Kapitein 'Kaartenkamer' (1912)


De 'Benoa'

werd als concurentieschip op het traject Belawan-Penang als niet, meer mee kunnende beschouwd en vervangen door de pas uit Holland aangekomen 'Indragiri',

een reuze verbetering. De agent te Penang nodigde de pers ter plaatse uit dit schip te komen te bezichtigen. De pers was in haar oordeel vol lof over de nieuwe aanwinst. Vooral vonden zij Captain Kaartenkamer een royale Hollandse zeeman. De hut van de gezagvoerder was tevens kaartenkamer en men had boven deze hut geschilderd 'Kapitein- Kaartenkamer'.

 

Zuster Cognosement.

Wie herinnert zich nog 'Zuster cognossement', ik ben vergeten of dit was op Larantoeka dan wel Maoemerie. Dat dappere en pientere oude zustertje van de R.K. missie. Nauwelijks was het schip ten anker of ze kwam in haar vierkprauwertje langszij, gedajoengd door enige Cristenjongens gekleed in heldere witte baadjes met een strohoed op. Iedereen aan boord kende haar. De kapitein ontving haar op het achterdek, ze kreeg daar de brieven voor de missie en een opgave voor de missie bestemde goederen. Ze regelde de lossing daarvan als een bekwaam cargadoor, werd door iedereen met onderscheiding behandeld, had voor allen een vriendelijk woord in haar Brabants dialect en dronk een koud glaasje limonade. Wanneer je dan aan wal was als tweede stuurman voor de behandeling der geloste lading en ' zuster cognossement' kwam van boord terug, dan moest je mee naar de missie, werd door Moeder Overste ontvangen, kreeg een plaatsje in de tuin onder een grote kanarie-boom aan een grote ronde tafel waar dan de andere zusters ook kwamen en werd getrakteerd op een groot glas verse Hollandse melk, want 'ziet u, we hebben hier Hollandse koeien'. Je moest dan vragen beantwoorden over je familie en over Holland, want ondanks alle ijver en devotie dachten deze dappere vrouwen aan hun land ver weg, meest in Brabant, in ons lage landje aan de zee. Velen van hen waren na hun komst op Flores niet meer terug geweest en was een gesprek met een van ons, die in 't algemeen nog niet zo heel lang geleden 'huistoe' geweest waren, voor hen als het wakker roepen van een blijde herinnering.

Kolenboot (1923)

Urenlang een kali op, in de nacht. Met daglicht voor anker. Agent aan boord, 4 laadplaatsen, toe maar, het kan weer niet op. Koelies aan boord genomen, anker op, vooruit maar weer, naar de eerste laadplaats. Loa zo-en-zo. Onmogelijk steigertje, telkens verhalen. Eén luik tegelijk laden , soms twee. 's Avonds naar laadplaats no 2, een andere Loa. Smerige natte kolen. Stuurman, denk om je bemerkingen op het reçu! 's Nachts regen, echte tropische regen. Alles even nat en klam tot je beddegoed toe in je benauwde dekhut. En een muskieten, meneer! Volgende dag nog twee zulke stations en dan gelukkig afgeladen en weg, naar beneden. Vlug schoonschip maken. Nog eenmaal ankeren voor de afscheephaven om koelies af te zetten, papieren te laten klaarmaken en dan de loods aan boord, de kali af en een paar fijne frisse zeedagen voor de boeg.

Gedecoreerd (1923)

Laatste week van een vierjarige plaatsing als een agent in een Engelse kolonie. Overal afscheid nemen, waaraan fuifjes verbonden. Grote Chinese kongsi wil mij persé op een vergadering hebben. Na veel moeite eindelijk een uur vastgesteld. Word ontvangen door een Chinees comité. plechtige intocht in een versierde zaal. Speeches in het Chinees, Engels en Maleis, alles door elkaar. Eindelijk de clou! Krijg een dikke goude ster van minstens een decimeter doorsnee met inscriptie en met lange veelkleurige linten eraan op mijn jasje gespeld. Mag dit officieel eigenlijk niet aannemen, maar wat doe je ertegen? Ze zouden eeuwig beledigd zijn geweest bij een weigering. Toen champagne nog eens en nog eens. En dat 's middags om 3 uur in de tropen. Eindelijk afgelopen en in een knal-auto naar huis gebracht (met de ster nog op), juist in de tijd, dat de Engelse chefs van kantoor gingen! Dachten minstens één of andere radjah tegen te komen.



Het naar de wal brengen van personen in de Tominibocht.

 

GROET AAN DE PAKKETVAARTVLAG

We hebben je gediend,
Met hart en ziel en nieren

De grote mannen ,Directeuren'
De chefs van dienst
De heren van de wal
De kapiteins en de officieren.

De bootsman - de mandoer
Kwartiermeesters en olielui
De koks en de bediendes.

De gouden kroon op 't witte veld
Waaromheen de rode hoeken.
Straks vinden we je nog eens terug
In oude grijze boeken.

Niet in de mast,
Waar ook op zee.
Wel in ons hart,
Daar vaar je mee.
Toch willen we niet om je treuren,
We denken slechts met dankbaarheid
Aan de gewrochte arbeid,
Gegroeid door 't werk - met 't loon
Rondom de vlag met gouden kroon.

We zagen je in de goeie ouwe tijd,
Fier wapperend in de tropenzon
in een wereld zonder narigheid.

Tot plots de wereld stond
Te schudden en te beven
En ,onze vlag'gelijk zo vele
Dragers om haar heen,
Ook bijna was gebleven.

Maar de liefde voor de vlag
De kroon - de rode hoeken
Met zweet en bloed en tranen
Met zuchten en met vloeken
Al was niet alles
Rozegeur en maneschijn
Onze vlag die bleef
Die mocht er ,zijn'.

Wat door de jaren is geschied
't Vallen van dat groot gebied
De Archipel - ver over zee
Toen kon gij vlag - niet langer mee.

Al kwam 't mogelijk niet van pas
Toch had je reeds een nieuwe jas,
Want die vrucht van ,arbeid'
Rond de vlag
Kwam elders reeds weer voor de dag.

Respect en hulde aan 't beleid
Al zijn we de Pakketvaart kwijt
Immers een ding is 't meeste waard
En dat is Neerlands grote vaart
In dit arbeid van het verleden
Zit de toekomst van het heden.

De nieuwe vlag
In wezen als voorheen
Geeft hoop - moed en vertrouwen
Om verder op te bouwen
Voor de oude vlag - in nieuw gewaad,
Zijn wij gereed - wij zijn paraat.

K.P.M.'er