HET SCHIP VAN DE EEUW
Cees de Neef 's foto's als oorlogskoopvaardijveteraan
Het laatste bericht van Cees:
Met instemming van Cees plaats ik zijn kanttekeningen bij het zojuist verschenen boek
waaraan Cees ook zijn bijdragen heeft geleverd. Met een mooie foto tijdens de uitreiking.
De allerlaatste Kronkel van Cees
Nog meer geweldige verhalen van Cees vooral over de periode 1939-1945
HET SCHIP VAN DE EEUW
Voor mij is het turbinestoomschip "EDAM" het schip van de eeuw.
Mijn eerste kennismaking met de Edam was een niet alledaagse.
Op 10 Februari 1940 was ik ass.W.t.k.op het ss Burgerdijk, het schip bevond zich toen ongeveer 15 mijl ten zuiden van Bishop Rock bij de ingang van het Engelse kanaal waar het gestopt werd door de Duitse onderzeeër U 48. De commandant van de onderzeeër LTZ 1 Herbert Schultze wilde de ladingpapieren controleren,waarop de 1ste stuurman Dijk, deze met de hulp van 4 matrozen per sloep naar de onderzeeër bracht. Het resultaat was dat wij 30 minuten de tijd kregen het schip te verlaten, dit alles gebeurde tussen 17.00 en 18.00 uur, ik ben nog aan de eerste tafel geweest om mijn galgemaal tot mij te nemen.
Van de gezagvoerder Kapitein Scriwaneck mochten wij een handtas met eigendommen mee nemen in de reddingsboten, dus ging ik naar mijn hut om zon tas te vullen, door de patrijspoort kon ik de sub. zien liggen, ik heb toen foto no.1 gemaakt om later aan mijn kleinkinderen te kunnen laten zien.
Aan dek gekomen ben ik achter wat bemanningsleden gaan staan en heb toen in de schemering foto no.2 gemaakt. Toen wij weg waren van de Burgerdyk werd zij getorpedeerd om 18.40 uur.
Na een lange koude nacht met regen en natte sneeuw zagen wij dat onze 3 aan elkaar verbonden sloepen gevaarlijk dicht bij de Needles waren gekomen er moest dus flink geroeid worden om onze sloepen niet in stukken te laten slaan op de Needles. Om ongeveer 07.30 uur zagen wij een schip aan de kim opdagen, het was de Edam. Net voordat ik de sloep verliet maakte ik foto no.3, eenmaal aan boord van de Edam maakte ik achter de hut van de Hwtk foto no.4 van de sloepen waarin wij de gehele nacht rond gedobberd hadden.
De Edam had ons leven gered !
7 Maart 1940,vertrok ik met de Edam uit Rotterdam, nadat ik gemonsterd had voor een reis naar New York and outports. Op de thuisreis werden wij door de British Navy opgebracht naar de Downs voor contraband control. Op de 5de Mei 1940 gingen wij voor anker in de Downs, waar wij via de radio de gevechten in Nederland volgden en waar wij hoorden van het bombardement op Rotterdam.
17/5/1940 werd de Edam naar het King George V dock gedirigeerd, de gehele bemanning werd gevangen gehouden op het schip terwijl alles waar op of in geschreven kon worden uit hun hutten gehaald werd door Scotland Yard, na 5 dagen kregen wij alles terug maar werden die bemanningsleden die lid waren van de NSB van boord gehaald en opgeborgen voor de duur van de oorlog. Het schip werd op de poop voorzien van een kanon, waar een grote koperen plaat op zat. Op die plaat stond met grote gegraveerde letters "Reconditioned in 1918.". Dit oude kanon moest onze verdediging voorstellen tegen de snelvuur kanonnen van de Duitse U boats. Er werden ook 2 trommelgeweren meegegeven, die dingen die men nog wel eens in oude Chicago ganster films ziet. Deze speelgoed dingen vormden de eerste reizen ons afweergeschut tegen vijandelijke vliegtuigen. Later kregen wij 4 oerlekon nesten waarvan er 2,een aan stb en een aan bb boven op de hutten van de 4e wtks gezet werden. Dat was prettig in de tropen want die nesten waren van beton en werkten als accumulator kachels. In de tropen kwam de temperatuur in onze hutjes niet onder de 40 graden C.
Wij kregen walpasjes maar mochten het politie district van Eastham niet verlaten. Van Kapitein tot Ketelbink kregen wij 5 Engelse ponden zakgeld per week. Aangezien wij niet wisten hoe ernstig het bombardement op Rotterdam was geweest hing er een kerkhof atmosfeer over het schip, menig bemanningslid kon het niet over zijn hart krijgen aan de wal wat vertier te gaan zoeken. Ik schreef een brief aan mijn penvriendin, de dochter van een Engelse coaster kapitein die een geregelde vaart op Rotterdam had en daardoor bevriend was geraakt met mijn vader die loods was. Ik vertelde haar over de grafstemming die op de Edam heerste en kreeg een brief terug met een uitnodiging van haar vader om een week end naar Great Yarmouth te komen.
Het volgende week end zat ik in de trein naar Great Yarmouth en toen ik daar aankwam stonden Betty en haar vader mij op te wachten, thuis gekomen maakte ik een staaltje van Engelse gastvrijheid mee wat ik nooit terug zal kunnen doen. Captain Mellor gaf mij een sleutelring met een sleutel eraan en sprak de volgende woorden, die ik nooit zal vergeten "Here is the key to the frontdoor of my house, as long as this war goes on you must look upon this house as if it were your parents house. When the war is finished you can give the key back and there will be no strings attached". Dit vond ik een van de mooiste staaltjes van Engelse gastvrijheid die ik ooit meegemaakt heb, Mr.Mellor kende mij als zoon van een bevriende Hollandse loods, hij wist dat ik als Wtk was gaan varen maar verder wist hij maar weinig van mij, voor het zelfde geld had ik 's nachts zijn whisky wel op kunnen drinken en bij zijn dochter in de kooi kunnen kruipen. Betty, die ik gezien had toen zij 14 jaar oud was, was opgegroeid tot een knappe jonge vrouw met een geweldig Engels gevoel voor humor, wij hebben het best naar ons zin gehad dat eerste weekend.
Op 10/6/40 vertrok de Edam in konvooi naar de Oceaan, halverwege de Oceaan kreeg het konvooi de opdracht "Scatter fanwise" waarna de Kapitein zijn verzegelde enveloppe opende en wist dat zijn bestemming New York was. Op 22/6/40 kwamen wij in New York aan, om op 6/7/40 afgeladen via Halifax, waar het konvooi gevormd werd, in konvooi naar Liverpool te varen.
Gedurende die reis werden wij aangevallen door Duitse bommenwerpers. De bommenwerpers kwamen van Bakboord kant zeer laag dwars over het konvooi, ik was net onderweg van de stuurmachinekamer naar de midscheeps toen ik die grote bommenwerper recht op onze achtermast af zag komen en rende als maar naar dat onding kijkend naar de midscheeps, net voordat hij boven ons was veranderde hij iets van koers en liet de bom net achter de kont van de Edam vallen, het hele achterschip werd uit het water getild en ik rolde over het dek, in dat moment zag ik mijn leven als een flits voorbij gaan. De Edam dreef echter nog en de schroef draaide ook nog alleen draaide de Edam met haar achterwerk alsof ze Marilyn Monroe was. De schroef en de schroefas waren beschadigd maar met wat kunst en vliegwerk zijn wij veilig in Liverpool aangekomen waar de schade in het droogdok hersteld werd, wederom had de Edam Haar bemanning veilig in de haven gebracht.
In November 1940, terwijl de Edam in Montreal lag kregen wij de eerste post uit Nederland, ik leerde toen dat mijn vader op 46 jarige leeftijd was overleden.
Op 15-1-41,verloofde ik mij met mijn Engelse penvriendin wier ouders mij gastvrij in hun gezin hadden opgenomen. Van 17-2-42 tot.7-3-42 lag de Edam in New York en daar werd ruim 1 en 2 volgestouwd met ongeveer 6 voet lange bommen. Wij zijn zonder escort rond Kaapstad naar Suez gevaren waar wij 6-5-42 aankwamen, in die periode is de bemanning niet aan de wal geweest, toen wij in Kaapstad gingen bunkeren, provianderen en water laden mochten wij de baai niet in, alles werd met tenders naar ons gebracht. Toen wij Durban gepasseerd waren werden wij achtervolgd door een Duitse Uboat die wij wisten voor te blijven door de veiligheden van de ketels vast te zetten en de stoomdruk in de ketels van 15 kg/cm2 op te voeren naar 17 kg/cm2. Dit kostte wel de nodige vlampijpen in die oude Schotse ketels, maar de onderzeeër waren wij kwijt"
"Op 26 September 1942, terwijl de Edam in Liverpool lag, trouwde ik met de vrouw waarmede ik 53 jaar 5 dagen en 9 uur getrouwd ben geweest." Op 4 Juli 1943 was ik getuige van de geboorte van mijn zoon in Hull, terwijl de Edam in Liverpool gemeerd lag.
Op 5-6-45 meerde de Edam weer af onder de groene torens aan de Wilhelminakade, het was het eerste schip van de voor de oorlogse HAL vloot dat na een reis van 5 jaar en 90 dagen terug kwam uit de oorlog.
De Edam werd in Liverpool "The Lucky Ship" genoemd.
Misschien zal het U nu duidelijk zijn waarom de Edam voor mij persoonlijk het Schip van de Eeuw is, zij heeft mij veilig menige maal over de Noord Atlantische Oceaan gedragen, terwijl The battle of the Atlantic in full swing was. Ik heb er tranen op gelaten maar ik heb er ook veel plezier op gehad.
Zij was moeders mooiste niet, haar hutjes waren nu niet bepaald riant, wij hadden met 7 wtk's en 3 marconisten slechts 1 toilet en 1 douchecel, in tropische waters lag het eten te rotten in de koelcellen omdat de CO2 vriesmachine het niet bij kon benen, de oude Voze Radyzen ( Schotse ketels) stonden wel eens te zuchten en verlangden een berg onderhoud. Haar tandwielenkast van de hoofdturbine maakte een gillend geluid wat je nog hoorde als je al 3 dagen van boord was, maar ik had Haar niet willen missen, het was een groot avontuur om op Haar de gehele oorlog te mogen overleven.
C.de Neef