet door, ik vermoed omdat we er geen ervaring in hadden. 

                                    

Nadat alles was vast gemaakt voor de lange reis naar Quebec zijn we aan het eind van de middag even aan de wal geweest. Bijna de hele bemanning is een bar ingegaan, ik was nog te jong en dan kom je er echt niet in. Dus ben ik naar een enorme kermis gegaan, ik had een paar keer geschoten ( met echte 6 mm kogels) en ben meer gaan kijken wat er allemaal te doen viel .Ik zag dat het schemerig ging worden en besloot terug aan boord te gaan. Ik was aardig lang aan het wandelen en het was al donker geworden, ik was de weg een beetje kwijt en ik zag een groepje met bruine gasten staan, ze riepen iets naar me en dat voelde niet goed. Ik zag in de verte kranen staan ze en ben naast een brug, die over een weg stond over het gras naar boven geklommen. Dat was denk ik mijn redding, want eenmaal boven zag ik een schip liggen die me bekend voorkwam, dat schip lag vlakbij de Mississippi. Daar ben ik naar toegelopen, maar er stond een hek voor. Ik dacht bekijk het maar ik klim er overheen. Wat ik dan ook deed en achter me stonden die gasten nog steeds opmerkingen te maken. Wat was ik blij dat ik aan boord was. De andere dag zijn we vertrokken eerst richting Panamakanaal. We hadden veel bekijks, zelfs de TV-heli was aanwezig.

                                                

                                                

                                                 

We gingen met de sleep op weg naar het Panamakanaal waar hij net door kon. Onderweg daarheen hadden we een constructie gemaakt aan BB zijde om te kunnen vissen We voeren ongeveer 3 mijl per uur, dus een goede snelheid om met een lange lijn en lood en een goeie haak met zilverpapier op een bepaalde diepte te vissen. Na ongeveer 2 uurtjes zagen we dat er iets aan de lijn zat en het was best sterk. Met ons allen aan die lijn of ons leven er vanaf hing (heel spannend natuurlijk) haalden we het naar binnen en we werden beloond met een prachtige papegaaivis die best groot was.                  

                                                               

                                                                          

De reis ging klasse en het was al die tijd mooi weer. Toen we bij het Panamakanaal aankwamen moesten we op onze beurt wachten en de bootsman ging met een drankje op met een kist varen, die natuurlijk niet zeewaardig was.Hij moest van het havenwezen direct uit het water omdat er daar haaien zwommen, makkelijk ging het niet maar hij was er zo uit. 

                                   

De eerste sluis en nog tig te gaan. Indrukwekkend hoe we met de sleep door treintjes door de sluizen werden getrokken.

                                                    

                                      

                                      

                                                 

Eindelijk waren we er uit. Nog een stuk door gevaarlijk vaarwater. 

Het was een drukte van belang en de loods gaf de koers door, je kwam er bochten tegen waar zomaar tankers je tegemoet kwamen dus best wel gevaarlijk daar. Het was er wel heel bijzonder mooi het was leek het wel een soort moerassig gebied. Uiteindelijk toen we het gebied bijna voorbij waren werd de loods van boord gehaald en konden wij onze reis vervolgen. Het was al die tijd prachtig weer en we waren dan bijna allemaal in al die maanden in de tropen zo bruin als een kikker :-):-) geworden. Toen we een tijdje onderweg waren kwam de boots naar ons om te vertellen dat er aanstaande zondag in de messroom van de officieren iets leuks ging gebeuren, het leuke was dat de families van de bemanning bij Scheveningen Radio een bericht hadden ingesproken en dat we dat zondagmiddag via de wereldomroep konden luisteren. Die zondag met ons allen gezellig met een drankje erbij en zo'n grote ouderwetse  radio op tafel zaten we te luisteren naar de families en gezinsleden. Je zag bij iedereen een big smile op de gezichten en het moment dat mijn vader mijn vertelde dat ik er een broertje bij had gekregen was om nooit meer te vergeten. René was zijn naam. Toen pas ging ik ze een beetje missen. We waren dan al vijf en een halve maand weg. Maar het leven aan boord ging al snel weer gewoon zijn gangetje.

Aangekomen  in Quebec  en de sleep afgeleverd. 

                                     

We zijn naar binnen gevaren en zijn daar een paar dagen gebleven (gebunkerd). We zijn daar nog even een keer lekker op stap geweest. Toen moesten we naar Halifax om 2 cutters op te halen en (ik weet niet meer naar welk land) maar het was richting Spanje waar ze naar toe moesten. Best grote dingen die cutters  waar ze mee op de Hudsonbaai voeren. Een hele oversteek met die dingen.

                                        

                                                   

Een lekker rustig reisje die oversteek, best een eind varen maar het weer was mooi. 

                                       

Bij het Spaanse eiland Gran  Canaria  lag de Clyde ons op te wachten om de 2 cutters over te nemen en wij zouden worden afgelost.  

                                          

                                          

                                          

                                                        

De reis heeft 7 maanden  geduurd en ik heb er 7 maanden van genoten met al zijn ups en downs.

                                           

                                                                              Kapitein Slingerland

                                            

                                                                              Eerste stuurman

                                            

                                                      

We zijn naar binnen gegaan en met een hele mooie ervaring rijker, naar Santa Maria gereden waar we nog uit eten zijn geweest voordat we in het vliegtuig naar schiphol zouden vliegen. Nadat ik  thuis was gekomen en van iedere bemanningslid  afscheid had genomen stonden mijn vader en moeder en mijn oudste broer me op te wachten. Ik ben in een korte tijd weer verliefd geworden op mijn knipperlicht verhouding. Alleen nu was het heftig. Na een maand kreeg ik weer een telegram van Smit om als Matroos de Clyde af te lossen (wat heeft me dat veel pijn gedaan om mijn ontslag te moeten nemen) vanwege het feit dat ik toch voor mijn meisje moest kiezen. Nooit zal ik die tijd vergeten, het was echt de mooiste tijd van mijn leven. Maar ik ben nu al 42 jaar met deze vrouw  getrouwd en heb 2 jongens van die leeftijd 2 pleegdochters 5 kleinzoons. Nog steeds blijf ik in mijn gedachte bezig met deze ervaring met de Mississippi  en alles wat er met zeesleepvaart te maken heeft. Bedankt Smit ..

                                                                                  Johan Toet