Er
zit een fijne bemanning aan boord en het belooft een gezellige reis te worden,
alleen met de Indonesische fitter klikt het niet erg.
De
man gelooft niet in samenwerking maar denkt dat we concurrenten zijn, hij is er
van overtuigd dat ik de betere klussen en uiteraard ook het betere gereedschap
krijg.
Als
hij ziet dat ik de zelfde vijl of zaag regelmatig gebruik is hij verdwenen en
als ik ga zoeken ligt het meestal in zijn gereedschapkist.
Ook
in allerlei verborgen hoekjes in de MK heeft hij materiaal verstopt zodat ik me
soms gek zoek als ik iets nodig heb.
Nu
heb ik dat in de 15 jaar dat ik met Indonesiërs vaar wel vaker meegemaakt en
mij daar altijd mateloos aan geërgerd maar ik ben vastbesloten me deze laatste
reis nergens druk over te maken en vooral te genieten van het werk dat ik altijd
met zoveel plezier heb gedaan.
Het
is de laatste dag in dok en het dok wordt weer gevuld en daarna moet zo vlug
mogelijk het bedrijf weer bij.
Plotseling
is er lichte paniek, er missen proppen in het zeewater gedeelte van de koelers
en het bedrijf kan niet bij.
Een
passende prop is niet voorhanden en de Indonesische fitter nerveus geworden van
alle hoge druk om hem heen gaat “fixen”, hij probeert een stalen bout die
ongeveer de maat heeft in het propgat te wurmen en als dat niet gaat er een
draadtap doorheen te jassen waarvan de maat overeen komt met die van de bout.
Daar
steek ik een stokje voor en er ontstaat een behoorlijk conflict maar ik win, er
wordt even gewacht en ik ga een nieuwe prop draaien en daarna ook gelijk voor de
andere koelers, tenslotte ben ik draaier geweest en voor een draadje snijden
“draai” ik mijn hand niet om.
Ik
weet dat in één van de geheime bergplaatsen van de fitter een geschikt stuk
zeewater bestendig brons ligt, er is al wat aan gedraaid en eigenlijk
veel te dik maar het is het enige wat ik zo gauw weet.
Als
de fitter ziet wat ik ga gebruiken komt het schuim haast op zijn mond en hij
gaat helemaal door het lint, ook de HWTK en second proberen me te overreden maar
iets anders te gebruiken.
Intussen
ben ik ook behoorlijk pissig , vooral omdat ik geen steun krijg, die boot moet
in het water en dan moet er even aangepakt worden, wat kan het mij schelen waar
het materiaal vandaan komt, dus ik ga ondanks alle boze blikken gewoon mijn
gang.
De
prop wordt gedraaid en het bedrijf kan verder bijgezet worden, alleen de
inspecteur TD die de leiding heeft bij de dokking weet het zo te zien te
waarderen, ik begrijp er niets van.
De
eerstvolgende dagen wordt ik volkomen genegeerd door de fitter maar na een
weekje klaart de lucht gelukkig weer een beetje op en langzaam komen we weer
“on speaking terms”.
Op
de terug reis bespeur ik de nodige geheimzinnigheid als ik onverwachts ergens
verschijn dus ik kan op mijn klompen aanvoelen dat er aan mijn komend afscheid
gewerkt wordt, ik heb er zelf talloze malen aan meegedaan als iemand anders het
slachtoffer was.
Op een avond krijg ik te horen dat ik de volgende dag niet welkom ben in de MK maar om 10 uur in de salon verwacht wordt.
Als ik binnen kom zit iedereen daar al op me te wachten en na de koffie beginnen de toespraken en ook komen er cadeau’s te voorschijn.
Ze
hebben zich werkelijk voor me uit gesloofd, ook de fitter neemt het woord en
verteld hoe goed we samen gevaren hebben en hij overhandigd me heel plechtig een
groot pak.
Er
komt een schaal model van een zuiger van de hoofdmotor te voorschijn, in brons
uitgevoerd en hij kan helemaal uit elkaar genomen worden.
Terwijl
ik hem uitvoerig bedank, ik weet maar al te goed hoeveel werk daarin moet
zitten, hoor ik de HWTK heel droog zeggen:
“Vooral
als je bedenkt dat de eerste zuigerstang als prop in de koelers zit !”
Er wordt mij een heleboel duidelijk en kan ik wel door de grond zakken.