de Moosehead (Slot)

 

 

Na het vertrek uit Vitoria begint er een periode waar ik eigenlijk bij voorbaat toen ik aan dit verhaal begon al bevreesd voor was, nl de grijze vlakken in mijn geheugen spelen hier een beetje op maar vastberaden ga ik verder met datgene wat mij dan wel bijstaat om tot de clou te komen van dit verhaal. Na in de Noord te zijn uitgelost moet het schip al dan niet in ballast richting Noord Amerika zijn verdaagd daar de mist weer enigszins optrekt op het moment dat we zijn geladen met papier, en hout aan dek vanuit Savannah bestemming Tenerife en Las Palmas. Te Las Palmas was voor het schip na uitlossing het dok besteld voor het meerjarig survey. Nadat een gedeelte van de lading in Tenerife was gelost arriveerde we op zaterdagmorgen te Las Palmas, fiesta mag men wel zeggen want die dag was het de" finale de carnaval". 

Nadat het schip gemeerd was en ik snel even de zaken met de agent omtrent lossing en het dokken had doorlopen was de Bouk, de eerste stuurman aan boord, samen met de bemanning alvast begonnen met het dek te klaren, over de gehele lengte van het luik lag het vol met gebundeld stuwhout, restanten van de deklast hout. De boys hadden zich een "klaar afnokken" afspraak toegeëigend daar de vrolijke muziek van de carnaval parade tot op het schip te horen was en daar moest men bijzijn vond men. Ook ik was die mening toegedaan dus had ik mijzelf de boordwacht toebedeeld zodat een ieder zijn eigen nog even kon uitleven voor dat de drukke periode van de dokking dit niet meer zou toelaten. Nadat ik mijn besognes met de agent had beëindigd en ik daarvan de stuurman op de hoogte wilde brengen begaf ik mij aan dek, het luik oplopend zag ik 1 van de stagiaires als winchman in de kraan zitten, normaliter was dit zeker niet de gewoonte als een stag. in een kraan zat was dit met begeleiding van 1 van de stuurlieden en verder was dit ook nog eens tegen de regels van de maatschappij in, het oefenen werd meestal met een losse kraan gedaan op een leeg dek. Na deze constatering liep ik verder het luik op en de de stuurman aanroepend welke op zijn beurt naar achteren kwam. Elkaar treffend halverwege het luik informeerde ik hem omtrent wat er gebeuren ging maar ivm het heen en weer schuiven van hijsen hout nam ik de baas van dek mee naar achteren. Terug lopend met onze rug naar het werkgebeuren toe zie ik dat de Bouk plotseling naar dek duikt en mij nog toeschreeuwt "kap kijk uit", sceptisch als ik ben wil ik dan ook graag weten waar ik voor uit moet kijken dus inplaats van net als de stuurman een duik te nemen draai ik me om om te zien wat ons bedreigd, inderdaad 1400 kg aan stuwhout kwam op mij af ongeveer een kleine 2mtr boven het luik zwaaiend. Ondanks het feit dat ik nog mijn arm voor mijn gezicht kon houden trof het geheel mij toch "vol op de kop". Veel van het verdere relaas heb ik van horen zeggen en een verklaring van de stuurman die hij mij dit jaar heeft toegestuurd daar er voor mij een zwart gat is ontstaan en een grijze vlek in mijn geheugen waar ik af en toe wat flarden aan elkaar moet zien te knopen.na deze harde aanvaring met een pakket stuwhout. Het moet een minuut of 10 geduurd hebben eer ik door het geloei van sirenes weer bij mijn positieven kwam, men had inmiddels een ambulance geregeld maar daar ik na te zijn opgestaan niets anders dan een barstende koppijn en wat bloed op het achterhoofd vanwege mijn harde aanvaring met het dek constateerde heb ik naar horen zeggen in niet misverstaande bewoordingen de mannen in witte pakken naar huis gestuurd evenzo de opgetrommelde agent daar ik van hem alleen maar meer koppijn kreeg. Ik ben naar mijn kamertje boven gegaan en mezelf wat lekkers te hebben ingeschonken mij direct voor genomen mij niet meer met het gene aan dek te bemoeien, daar liepen al gekken genoeg. 

 

 

Nadat het dek geklaard was kwam de stuurman nog even informeren of er nog iemand aan boord moest blijven, "ter assistentie", of dat ik mijn kooi niet meer in zou kunnen komen affijn heb de mannen op pad gestuurd met het vriendelijke verzoek om snachts bij terugkomst mij vooral niet porren en wat en zonder herrie rustig te kooi te gaan. Rust bleek mij toch niet toebedeeld want snachts om een uur of 1 werd ik gepord door de ingevlogen TD man vanuit Amsterdam ivm.de dokking met de weinig opbeurende kreet van"wat is er hier GVD gebeurd". Mijn kussen had wat bloed opgenomen en nou lijkt dat gauw veel natuurlijk ik vond het alleszins meevallen en zeker geen reden tot grote paniek, maar de man vond dat na het aanhoren van het verhaal omtrent het gebeuren de stuurman mij niet zonder oppas had mogen laten en mijn opmerking dat ik als ik medische begeleiding nodig dacht te hebben ik mij zelf wel een verpleegstertje zou hebben aangemonsterd. Zoek nu maar een lege hut of ga naar je hotel terug en laat mij met rust adviseerde ik de man, kruip vooral niet bij mij want dat was ook nog wel eens gebeurd, of hij had mijn kooi te pakken als ik eens naar huis was in een haven waar dat kon, of hij kroop doodleuk achter me als hij vermoeid was en zo gauw geen opgemaakte kooi kon vinden. Ik kende hem gelukkig goed vooral uit de tijd dat ik pas kaptein was en hij bij mij voer als eerste stuurman op de Realen. Niet voor hij de Bouk bij thuiskomst nog even de wind van voren had gegeven wat ik boven kon horen werd het weer rustig aan boord. 

Na een hectische dokking waarin van alles en nog wat gebeurde, behalve dan wat eigenlijk moest, zoals het vervangen van sanitaire klep aan de andere zijde dan van Vitoria, de sb.se, want die konden we wel doen nu we toch in ballast waren bij aankomst in Canada, was het schip weer voorzien van nieuwe certificaten en rondom in de paint onderweg van Las Palmas met bestemming Chandler-New Brunswick Canada. Gedurende de reis daar naar toe ondervonden we zwaar weer, zo zwaar dat we bijna na een flinke paal te hebben gepakt bijna de kraanarm van kraan 2 verspeelden die pardoes uit de mik kwam. Na een week van slecht weer en ijs kwamen we dan eindelijk aan op onze bestemming en jawel zaterdagmorgen op mijn verjaardag werd er door de stuurman geopperd het verwisselen van de klep maar direkt te combineren met een oefening met het overlevingspak. Het ijs rond het achterschip was nog gebroken en buiten de temperatuur misschien een goede gelegenheid uit te testen of die dingen inderdaad van nut zouden zijn. Beneden in de MK alles in gereedheid gebracht om de wisseling zo snel mogelijk uit te voeren, het schip nog wat voorover geballast om wat makkelijker bij de uitlaat buitenboord te kunnen en toen opzoek naar een vrijwilliger. Ik moet eerlijk zeggen dat het puur toeval is dat de stagiaire die mij mijn pijn in mijn hoofd had bezorgd nu ook de gene was die in het pak werd gehesen, of het moet zijn dat hij zelf dit als een soort boetedoening zag wat voor mij niet noodzakelijk was. Ik zelf was het gehele voorval al weer grotendeels vergeten of naderhand geconstateerd niet helemaal van bewust. Nadat hij tewater was gelaten en als een soort rode dingy daar tussen het ijs dreef steeds weer van de huid wegdrijvend als hij probeerde zijn gewicht tegen de plank die het buitenboord moest afsluiten te drukken werd daar op gevonden dat hij met hieuwlijnen als landvasten maar gemeerd moest worden, aldus geschiedde tot grote hilariteit van een zeehond die wel eens wilde weten wat dat voor een vreemd rood ding was wat er in zijn wak dreef, en steeds opduikend de stagiaire met grote ogen aankeek lieve uitdagende geluidjes makend, tenminste daar leek het op. De test is uiteindelijk goed verlopen en de terugslagklep gemonteerd. Na de man opgevist te hebben en uit het pak geholpen werd het sein klaar afnokken gegeven en konden we ons de viering van mijn verjaardag storten. 

Inmiddels waren al enkele keren Canadezen aan boord geweest waar die stuurman mee stond te smoezen dus was ik niet verbaasd na dat hij diversen keren had gevraagd  "wat wil je graag voor je verjaardag hebben", en ik hem gezegd had nou een Moosehead lijkt me wel wat, hij zei met enkele mensen de wal op te gaan om te shoppen. Toen de gasten de salon verlatend en ik uit mijn poort kijkend een man of 6 in een open pickuptruck zag duiken dacht ik nog, jullie liever als ik, het was wit van de sneeuw en het zag er naar uit dat er nog meer zou gaan vallen en de temperaturen vond ik binnen ook een stuk aangenamer dan buiten. Verder rustig van mijn vrije middag genietend met een middagnopje daar achteraan was ik eigenlijk al een tevreden mens, groot was mijn verbazing toen zo rond een uur of 5, het was inmiddels al donker geworden, de hele ploeg als een balletje mijn hut weer kwam binnen gerold met gehuld in bruin pakpapier een afgeschoten hertenkop. Niet zo een waar het bloed vanaf liep maar keurig geprepareerd met de nek op een stuk hout gefixeerd. Voorzien van een koperen plaat met inscriptie werd mijn verjaardagskado aangeboden door de stuurman met de woorden, "kap voor een moosehead moesten we eerst gaan jagen, en dat is zielig voor het beest". Bij deze dus een vervanger, deze is een paar jaar legaal geschoten die merkt er toch niks meer van. 

Bij deze had ik aan de wand in de salon dus een gigant van een hertengewei hangen wat in menige haven het onderwerp van gesprek was, voor mijn vrouw toen ik nog voer vaak de vraag "ligt ie nog steeds niet op de 100vademlijn, en nu ik thuis ben en dat gevaarte alweer enige jaren aan het tuinhuisje hangt "volgende week is het grofvuil", dus niet. 

Hoe kom je nou op zo'n verhaal,tja elke morgen als ik uit bed kom en voordat ik met de hond opsjouw ga eerst mijn bakje koffie en mijn eerste sjaghie rook, zie ik hem dan daar zo hangen met inmiddels 1 oog het ander is er vorig jaar uitgevallen en dan komen vanzelf de mijmeringen. Dit verhaal brengt mij inmiddels als vanzelf weer de herinnering aan het verhaal van  "de piano" welke zijn oorsprong ook in Canada heeft niet ver van laatst genoemde haven Ligt een plaats dat heet Dalhousie, waar op een eerder tijdstip ook tijdens mijn verjaardag die storie begint, maar dat voor een andere keer. 

Maarten van Duijn