Hoofdstuk 7 

De Poolzee

Foto J.den Breejen

Nadat ik vrij snel mijn herexamen had gedaan, waarbij moet worden opgemerkt dat ik hierbij goede hulp had gekregen van mijn oude leraar Electro van de Machinistenschool in Middelburg, Dhr Pieterse, kon ik mijn loopbaan voortzetten.
Ik monsterde aan op de Poolzee, dit werd geen fijne reis.
We werden eerst op de Noordzee te werk gesteld bij diverse kleine projecten, waar we niet veel “mijlen maakten”.
Mijlen, en wel sleepmijlen kregen we uitbetaald volgens een vast stelsel. Er waren A, B, en C mijlen. Ging het snel, dan kregen we A Mijlen, het laagste tarief, maar meestal wel veel hiervan. Was het een zware sleep, zoals met de Smit Rotterdam van Singapore naar Salvador, dan werden dat beter betaalde C mijlen.
Het leverde niet veel op, maar het was het zout in de pap.
Deze reis, die nog wel een leuke klus inhield, maakten we maar bar weinig zeemijlen.
Nu was het ook een stelregel, dat als er minder sleepmijlen gemaakt werden dan “losse mijlen” je de losse mijlen uitbetaald kreeg als A Mijlen. Maar daar werd door het kantoor nauwlettend op toegezien, dat dit net niet gebeurde.
Ze maakten ons gewoon Stationsboot.
Maar laten we bij het begin van de reis beginnen.
Vanuit Rotterdam gingen we de Noordzee op om standby te varen bij een platform, gedurende de opbouw hiervan, we moesten een paar keer assisteren, maar veel was dat niet.
Toen werden we terug geroepen naar Rotterdam, waar we moesten assisteren bij het verslepen van het daar gebouwde grote betonnen boorplatform de Andoc.
Dit was een spectaculair werk. Het uit manoeuvreren uit het bouwdok, dan de Waterweg op en door de diepwater route de west in en later om de noord naar de uiteindelijke locatie. Prachtig weer, en dan een team sleepboten ervoor, dat tot de grootste ter wereld behoorde. Heel indrukwekkend! We zijn er al met al een paar weken mee bezig geweest.
Toen het Andoc een keer op zij plaats stond, werden we bedankt,en kregen we opdracht om naar Rotterdam terug te keren.
Hier namen we bunkers, proviand, en bier in, en zouden daags daarop nar Gibraltar vertrekken.
We konden nog net een dagje naar huis!
De volgende dag vertrokken we, maar toen we bij Hoek van Holland kwamen en de motoren op volle kracht werden gezet, gebeurde er iets vreemds.
Plotseling ging de verstelbare schroef van vol vooruit stand naar vol achteruit!
Grote paniek op de brug, en in de machinekamer! Hier was iets goed fout!
Besloten werd om rechtsomkeert te maken, en eerst maar eens te gaan kijken wat hiervan de oorzaak was.
We lichtten het kantoor in, en we konden terug keren naar de Parkkade.
Hier kwam een monteur aan boord van Van Voorden en deze ontdekte a gauw de oorzaak. Een lekke oliekoeler, waardoor de olie zich met zeewater vermengde, wat weer tot gevolg had dat bepaalde hydraulische stuurklepjes bleven hangen.
De koeler werd vernieuwd, de olie afgetapt en ververst, en als extra voorziening om het laatste restje water uit de olie te halen werd een kleine centrifuge tussen de leiding geplaatst,zodat de olie constant gereinigd werd.
Hiermee was het euvel opgelost, en daar gingen we weer, met een gezapig gangetje naar de rots.
Tegen dat we er waren, werden we gepromoveerd tot stationsboot, en moesten we door naar Alexandrie,
Hier kregen we bunkers, en stoomden we door naar Suez.
Vanuit Suez voeren we de Rode Zee in, en hier kregen we het eerste Jop in de ether.
Een schip met machineschade ergens in de Indische Oceaan. Wij er volle kracht opaf! Eindelijk weer eens wat actie! Het was nog ruim drie dagen stomen, dus we maakten een redelijke kans.
Maar tegen de tijd dat we er aankwamen bleek dat het schip door een ander schip van dezelfde maatschappij op sleeptouw genomen was. Balen!!!
Dan maar weer verder richting Sri-Lanka. Want dat was de bestemming die we eerder opgekregen hadden.
Na een paar weken op rustig tempo die kant te hebben gevaren, kwamen we op de rede van Trincomalee.
Hier moesten we een Jackup Rig, een zelf heffend booreiland ophalen voor de Perzische Golf. Leuk detail was, dat de agent hier aan boord kwam in een uitgeholde boomstam met buitenboordmotor.
De bestuurder hiervan was een erg vriendelijke man, die om T-shirtjes vroeg voor zijn kinderen.
Ik gaf hem er een paar uit de voddenzak, en van mezelf, en de volgende dag kwam hij aan boord met een grote hoeveelheid cadeaus voor mij!
Er waren kokosnoten, mango’s papaja’s en Candy, het lokaal gemaakte snoepgoed verpakt in palmblad. Na een paar dagen konden we sleepklaar maken, en vertrekken.
Het eerste stukje van de reis door ondiep water verliep voorspoedig, maar toen we eenmaal op diep water kwamen, liet het Rig zijn poten zakken voor meer stabiliteit, en liep de snelheid terug naar minder dan 2 knopen.
Hier had niemand op gerekend, en zeker het kantoor net!
We hadden al niet zoveel brandstof meer, maar nu het zo langzaam ging zouden we de PG zeker niet halen!
Besloten werd om de sleep over te geven aan de Smit Rotterdam, die toevallig in de buurt was.
Wij konden met de “losse boot” door richting Suez.
Het was dus maar een korte sleepreis geworden. En hiervoor waren we helemaal naar de Indische Oceaan, en de Golf van Bengalen geweest!
Het “losse boot” werd al weer gauw omgezet naar “Stationsboot”, zodat we niet te veel “mijlen” zouden maken, we zouden toch eens wat overhouden aan de reis!
Bij Suez mochten we weer doorkomen richting Noordzee, zodat we net een rondtripje gemaakt hadden.
We zouden de boot echter niet zelf naar de Noordzee varen, we werden in Gibraltar afgelost.

Al met al hadden we op deze reis bijna geen sleepmijlen gemaakt. Daar had het kantoor wel voor gezorgd. De stemming onder de bemanning was hierdoor ook niet al te best. Het enige leuke puntje van deze reis was het sleepreisje met de Andoc geweest, maar dat had maar even geduurd. We waren dan ook allemaal blij dat we weer op Schiphol stonden en weer naar huis konden.