KLAPPERRATJE.
Mijn
buurman op de Bengalen is de kabelgast, een vrijgezel en op een leeftijd dat de
geest vaak williger is dan het lichaam.
Hij
weet de boel behoorlijk te vermaken met zijn sterke verhalen over de goeie ouwe
tijd en speciaal zijn escapades met de dames in verschillende havens worden door
ons jongeren gretig beluistert.
De
reis gaat naar de Oost en we zullen verschillende havens in de Filepijnen
aandoen en ook Bangkok staat op het schema en daar zal hij zijn oude vriendin
zeker weer ontmoeten laat hij weten en om dat weerzien tot beider genoegen te
laten verlopen heeft hij in Rotterdam een paar pilletjes gekocht die
gegarandeerd borg staan voor een onvergetelijke nacht.
Dat
is hem tenminste verzekerd door de verkoper van de seksshop die in die tijd,
eind jaren zestig, zo’n beetje de deuren openden, bij elk verhaal over Bangkok
kwam het stripje met pillen wel even te voorschijn.
Op
de uitreis doen we ook Penang en Belawan aan en in deze laatste haven koopt hij
een klapperrat van een jongentje die met dat beestje langs de schepen loopt te
leuren.
Het
dier komt in een paradijs terecht want heel de hut wordt aangepast om het maar
zo leuk mogelijk te maken.
Overal
lopen touwtjes om te klimmen en hangen zelf gemaakte speeltjes, hij heeft zelfs
een hokje gebouwd dat tegen de wand hangt en verdacht veel wegheeft van een
koekoeksklok zonder wijzerplaat.
Er
gaat een door hem geknoopt touwladdertje naar toe want voor Tikoes, zo heet het
beest inmiddels, is niets goed genoeg, regelmatig eist hij ook ons fruit op voor
zijn huisdier.
Tikoes
is een echte sloper en menig kledingstuk kan worden weggegooid nadat het door
hem is bewerkt, ook in andere hutten weet hij door te dringen, maar dat wordt
door zijn baas met de mantel der liefde bedekt en grote schades afgekocht met
een paar biertjes.
Eindelijk
zijn we in Bangkok aangekomen na een avondje stappen komt de kabelgast met zijn
liefje aan boord, zij via de touwladder zoals gebruikelijk toe.
Ik
word wakker van een geweldige herrie bij mijn buurman en midden in de nacht leer
ik een paar splinternieuwe vloeken.
Als
ik mijn hut uitkom passeert een Thaise dame mij die woedend op weg is naar dek,
in de hut een schuimbekkende kabelgast voor de “koekoeksklok“ waaruit het
kopje van Tikoes parmantig tevoorschijn komt.
Vuile
klere rat schreeuwt hij, nou kan je baas niet N……, je hebt m’n pillen
opgevreten !!