Een "BLITZ HONEYMOON.

 

Toen wij met de Edam van 12 tot 26 Augustus in New York lagen kreeg ik het in mijn kop en stuurde een telegram aan Betty (mijn Engelse verloofde), "Get your hair permed, we are going to get married", Love Cees".

Ik schafte een Amerikaans Marine officiers uniform aan en kocht bij Macy’s een notenhouten kist met vreetgereedschappen.

Via Boston ging de Edam naar Halifax om daar in een konvooi te worden opgenomen. Op 6 September 1942 vertrok het konvooi en op 18 September kwamen wij heelhuids in Liverpool aan. Wij waren toen 8 maanden en 13 dagen weg geweest uit het United Kingdom en hadden in die tijd een avontuurlijke reis gemaakt. In New York had men ruim 1-2 en 3 vol gestuwd met zgn. earthquake bommen. Deze bijna 6 voet lange bommen, waarvan de vorm aan torpedo's deed denken, hadden de eigenaardige gewoonte om, wanneer ze uit laag vliegende vliegtuigen werden geworpen op te stuiten en hun weg te vervolgen. Rommel en zijn mannen werden er de stuipen mee op het lijf gejaagd. Geheel alléén, zonder escort is de Edam met deze nu bepaald niet prettige lading via Kaapstad naar Suez gevaren. Door zigzaggen en diverse korte stops in diverse havens voor proviand, water en bunkers duurde deze reis bijna 2 maanden. In die tijd is er geen bemanningslid van boord geweest.

Toen wij in de baai van Suez voor anker lagen waren wij het schoon zat, de motorsloep werd gestreken zodat wij een verbinding met de wal konden krijgen, maar de sloep zonk als een mandje, de bootsman had vergeten wat water in de sloep te zetten toen wij in tropische wateren kwamen !

De marconist en ik hebben toen de stoute schoenen aan getrokken en zijn op een lichter vol met bommen gaan zitten om ons naar de wal te laten trekken door een oud gammel stoomsleepbootje hetwelk een stinkende zwarte walm produceerde uit haar schoorsteentje. Als gerookte palingen stapten wij in Suez aan de wal. Ik herinner mij nog dat wij een glaasje Egyptisch bier zaten te drinken op een terrasje langs de ingang naar het Suez kanaal toen de Kelner de bierviltjes "Op" de glazen kwam leggen. Op onze vraag waarvoor dat diende antwoordde hij, er is een zandstormpje op komst. Wij hadden beter aan boord kunnen blijven !

Op 18 September waren wij in Liverpool aangekomen, 21 September mocht ik naar Cottingham, een dorp net buiten Hull. Drie dagen vóór de bruiloft, als….. wij in die tijd een "Special licence konden krijgen ! Die moest een of andere kardinaal van een kerk in Hull ons verlenen. Ik herinner mij nog de stoffige donkere kamer waar het stonk als de hel naar kattenpis en de oude kromme kardinaal die mij het hemd van het lijf vroeg. Voor de prijs van 5 Engelse ponden wandelden wij de deur uit met onze "Special Licence".

Toen ik veel later een pup aanschafte , mopperde Betty tegen mij dat ik haar veel goedkoper had gekregen dan De Berner Sennen pup !

De nacht vóór de bruiloft mocht ik niet onder het zelfde dak slapen als de bruid, dus werd ik bij een oom van Betty geparkeerd. Toen ik mij de volgende morgen wilde scheren ontdekte ik dat ik geen scheerspullen mee had genomen. Ik vroeg dus aan mijn gastheer, die tevens mijn "Best Man" was of ik zijn scheerspullen mocht lenen. Ik had mezelf sinds 1938 met het electrische scheer apparaat van Philips geschoren, kunt U zich voorstellen hoe ik mij, op mijn trouwdag, voelde toen mijn Best Man mij zijn "Cut Throat" scheergerei aan reikte ?

U had mij moeten zien die morgen, de enige morgen in mijn leven dat ik een Echt scheermes op mijn eigen strot gezet heb. Ik kan nu niet bepaald zeggen dat ik er Goed geschoren uit heb gezien op mijn bruiloft. De bruiloft was zo uitgekiend dat de Bruid de kerk binnen kwam toen de zon door een gebrandschilderd raam naar binnen kwam. De voorstelling op dat raam was Jezus die met de handen omhoog een menigte zegende. Mijn schoonmoeder had gezegd goed op te letten als de bruid aan de arm van haar vader binnen kwam. Het was inderdaad een indrukwekkend schouwspel, de zonnestralen die door de handen en het gelaat op de stoet neer schenen..Mijn schoonvader had de Best Man opdracht gegeven mij een stevig glas whisky te laten drinken vóórdat ik de kerk in ging omdat hij bang was dat ik niet hard genoeg zou spreken zonder "Dutch Courage".

Alles ging van een leien dakje, de ceremonie, de receptie, het omkleden en het afscheid van haar ouders, want, Believe it or not wij hadden besloten een korte Honeymoon in London te houden. Stom. London werd regelmatig gebombardeerd, Hull ook, maar in Cottingham is in de hele oorlog geen bom gevallen.

Maar ja je bent jong en je wil wat !.

Met de trein naar London dus. Halverwege wordt de trein stil gezet want er is een airraid. Vermoeid komen wij uiteindelijk bij het besproken "The Regent Palace Hotel" aan. Aan de balie horen wij dat wij te laat zijn en dat onze kamer aan een gestrande airforce man is gegeven. Niemand had ons verteld dat wij vóór 9 uur 's avonds de kamer hadden moeten claimen. Het hotel was vol, dus gingen wij naar buiten en in het volle maanlicht zijn wij tegenover elkaar op onze koffers gaan zitten op de stoep van Picadilly Circus. Ik vroeg mijn kersverse bruid "Where do we go from here ?". Waarop zij heel kalm, doodnuchter antwoordde: "The Salvation Army". Ik zeg maar zo "Een Goed begin is het Halve werk !" In de maneschijn zag ik een grote koperen plaat van een ander hotel, ik erop af. In de portiersloge zat een oudere baas die ik de situatie uitlegde. Hij begon gelijk andere hotels te bellen en na enkele telefoontjes zei hij dat wij een taxi moesten nemen naar het Manderville hotel. Bij dat hotel aangekomen bleek de hoofdingang gebombardeerd. Door een zij ingang kwamen wij in een soort hal terecht waar men van ruw wit hout een balie had gecreëerd. Het gastboek was kennelijk onder het puin vandaan getrokken, maar wij hadden een kamer! Ik vroeg de man aan de balie of er nog wat te eten was maar dat was er niet bij, op mijn vraag of er dan nog wat te drinken was wees hij naar een donker gat in de muur, een soort toog gewelf met een donker gordijn in het midden, waarop hij antwoordde met daar is de Bar mijnheer. Ik stapte achter het gordijn en zag aan de Bar 3 dames van de lichte cavalerie, draaide me om en zei tegen Betty: "Laten wij maar wat op de kamer drinken". Wij moesten naar de 2e verdieping, de man ging ons vóór. Hij en ik hadden beide een koffer, Betty kwam er achteraan. Tot de eerste verdieping was er electrisch licht, op de trap naar de 2e verdieping liep de man, met als verlichting een Ronson lighter, ik er achteraan en Betty stommelend in het donker achter mij. Op de treden van de trap lagen hier en daar stukken pleister van de wanden. Wij arriveerden op een soort "landing" met diverse deuren en werden een kamer ingeloodst. Ik vroeg de man of hij iets te drinken wilde brengen, maar hij is nooit op komen dagen. In de kamer stonden 2 éénpersoonsbedden aan weerszijde van een open haard, de bom die het hotel geraakt had, had ook de schoorsteen goed geveegd, tussen de 2 bedden lag een prachtig zwart roet tapijt ! Het grote Gotische raam in de buitenmuur was op een ruitje van 30 bij 30 cm na helemaal dicht getimmerd. Er stonden 2 grote fauteuils, in een daarvan lag een groot stuk kalk uit het plafond, de wastafel hing op één oor, de loden pijpen eronder waren wat amateuristisch dicht geknepen en opgerold als spaghetti. Een blanken houten keukentafeltje met een ouderwetse stallantaarn erop zorgde voor een "romantische verlichting". Gelukkig had Betty’s Moeder wat sandwiches in haar koffer gepakt zodat wij niet van de honger om hoefden te komen.

De volgende morgen, ik zal U niet aan de neus hangen wat wij de rest van die nacht deden, ging ik op zoek naar een wasgelegenheid, gekleed in een zijden wijnrode ochtendjas die ik bij een chinees in Singapore had gekocht en gewapend met de was spullen en mijn scheer apparaat stond ik daar op die overloop de diverse deuren te bekijken, trok de stoute schoenen aan en opende één van de deuren. "Bingo" ik had een badkamer, maar in het bad zat een aardige jongedame. Ik maakte mijn excuus en wilde de badkamer uitstappen ,waarop zij tegen mij zei: "Don’t be silly, you shave whilst I finish my bath, if we all have to wait on each other we will never get to our jobs on time". Terug gekomen in de kamer vroeg Betty "En", ik vertelde haar welke deur de badkamer was en ook dat als zij in het bad zat zij de volgende Heer de gelegenheid moest geven zich vast te scheren, maar daar zag zij niets in, zij zou zich wel wassen in het volgende hotel. Wij gingen dus op de hotel jacht. Wij vonden een leuk hotel in Norfolk street, het Howard hotel(Betty heeft er altijd de P over in gehad dat mijn zoon alléén maar Pieter de Neef, naar mijn vader, heet en geen Pieter Howard, geuss why !) Wij hadden een mooie kamer met badkamer tot onze beschikking maar……. Het was een kamer die beschikbaar moest blijven voor noodgevallen zoals, gestrande zeelieden, airmen, navy-of army-men. Wij mochten gebruik maken van de kamer op voorwaarde dat wij s’middags om 3 uur pas wisten of wij die komende nacht nog konden blijven. Tot 28 September hebben wij daar kunnen overnachten. Overdag gingen wij van alles bekijken waar wij zin in hadden, in de avond uren gingen wij naar een show of een bioscoop. Met lunchtijd trokken wij van het ene naar het andere restaurant om aan onze trekken te komen. Er was namelijk een restrictie op de hoeveelheid voedsel die men tot zich kon nemen in ieder restaurant en aangezien de opgediende rantsoenen te klein waren gingen wij soms 2 of 3 maal lunchen.

Op een goede avond hebben wij de film Gone with the wind gezien , in de bioscoop op Leicester Square waar die film de hele oorlog door gedraaid heeft. Tijdens de filmvoorstelling werd de voorstelling onderbroken en kwam de Manager op het toneel om te vertellen dat er een airraid warning was. Er werd dan een pauze ingelast van 5 minuten om diegenen die het gebouw wilde verlaten hiertoe gelegenheid te bieden. Niemand verliet de tent, men begon te zingen. "We will hang out our washing on the Siegfried line. Toen wij de bioscoop verlieten moesten wij een met dik donker rood tapijt beklede trap af. Halverwege die trap heb ik Betty gevraagd te gaan zitten, terwijl wij daar rustig zaten te scharrelen liepen de bezoekers rustig om ons heen. Zoals gezegd zaten wij 29 September zonder hotel en besloten weer het Regent Palace hotel te proberen. Aan de balie zat een oplettend stuk en die merkte op dat ik wel maar Betty niet het hotel in mocht. Door het huwelijk was Betty een alien geworden en diende zij in het bezit te zijn van een Aliens Registration Certificate. Wij werden dus wéér geweigerd. In Canon Row Police station legde wij de situatie uit aan de commandant en die gaf ons een bewijs dat wij nog 24 uur in London mochten blijven. Betty vond het niet erg om terug te gaan want zij was benieuwd wat er van de huwelijksfoto's terecht was gekomen.

Wij hebben het altijd spijtig gevonden dat wij geen fototoestel mee genomen hadden want foto’s van de kamer in het Manderville hotel waren een "Echt Souvernir" geweest van onze merkwaardige Honeymoon.

Cees de Neef.