Het stoute handje
Ik voer als machinist op een rijntanker, pas in de contiuevaart 1971..Best gezellig daar, hoewel je zelf je potje moest koken, maar tijd genoeg daarvoor. De gezagvoerder, nu kapitein genoemd, de stuurman, nu 2e kapitein genoemd, waren aardige mensen en de bemanning van drie spaanse matrozen dito, daar gaat het maar om.
Gasolie,benzine of nafta laden in de botlek, maximum 1000 ton, al naar gelang de waterstand en op naar Basel en andere havens aan de rijn. In de sluizen van Mannheim hielp ik mee de stalen achterspring te vieren of te hieuwen, vlak voor de moterkamer ingang, voor zover mijn werk aan dek, behalve dan het verpakken van pomp werkbussen etcetera.
Koffie drinken in het stuurhuis, opgediend door het aardige vrouwtje van de kapitein, BEHALVE DIE ZONDAG OP DE BOVEN RIJN!!
Daar kwam de loods aan boord, gewoonlijk bracht hij dan lekkere maanzaad broodjes mee, een afwisseling dus zeer gewaardeerd door ons. Onze schipper, pardon eerste kapitein, liep op zondag in een soort uniform, bestaande uit een wit overhemd en zwarte kelners broek. Zo ook op deze zondag morgen. Wij zaten in het stuurhuis en daar kwam onze loods aan boord en moest achter voorbij de kapiteins accomodatie naar het trapje naar de brug. Met een grijns van oor tot oor verscheen hij in het stuurhuis en deponeerde de zak met broodjes op de kaartentafel, ''Dass ies wass hier, word ik daar in das kreuts getasst'', grinnikte hij.. U begrijpt het al, de loods in uniform liep langs de laag gelegen ramen van de accomodatie, waar het vrouwtje in een zwarte pantalon gestoken paar benen zag passeren en zij kon niet weerstaan om een vriendelijk knijpje daar in te geven, denkend dat manlief voorbij kwam.
Ik moest zelf de koffiekan gaan halen, deze keer, want ze durfde niet naar het stuurhuis, toen ze door had wie voorbij kwam.We hebben nog veel gelachen nadien. Moraal: ''Niet iedere raaf is zwart''