Driemaal is Scheepsrecht !

De volgende Westkustreis die wij met de Dalerdijk gingen maken was wel een heel bijzondere en ergens vind ik het jammer dat ik daar niet meer over kan praten met mijn oude vrienden, Cor – Daan en Jantje want zij zijn mij allen vóórgegaan naar het Walhalla.

De P.R.koppen van de H.A.L. hadden een nieuwe stunt bedacht om een hoop aandacht te trekken en in alle kranten en tijdschriften langs de Westkust in het nieuws te komen. De Dalerdijk ging die reis de H.A.L. Westkust dienst opnieuw openen na de 2e wereld oorlog ! Het eerste voorproefje kregen wij in Panama City waar de gehele pers uitgenodigd werd om kennis te maken met The Rejuvinated "Damsterdijk" now named "Dalerdijk". Deze kennismaking bestond uit het bezichtigen van het schip, een uitgebreid koud en warm buffet en vrij drinken aan de bar. Het was echt goed opgezet om goed reclame te kunnen maken voor de passagiers – en vracht - vaart er waren speciale koks van naam van passagiersschepen gehaald om een goede beurt te kunnen maken.

De dekdienst was er bepaald niet happy mee want die moesten iedere morgen vroeg het gehele sloependek grondig reinigen na zo’n bacchanaal vóórdat de passagiers aan dek kwamen. De wtk.s, die goed met de Chef hofmeester overweg konden, vaarden er wel bij en hadden zodoende in iedere haven ook een feestje. Dit herhaalde zich in Los Angelos – San Francisco – Seattle – Tacoma en Vancouver BC. het ongeluk(?) wilde dat de party in Vancouver gegeven werd op mijn verjaardag en Daan had met de Chef Hofmeester afgesproken dat ik die dag afgevoerd zou worden op de vleugelen der alcohol. De gehele dag door kwamen stuurlieden, Wtk.s, stewards, bootsman en voorman mij feliciteren en moest ik iets met hen gebruiken.

Cor en ik hadden met een Canadese kennis afgesproken dat wij ,die avond, mijn verjaardag bij hem thuis zouden vieren. Harry en Netty Hamilton waren zeer gastvrije mensen die ik had leren kennen door mijn zeevader toen wij samen op de Delftdijk gevaren hadden. Het waren feestvarkentjes van de bovenste richel en altijd in om een feestje te bouwen, mijn verjaardag was een goed excuus. De weg waar zij aan woonden was door de buren omgedoopt tot "Hamilton Avenue" iedereen in de omtrek kon er bij hun in en uit lopen. Om 18.00 was Cees dus al aardig aan het zweven op de vleugelen der alcohol, maar …. hij kon moeilijk de gastvrijheid van de Hamiltons weigeren, dus vermande hij zich toen Harry Cor en hem op kwam halen.

Na de nodige alcoholische versnaperingen in de auto van Harry te hebben geladen ging het richting Hamilton Avenue, daar aangekomen begon het feest opnieuw, hoe lang ik het nog vol gehouden heb ben ik kwijt geraakt. Op een gegeven moment ben ik op een bank in slaap gevallen om s’morgens op mijn rug op die zelfde bank wakker te worden met mijn handen op mijn buik waarin de andere gasten een bos bloemen hadden gestopt. Dat was een rare gewaarwording toen ik in die bos bloemen lag te kijken, de geinponingen hadden mij gewoon opgebaard ! Het is jammer dat niemand op het idee is gekomen om er een foto van te maken.

Toen ik op mijn horloge keek zag ik dat het tegen 09.00 uur aanliep, terwijl Cor en ik geacht werden om 8 uur in de machinekamer te beginnen met wat onderhoud werkzaamheden. Ik schrok klaar wakker en ben direct Cor en Harry gaan porren om zo snel mogelijk naar boord te worden gebracht. Toen wij zo tegen 09.30 aan boord arriveerden stond de wtk.steward ons op te wachten met orders van Daan de 2e wtk. Wij moesten als de bliksem een overall aantrekken en ons melden bij de Hwtk. Cor en ik togen dus naar Pietje zijn hut op zijn vraag waar wij uitgehangen hadden vertelde ik hem dat wij mijn verjaardag bij kennissen hadden gevierd en dat wij ons verslapen hadden. Hij vroeg mij wederom waar wij de nacht doorgebracht hadden en ik vertelde hem wéér dat wij mijn verjaardag bij kennissen hadden gevierd, maar hij geloofde ons niet en vroeg ons waarom wij in het gevang hadden gezeten. Cor en ik stonden elkaar aan te kijken alsof wij het in Keulen hoorde donderden, hoe wij ook smoesden Pietje wilde ons niet geloven en voor de 3e keer kregen wij weer de toezegging dat wij in Rotterdam onze biezen wel konden pakken. Later hoorden wij van Daan hoe de hwtk aan het verhaal was gekomen dat wij in de bajes hadden gezeten. Pietje had al een paar keer bij Daan geïnformeerd waar wij waren, toen hij het de 3de keer aan Daan vraagde antwoordde hij geïrriteerd met "Die zitten op het politie bureau in de bajes" Pietje heeft nooit geloofd dat wij niet in de bajes hadden gezeten.

Twee dagen later terwijl het schip nog in Vancouver lag ging ik een weddenschap aan met Cor dat ik voor twaalf kistjes bier mijn kop kaal zou laten scheren. Een jeugdige vrouwelijke passagier heeft met een tondeuse het begin gemaakt, een olieman met kappers capaciteiten heeft met een "Cutthroat" (ouderwets scheermes) een biljard bal van mijn kop gemaakt. Ik liep mezelf daarna te belazeren dat ik als wij in Rotterdam aankwamen, ongeveer 6 weken later, weer een flinke kop met haar zou hebben.

Toen wij in Rotterdam aankwamen begon de ellende pas goed, er zat nog korter haar op die kop van mij dan de haren op een nagelborsteltje. Toen ik thuis kwam, kwam Betty met de opmerking "You gave me a shock, I did not expect you this early ". Ik antwoordde met "You’ll get another one when I take off my hat" en inderdaad toen ik mijn hoed afnam stond zij te kijken alsof zij water zag branden! Voor die avond had zij een laat verjaardag feestje voor mij in elkaar gedraaid met familie en vrienden, halverwege de avond moest ik vertellen over de party's die de HAL georganiseerd had voor de journalisten en aan het einde heb ik de volgende bak ingepakt alsof het "echt" gebeurd was.

Toen wij in Vancouver aankwamen had ik mijn zakken vol van al die zuippartijen en heb ik tegen Cor en Daan gezegd dat ik die avond de wal op zou gaan om een bioscoopje te pikken. Ik ging dus aan de eerste tafel eten en ging om ongeveer 19.00 uur van boord. Toen ik uit de bios kwam om ongeveer 23.00 uur had ik nog geen zin om naar boord te gaan en stond ik in de hal van de bioscoop, kijkend naar de fotos, mijn mind op te maken, toen ik een beeldschone Canadese aan de andere kant van de hal zag. Ik stapte op haar af en vroeg of zij in de buurt een bar wist. Waarop zij mij vertelde dat de bars om 23.00 uur sluiten, maar als je nog wat wil gebruiken ik woon hier niet ver vandaan en ik heb nog wel wat onder de kurk. Die gastvrijheid kon ik niet weigeren, dus ging ik met haar mee. Hier begon Betty op te letten en zag ik dat haar mooie bruine kijkers donkerder aan het worden waren. (Als zij kwaad werd dan kregen haar ogen een donkerdere kleur). Maar ik was aan het verhaal begonnen en moest het dus afmaken ! De volgende morgen kreeg ik een compleet Engels breakfast in bed geserveerd, (Betty’s ogen werden zo zwart als mijn schoenen), toen ik afscheid nam bij de voordeur gaf zij mij dit vierkleuren potlood, waarop ik een duur goudkleurig vier kleurenpotlood uit mijn binnenzak haalde wat mijn oude heer mij cadeau gedaan had toen ik voor mijn diploma A geslaagd was. (De kleur van haar ogen nam langzaam de gewone mooie bruine kleur weer aan en ik kon er in zien dat zij mij door had.) Groots als een Hond met zeven jongeheren vertelde ik het verhaal aan boord, de eerste electricien, een ras bietser vroeg naar welke bioscoop ik geweest was. Die avond is hij ook naar die bioscoop gegaan en heeft hij de zelfde jonge dame ontmoet, ook een Engels ontbijt gekregen maar bij de voordeur werd hem 75 dollar gevraagd. Maar die derde kreeg gisteren zo’n mooi potlood van je, ja maar dat doe ik alléén met iedere duizendste klant was haar antwoord.

De volgende morgen werd mij verteld dat ik bij de Chef Personeelszaken MD moest komen, uniform een goede borstel beurt gegeven en op naar de Groene Torens, mezelf afvragende of het toch geen bluf van Pietje was geweest, al die zakgeverij. Ik kon gelijk door lopen naar de in donker mahoniehout uitgevoerde kantoor kamer van de Big Chief, de man die als een moeder over "zijn" jongens van het machinekamer personeel waakte was gezegend met totaal van haar ontbloot hoofd. Gezeten achter zijn monumentale donker houten bureau met de zon, door het raam achter hem, schijnende op zijn kale knikker maakte hij een echte vaderlijke indruk. Ik dacht nu gaat het komen, maar hij stond op, reikte mij de hand en feliciteerde mij met mijn promotie tot 2e Wtk, ik liet bijna een zucht van verlichting voordat hij aan zijn preek begon. Er werd mij verteld dat de positie van 2e wtk extra zorgen met zich mee bracht, dat ik nu de zeevader van alle machinekamer personeel onder mij was geworden. Dat ik ervoor diende te zorgen dat alle jongere wtk.s zich correct gedroegen aan boord en aan de wal, dat zij niet naar de "slechte vrouwen" gingen of in bars aan de kaden rond gingen hangen. Dat zij een deel van hun vrije tijd aan studeren zouden besteden zodat zij bij de studie voor het volgende staatsdiploma niet alles vergeten zouden zijn wat zij op school geleerd hadden. Dat hun drank gebruik aan boord matig bleef en hun taal gebruik zoals officieren betaamd. Dat het mijn plicht was mijn ervaring op hen over te dragen. Op een gegeven moment heb ik gevraagd of ik ze nog iedere dag een bladzijde uit de bijbel voor moest lezen ook.

Waarop hij mij wat vreemd aankeek, naar mijn hoofd bleef kijken en toen vroeg, "Wat voor vreemds zie ik toch aan je de Neef ?" Wat moet je daar nu op antwoorden na zo’n preek ? Ik kon hem moeilijk vertellen dat ik mijn haar er af had laten knippen voor 12 kistjes Heineken, hoe lul je jezelf hieruit Cees, vloog er door mijn hoofd. Waar ik het vandaan haalde weet ik niet maar ik antwoordde hem als volgt: "U zult mijn haar bedoelen Mijnheer, dat zal ik U vertellen, mijn haar begon aardig uit te vallen en toen las ik in een oude Readers Digest dat je dan alles eraf moest scheren en iedere dag wassen met zachte zeep. Ik geloof dat het werkt kijk U maar" waarop ik vooroverboog zodat hij mijn schedel kon inspecteren. Ik geloof dat hij er in trapte want hij antwoordde met "Had ik dat ook maar geweten jaren geleden". Oude Pietje had mij toch een goede conduïten staat gegeven waarvoor ik hem altijd dankbaar ben gebleven, Ik mocht 2e blijven op de Dalerdijk, wat een hele eer was want de gewoonte was dat je op het oudste scheepje als 2e begon.

Jaren later toen ik algemeen bedrijfsleider was van een service werkplaats van WEIR Pumps in Rotterdam heb ik Pietje nog één keer gesproken, dat was op de kade van onze werkplaats. Ik kwam van één van de schepen die aan onze kade lagen toen ik een oud mannetje met een fiets aan zijn hand op onze kade naar de schepen zag staan kijken. Er was iets bekends aan de oude baas en ik stapte op hem af met de vraag of hij soms iets aan het zoeken was. Er ontwikkelde zich het volgende korte gesprek:

Pietje: Ben jij Cees de Neef ? Ik; Ja mijnheer, bent U mijnheer Verbeek ?

Pietje: Ja, wat doe jij hier ? Ik: Ik ben hier de algemeen bedrijfsleider.

Pietje: Oh, dan is er toch nog iets van je terecht gekomen Ik: Wij heb toen in Vancouver niet in het gevang gezeten, Cor en ik. Pietje: Dat weet ik ook wel, ik vind het fijn dat je nog goed op je pootjes terecht bent gekomen, de Neef.

En toen stapte hij op zijn oude fiets en verdween uit mijn leven.

Cees de Neef.