EEN
REIS MET DE ZEESLEEPBOOT CLYDE 1964
REIS VAN 01-07-1964 tot
02-12-1964
Na
mijn reis op de Zwarte Zee die tien maanden duurde vermaak ik mezelf prima in
mijn langdurige verlof. Ik was 24 februari met verlof gegaan en het is nu
inmiddels eind juni als de postbode aan de bel trekt en een telegram van het
kantoor in Maassluis bezorgt.
Na het openen van het telegram word ik
verzocht om naar het kantoor op de Govert van Wijnkade te Maassluis te komen.
Ik moet weer lichamelijk gekeurd worden en krijg weer een injectie tegen enge
ziektes in mijn arm gespoten. Ook moet ik komen bijwerken (zoals het genoemd
wordt) op de sleepboot Clyde, het zusterschip van de Elbe. De Clyde gaat mijn
nieuwe thuis worden voor ik weet nog niet hoe lang.
Enige
dagen later na de keuringen, op de 1e juli moeten we gaan
aanmonsteren, ik zal deze reis meegaan als dekjongen, dus niet meer in de
kombuis zoals mijn reis op de Zwarte Zee. Het is de bedoeling dat we morgen vertrekken.
Ik breng ‘s avonds mijn bagage naar de Clyde en keer voor het afscheid nog even
terug naar mijn ouderlijk huis.
De
andere dag pak ik de trein en ga aan boord van de Clyde. Het schip is vol
gebunkerd met brandstof, drinkwater en er is ook ruim geproviandeerd.
Scheepshandelaar Tuytel heeft bij de bemanning ook weer goede zakengedaan.
Alles wordt zo’n beetje ingeslagen, zeker voor een half jaar. Sigaretten, shag,
zeeppoeder, (dat we toen nog zelf moesten kopen) toiletzeep, wat te snoepen
etc.
We
weten sinds vandaag ook waar de reis heen gaat en wat de Clyde voor werk gaat
doen.
We
openen niet spannend, we gaan stations dienst verrichten te Hoek van Holland.
Het uur van vertrek is gekomen en onze kapitein Willem Verschuur geeft het sein
“lekko,” de meer-einden worden daarna losgegooid.
Met
behulp van een boot van de rooie dienst die als kop boot fungeert, verlaten we
de haven van Maassluis. Zodra we de haven uit zijn blaast onze misthoorn drie
lange stoten als groet aan de achterblijvende families en anderen die zich op
het havenhoofd hebben verzameld. Na een half uurtje varen meren we af aan de
“betonsteiger” te Hoek van Holland, een stukje achter de Harwich boot. De
bemanning krijgt toestemming om de wal op te gaan als men daar zin in heeft,
maar wel binnen een bepaalde cirkel blijven in het dorp. We mogen eventueel
naar het café en dit beperkt zich tot café “De Aardappel” omdat de eigenaar van
de tent zo genoemd wordt.
Vroeg
in de middag van 04 juli moet er gevaren worden. We hebben opdracht om de sleep,
de vrachtvaarder Zita die voor de sloop is bestemd, over te nemen van de
Engelse sleepboot Headman, zij zien geen mogelijkheid om het schip de
Nieuwe-Waterweg op te krijgen.
De Engelse sleepboot
Headman
Er
staat een stevige bries vanuit het Zuidwesten windkracht 5-6 dus dreigt het
transport voorbij Hoek van Holland geblazen te worden.
Het
transport bevindt zich ongeveer 5 mijlen uit de kust dus al heel snel zijn we
ter plekke aangekomen. We maken even een rondje om beide schepen en onze ouwe
bekijkt even hoe hij het beste kan aanpassen. We komen aan bakboord langszij de
Zita waarop de Headman nog steeds vaststaat. Een hieuwlijn (werplijn) wordt van
het hoog liggend schip op het achterdek van de Clyde gegooid. Een van de
matrozen knoopt de zogenaamde 4” manilla drijflijn aan de hieuwlijn die snel
naar boven wordt getrokken op de Zita.
De hieuwlijn met daarop
de drijflijn wordt op de Zita binnen gehaald
De
drijflijn is op onze “Hoekse draad” gestoken (dit is een staaldraad van
plusminus 5½” en zo’n 100 tot 120 meter lengte). Als we bij de boeg van de Zita
komen wordt de Hoekse draad snel naar boven gehesen met behulp van een winch
aan dek van het schip. Zodra men de Hoekse draad met genoeg lengte daar aan dek
heeft wordt deze “afgestopt” met een kettingstopper en daarna op de “bolders”
belegd.
De Hoekse draad is binnenboord gehaald op de Zita en wordt daar op de
bolders belegd
De
Zita staat nu vast en wij kunnen langzaam vooruit draaiend en onze nylon rekker
die ingesloten is op de Hoekse draad en onze sleepdraad overboord laten lopen,
wat zonder probleem gebeurt.
De Zita staat vast,
rekker en sleepdraad worden gevierd
Onze
sleepdraad wordt zo’n 150 meter gevierd en we slepen nu de Zita. De Engelse
sleepboot Headman krijgt dan het sein dat zij los kan gooien. De koers wordt
gesteld op Zuidoostelijke richting en na een half uurtje stomen wij met de Zita
goed volgend de Nieuwe-Waterweg op, richting Rotterdam.
Alles
wat ik zie en wat er gebeurt doet mij weer denken aan mijn vorige reis met de
Zwarte Zee. Alleen is de Clyde een maatje kleiner dan het “vlaggenschip.” Maar
ook de Clyde blijkt een geweldige sleepboot te zijn, ook al is zij inmiddels al
zeven jaren in de vaart.
We
komen aan met de Zita te Rotterdam alwaar we losgooien. Het sleepgerei wordt op
de Clyde aan dek gehaald en we gaan rond om terug te stomen naar Hoek van
Holland waar we anderhalf uur later afmeren. Ons eerste “tariefje” zoals het
genoemd wordt zit erop, we zijn weer klaar voor alle diensten.
Assistentie aan de Headman, slepend de Zita. Gele koerslijn is los
varend, rood is slepend
2 Het reisje
met de Tak 7
Operatie Spuitgat Foto De Sleeptros
Na
enkele dagen aan de betonsteiger te Hoek van Holland te hebben gelegen
vertrekken we naar Vlaardingen. In de Koningin Wilhelminahaven meren we af aan
de houten steiger waar meestal ook de havenboten van de rooie dienst liggen
gemeerd. We krijgen een sleepreisje met een “groot” ponton, de Tak 7 van
Rotterdam naar een locatie nabij het eiland Juist in de Duitse Bocht waar het
boorplatform de Mr. Louie op locatie staat. Zij was enige maanden geleden
versleept door enkele van onze Smit sleepboten vanaf New Orleans naar
Bremerhaven. Zij werd het eerste gedeelte versleept door de Elbe en Rode Zee,
vervolgens door de Ierse Zee en het laatste gedeelte door de Zwarte Zee. De Mr.
Louie had pech bij het boren op de locatie doordat zij een stikstofbron
aanboorde. De stikstof spuit nu uit een paar kraters vanuit de zeebodem, het
lijkt of de zee op enkele plaatsen kookt. Hier moet natuurlijk iets aan gedaan
worden. In Rotterdam wordt de Tak 7 uitgerust met speciaal materiaal om de
bronnen te “verstikken.” De Tak 7 is beladen met vier pompauto’s, een mobiele
kraan, enkele verblijven voor de werklieden en er is tevens een
helikopterplatform geplaatst. Ook zijn er twintig grote tanks geplaatst gevuld
met 1500 ton bariet spoeling, een soort van specie, om de spuiters te doen
stoppen.
De
bekende Amerikaanse bronnentemmer Red Adair, een echte Texaan, zal de operatie
leiden in samenwerking met uitvoerder van Tak berging “Bill” Moerkerk. Na
enkele dagen werk op de Tak 7 wordt er door onze bootsman en matrozen sleep
klaar gemaakt en kunnen we met de Tak 7, ook wel genoemd de Halliburton bak
vertrekken.
Op
11 juni is het dan zover. De Clyde vertrekt uit Vlaardingen en stoomt richting
Rotterdamse Droogdok Maatschappij alwaar de Tak 7, gesleept door enkele boten
van de rooie dienst, wordt aangevlet en vastgemaakt op het sleepgerei van de
Clyde.
De Tak 7 wordt aangevlet
De
Tak 7 staat binnen de kortste keren vast en wij zakken de Nieuwe-Waterweg af op
weg naar de Duitse Bocht.
De Tak 7 staat vast
De Clyde staat vast en
krijgt het sein vooruit
Het transport zakt de Nieuwe-Waterweg af Foto De
Sleeptros
De Tak 7 onderweg naar de Duitse Bocht, als stuurboot de Kralingen Foto De Sleeptros
Bij een Noordwestelijke
bries onderweg naar de Duitse Bocht
Een briesje op de kop
We
passeren Hoek van Holland en komen in een knobbelige Noordzee terecht. In een
stijve Noordwestelijke bries gaan we op weg, gevolgd door het bergingsvaartuig
Dolfijn van Tak berging die ook aan het karwei zal meewerken.
De
volgende dag, 12 juli komen we aan op de locatie van de Mr. Louie maar door de
harde bries wordt de operatie nog even uitgesteld. Op 15 juli is het dan zover,
het weer is opgeknapt en de Tak 7 wordt verankerd op locatie nabij de boorput.
Na verbinding te hebben gemaakt met de boorpijp kan er barietspecie gepompt
worden.
Aankomst bij de Mr.
Louie in de Duitse Bocht, de Tak 7 wordt op positie verankerd
De rekker wordt met
vervaringen scheep gehaald
De Tak 7 ligt op locatie
van de boorput, op de achtergrond het boorplatform Mr. Louie
De
motoren van de pompauto’s worden gestart en wij wachten af aan boord. De Clyde
die de Tak 7 heeft losgegooid ligt op enige afstand voor anker. Het pompen gaat
tot in de nacht door en bij Day-break wordt er gestopt als alle bruikbare
barietspecie in de boorpijp is gespoten (een gedeelte bariet bleef achter in de
tanks omdat het te dik was geworden).
Hoofduitvoerder Moerkerk samen met bronnentemmer “Red”Adair Foto De Sleeptros
Zeekaart slepen Tak 7 en
via Emden naar Vlaardingen
Er
wordt besloten om de Tak 7 weer vast te maken aan de Clyde en dan te verslepen
naar Emden waar we laat in de avond arriveren. Jammer van al het werk maar het
kunstje is mislukt.
De
volgende dag 16 juli vertrekken we met de losse boot richting Holland en laten
de Tak 7 achter. Op 17 juli varen we door naar Vlaardingen waar we weer langs
de steiger afmeren. Er wordt brandstof en water gebunkerd en er komt weer vers
proviand aan boord, je weet maar nooit. We liggen een nacht in Vlaardingen dus
kan ik even thuis op visite, een leuke onderbreking. De volgende dag vertrekken
we weer naar Hoek van Holland en meren af langs de betonsteiger voor stations
dienst en zijn gereed voor alle diensten
Vandaag
20 juli wordt er in de nacht weer gevaren. We moeten opstomen naar de
Nederlandse vrachtvaarder Kamperdijk van de Holland Amerika Lijn, die nu in de
monding van de Wielingen voor anker ligt. Zij is onderweg van New York met
lading voor Terneuzen en heeft een explosie gehad in de machinekamer met brand
als gevolg. Zij is op een veilige plaats voor anker gegaan en de bemanning
heeft de brand geblust. Gelukkig zijn er geen doden of gewonden gevallen. De
Belgische sleepboot Scaldis is stand-by de Kamperdijk maar hoeft niet in te
grijpen. Binnen een kleine vijf uur tijd varen we de ongeveer 65 mijlen. Om een
uur of acht in de ochtend, bij een spiegelglad zeetje en heiig weer, wordt aan
de stuurboordzijde van de Kamperdijk aangepast. De hieuwlijn wordt bij de
eerste worp op ons achterdek gegooid, onze mannen steken de drijflijn op de
hieuwlijn en de Hoekse draad wordt omhooggehaald op de Kamperdijk.
De Clyde gaat aanpassen
bij de Kamperdijk Krantenknipsel
10-07-1964
De drijflijn wordt
scheep gehaald op de Kamperdijk
De Kamperdijk staat vast
en wordt naar Rotterdam gesleept
De
draad wordt daar weer op de bolders belegd en langzaam vooruit draaiend vieren
we onze sleepdraad. We gaan slepend onderweg naar Rotterdam, de Scaldis hebben
we door het heiige weer niet met het blote oog kunnen ontdekken. De Kamperdijk
zal haar lading lossen te Rotterdam en de schade van de explosie en brand zal
daar worden gerepareerd. Na een voorspoedig reisje zijn we tegen de avond voor
Rotterdam. Havensleepboten van de rooie dienst maken de Kamperdijk vast, daarna
wordt het sleepgerei van de Clyde losgegooid en scheep gehaald. We stomen de
rivier af en gaan onderweg naar ons plekje aan de steiger te Hoek van Holland
waar we in de avond weer afmeren en klaar zijn voor alle diensten.
De Kamperdijk in betere
tijden Foto internet
Zeekaart assistentie
aan m.s. Kamperdijk
Vandaag,
23 juli vertrekken we met de losse boot richting Penzance in het Zuidwesten van
Engeland nabij Lands End. Na een rustig reisje arriveren we omstreeks 25 juli
te Penzance om hier stations dienst te verrichten.
We
zijn niet de enige sleepboot die daar ten anker ligt. We spotten een
Wijsmuller sleepboot die vlakbij het
plaatsje Penzance ten anker ligt. Wij liggen met de Clyde een mijl of 6 bij
haar vandaan en wachten op de dingen die komen gaan.
Na
enkele dagen voor anker te hebben gelegen krijgen we opdracht van ons kantoor
om van de Engelse sleepboot Britonia een zogenaamde boorbak over te nemen en
door te slepen naar Rotterdam. De Britonia was met de boor bak vertrokken
vanuit de Golf van Mexico en had er dus zo’n beetje 5000 sleepmijlen gevaren.
De Engelse Britonia van Overseas Towage & Salvage, hier
afgemeerd Foto NN
Op
30 juli nemen we de sleep, genaamd de Mr. Keck over aan de ingang van het
Engels Kanaal en na een voorspoedig en kort reisje wordt zij afgeleverd op 04
augustus te Rotterdam.
Foto Bart
De Mr. Keck die werd
overgenomen van de Britonia met bestemming Rotterdam
De Mr. Keck door de
Clyde naar Rotterdam gesleept
Wij
gaan weer rond met onze Clyde om ons station Hoek van Holland weer te bezetten,
in de avond kunnen we onze benen weer eens strekken in deze drukke
vakantieperiode.
Na
een weekje aan de steiger te hebben gelegen en er niets bijzonders is gebeurd
dan alleen onderhoud van het schip en andere dagelijkse dingen, worden we naar
Vlaardingen gedirigeerd. De meereinden worden losgegooid en we stomen naar
Vlaardingen. We meren weer af aan de houten steiger in de Koningin Wilhelminahaven,
een zeer bekend stekkie voor mij.
Zeekaart stations dienst
te Penzance daarna sleep overgenomen van Britonia
5 Sleepreis met boorplatform Triton naar
Nigeria
Ons
volgende project is bekend, we gaan het boorplatform Triton verslepen dat in
Rotterdam aan de werf ligt. Zij heeft een grote verbouwing ondergaan en op de
werf legt men de laatste hand aan dit grote karwei. De volgende dagen erop
wordt het sleep- en reservemateriaal naar de Triton gebracht. Sleepkettingen,
voorlopers, runnermateriaal, pompen en slangen navigatieverlichting etc, aan
alles wordt gedacht. Enige dagen later wordt er sleepklaar gemaakt waar men nog
een paar dagen voor nodig heeft. Wij kunnen elke avond naar huis, wat een leuke
bijkomstigheid is.
Als
op de werf na enkele dagen alles in gereedheid is gebracht kan de Clyde met de
Triton vertrekken naar Port Harcourt in Nigeria om daar ergens langs de kust
boringen te gaan verrichten naar het “zwarte goud.”
Het
is inmiddels zaterdag 15 augustus en de reis gaat beginnen. De Clyde vertrekt
na vol gebunkerd en goed geproviandeerd te hebben richting Rotterdam. De Triton
komt al gauw in zicht, zij wordt gaande gehouden door zeker drie havenboten van
onze rooie dienst. De Clyde wordt door onze ouwe met het achterschip vlak bij
de Triton gemanoeuvreerd.
Een
hieuwlijn wordt naar de vier runners, die zich op de Triton bevinden, gegooid.
Zij blijven de gehele reis hier aan boord tot we aankomen in Nigeria. Op de
Clyde wordt de drijflijn binnengehaald met daarop vastgemaakt de voorloper.
De
voorloper wordt binnenboord getrokken en wordt ingesloten op onze nylonrekker.
Alles verloopt flitsend en de Clyde vaart langzaam bij de Triton weg. De rekker
loop nu overboord en zodra er wat spanning op de rekker komt, wordt het
vermogen van de Clyde opgevoerd. De telegraaf gaat van zeer langzaam op
langzaam, halve kracht, en als we goed op koers liggen op volle kracht vooruit.
Met het boorplatform
Triton varend op de Nieuwe Waterweg, Maassluis is gepasseerd
Met
een boot van de Rijkshavendienst voorzien van zwaailicht varen we voor de
ebstroom de rivier af. Na passage van onze bekende havens, waar de misthoorn
zich elke keer driemaal laat horen, bereiken we de pieren van Hoek van Holland
in de loop van de middag. We varen de Noordzee op en stellen de koers
Zuidwesterlijk, richting Straat Dover. Met een 4 knots gangetje zijn we blij.
De Clyde doet haar best om de snelheid erin te houden. Na enkele dagen met mooi
weer komen we in de Golf van Biscaye terecht, er is een flinke bries opgestoken
en dit haalt direct de vaart uit het transport, het is slingeren geblazen.
Alles is goed zeevast gesjord zodat er niets aan de haal kan gaan. Kok Dirk
Zeegers heeft het niet gemakkelijk in zijn kombuis met zijn twee maatjes maar
het koken en bakken gaat door. De zeeman moet natuurlijk goed eten. De runners
op de Triton, die ook flink ligt te stampen en te slingeren, laten ook van zich
horen.
Met mooi weer in het
Engels Kanaal
Slepend in een bries in
de Golf van Biskaje
Chef
runner Aad Huijgen met collega’s Cees Oosterbaan, Dirk v/d Polder en Bas
Hoogendoorn hebben hun handen vol met het stijf zetten van staaldraden. Aad
meldt dat er behoorlijk beweging zit in de vier poten van de Triton. Op elke
poot (waar er vier van zijn) zijn twee staaldraden als stag bevestigd die met
zware spanschroeven op versterkingen aan dek zijn gemonteerd.
Door
het slingeren is er rek in de staaldraden gekomen en het lukt de runners niet
om de rek er zomaar uit te draaien met de spanschroeven die daarvoor bedoeld
zijn. Er wordt voor gekozen om de koers wat te wijzigen en af te wachten tot de
wind en de zeegang afneemt. De volgende dag ziet het er beter uit en wordt
besloten om met de sloep met onze stuurman, matrozen en enkele machinisten naar
de Triton te varen om de staaldraden weer aan te zetten. Ook zal er enig
laswerk gedaan moeten worden.
De
sloep gaat over boord voor schade controle op de Triton met 1e
stuurman de Graaf, leerling stuurman Vink en voorin de sloep matroos Hans de
Wit Foto Bart Kuijsten
De sloep overboord,
bemanning v.l.n.r. matrozen de Wit en Slotboom, 3ewtk. Bienefeld,
1e stuurman
de Graaff en leerling stuurman Vink Foto Bart
Eenmaal
aan boord van de Triton gekomen, wordt geconstateerd dat er behoorlijk schade
aan het laswerk van de spanschroef versterkingen, die op dek gelast zijn, is
opgetreden. Sommige hebben behoorlijk wat schade opgelopen. Er wordt contact
met Rotterdam opgenomen via Scheveningen Radio en de problemen worden
besproken. Daarop krijgen we opdracht om koers te wijzigen richting Ferrol in
het Noordwesten van Spanje. Gelukkig blijft het weer nu gunstig en komen we op
25 augustus te Ferrol aan, anderhalve week nadat we vanuit Rotterdam zijn
vertrokken. De Triton wordt vastgemaakt door vier lokale sleepboten en de Clyde
gooit los. De Triton wordt tegen de kade gemeerd en even later meert de Clyde
af naast de Triton. We liggen op de marinewerf niet echt ver van de stad. We
krijgen een gewapende wachtsman aan boord, dit is gewoonte in Spanje.
De Triton gemeerd langs
de kade te Ferrol, Spanje
Foto Bart
De Clyde gemeerd
langszij de Triton Foto Bart
Na
enkele dagen wordt begonnen met de reparaties aan boord van de Triton. ‘s
Avonds kunnen we lekker de wal op en de stad en kroegen in waar we ons goed
vermaken. Een bekende bar voor de bevaren zeelui blijkt ‘Alfonso’ te zijn. De
reparaties verlopen de komende dagen gestaag en we moeten geduld hebben tot
alles hier klaar is. Enkele dagen voor we zullen vertrekken krijgen we bericht
van ons kantoor in Rotterdam dat de Clyde de Triton niet verder zal verslepen.
De Ierse Zee zal het karwei verder afmaken. Wij gaan met de Clyde een andere
reis maken en wel een sleepreis met twee slooptankers van Beaumont (Texas) naar
een sloperij in de buurt van Bilbao (Spanje) ook niet verkeerd dus. Op woensdag
02 september arriveert de Ierse Zee, met als kapitein Jan Bruins.
De Ierse Zee die de
Triton overnam van de Clyde, beide gemeerd langszij de Triton
De
Ierse Zee komt naast de Clyde te liggen wat makkelijk is om hun sleepmateriaal
via de Clyde op de Triton te krijgen. De Ierse Zee zal dus haar eigen
sleepgerei etc. gaan gebruiken. Het sleepgerei van de Clyde wordt met behulp
van bootsman en matrozen van de Ierse Zee weer op de Clyde overgebracht en
opgeborgen. Andersom wordt de Triton weer opnieuw sleepklaar gemaakt door de
bemanning van beide schepen, uiteraard doen ook de runners mee met het wisselen
van al het materiaal. Alles loopt op
rolletjes. Binnen zeer korte tijd is alles zeeklaar en na gebunkerd en
flink geproviandeerd te hebben kan de Clyde aan haar nieuwe reis beginnen. Op
zaterdag 05 september varen we uit, voorlopige bestemming Horta (Fayal Azoren).
Hier was ik mijn vorige reis met de Zwarte Zee ook al enige malen geweest dus
leuk om weer eens terug te gaan naar een bekende plek. De Clyde laat de Triton
en Ierse Zee achter en na drie stoten op de fluit kiezen wij het ruime sop.
Zeekaart slepend de
Triton van Rotterdam naar Ferrol, Spanje
Na
een vlotte reis met niet te veel gestamp en geslinger arriveren we een dag of
vier later te Horta op Fayal, waar een groot aantal van ons weleens eerder was
geweest. Het verblijf te Horta is maar van tijdelijke duur, we zouden immers
naar Beaumont (Texas) gaan. We halen onze ankers op, de bekende drie stoten op
de misthoorn ter afscheid en stomen de baai van Horta uit. We gaan voor een
kort tripje onderweg naar het eiland Santa Maria dat Zuidoostelijk van Fayal
ligt, we moeten daar acht runners ophalen die daarheen vanuit Holland zijn
overgevlogen. De runners zullen als wij de twee tankers gaan verslepen de
bemanning van beide slopers zijn, vier runners op de één en vier op de andere
tanker (het was toen nog gebruikelijk om daar mensen op te plaatsen wat jaren
later niet meer hoefde van de verzekering). Bij aankomst te Santa Maria gaan
wij ten anker (ook een mooi plekje waar ik was geweest met de Zwarte Zee) en
wachten we op de aankomst van de runners. Nog dezelfde dag komen de mannen aan
boord en gaan we anker op, we gaan op weg naar Beaumont, Texas here we come.
Van Ferrol naar de
Azoren, Horta en Santa Maria
Stations dienst te Horta
Fayal, Azoren
Gewapende wacht aan dek, v.l.n.r. Dirk v Wolferen, Ben Buurman, Wachtsman
Hans de Wit en Rossy de Winter
Hans staat op wacht
Het wachtlopen maakt
dorstig, Rossy kijkt bedenkelijk
Zeekaart Van Santa Maria naar Beaumont Texas, U.S.A.
Over
een af en toe zeer knobbelige Atlantische Oceaan stomen we richting Texas. De
Clyde stampt en slingert er flink op los. We zijn met twee dekjongens. Mijn
maat en ik en zorgen om de maaltijden voor de bemanning op tafel te krijgen.
De
Clyde beschikt in onze messroom over een lift die uitkomt een dek hoger in de
kombuis bij kok Dirk en zijn maatjes. De lift wordt door ons met de hand
bediend door aan een manillatouw te trekken, leeg naar boven en gevuld met
voedsel gevulde balies (pannetjes) naar beneden. De Clyde slingert af en toe zo
heftig dat als we gebruik maken van de lift de soep eerder beneden is dan de
balies waar de soep normaal in hoort te zitten dus wordt het zo’n zootje dat we
met minder goed weer het eten toch maar boven in de kombuis gaan halen. Als
dekjongen heb je dagelijks best wel veel werk aan het schoonmaken van douches,
poepdozen, hutten etc. Driemaal per dag zorgen we dat het eten op tafel staat
en doen daarna de afwas van al het spul, op een ouderwetse manier in een
plastic teiltje boven in het washok. Als het weer het toestaat mogen we ’s
middags aan dek werken, beetje meniën, een touwtje splitsen, platting brijen of
soppen. Voordat we de Bahama’s hebben bereikt knapt het weer zienderogen op,
zonnetje en een goede temperatuur, we kunnen het zo wel hebben. We gaan door de
Straat Florida de Golf van Mexico in en een paar dagen later arriveren we bij
de uiterton van de Sabine River. Met de loods aan boord varen we de Sabine
River op weg naar Beaumont. We passeren Port Arthur en zijn even later op de
plaats van bestemming waar we afmeren.
De toen supertanker
Manhattan komt aan te Beaumont
Foto Bart
Beaumont
is een echte Texaanse middelgrote stad met weinig hoogbouw. Van waar we liggen
gemeerd is het nog een flink eind lopen naar de stad, dus we kunnen echt
stappen. Alleen voor ons jonkies (onder de 21 jaar) is er in het uitgaansleven
niets te doen. Men moet, zoals in het overgrote deel van de States minstens 21
jaar zijn om een biertje in een bar te drinken, dus houden wij het maar op een
kouwe klets aan boord van de Clyde en Country en Westernmuziek op onze radio’s.
Om te shoppen is het goed toeven in Beaumont. Er zijn grootte stores zoals
Woolworths en veel andere goede zaken.
Er
worden nieuwe jeans, Wrangler of Lee aangeschaft en Fruit of the Loom T-shirts,
dit is allemaal een stuk goedkoper hier, we zijn natuurlijk echte Hollanders.
Ook de muziek store wordt bezocht voor de laatste nieuwe plaatjes.
Op
de dag is het aan boord erg druk. De twee slooptankers moeten sleepklaar
gemaakt worden en onze bemanning met een extra bezetting van acht runners
hebben hun handen vol met dit werk. Sleepkettingen, voorlopers, sluitingen,
plus reserve sleepgerei, touwwerk, petroleumlampen, fornuizen, vaten drinkwater,
pompen, slangen, de hele mikmak wordt aan dek gehaald. Een ponton haalt het
spul op en het wordt met behulp van een plaatselijke duwboot naar de twee
slooptankers gebracht. Al het materiaal wordt daar aan boord gehesen, de
sleepkettingen worden op de bolders belegd, ingesloten op de voorlopers en
klaar gehangen.
Enkele
bemanningsleden pikken een blaasje, boven v.l.n.r. Hoogendam, van Gils, v.d.
Bosch. Midden Kemmers, Kuijsten, Bienefelt en Vink. Onder van Drimmelen,
Slotboom en van Es
Er
wordt op beide tankers tegelijk gewerkt door onze matrozen, onder de gage’s en
runners, dus het gaat lekker snel onder de toeziende ogen van onze 2e stuurman
en bootsman. Het reserve sleepgerei wordt ook klaargelegd zodat, mocht er iets
misgaan, weer opnieuw snel kan worden vastgemaakt. Met de pompen wordt nog een
keer proefgedraaid, alles loopt goed. Fornuisjes worden geplaatst in de
kombuis, de runners instaleren zich in diverse hutten. Er worden zogenaamde
schotlampjes opgehangen We blijven vooralsnog een paar dagen te Beaumont omdat
er een orkaan rondwaart in de Golf van Mexico en roet in het eten gooit. Er
wordt besloten dat we toch beter even kunnen wachten tot dit voorbij is. Na een
dag of twee blijkt het dat de orkaan de Noordoost is ingetrokken en het enige
wat wij ervan hebben gemerkt is dat het water op de rivier een verval had van
een meter of vier, morgen gaan we de oversteek maken naar Spanje.
Het
is nu ongeveer half oktober en we gaan vandaag met onze tankers op weg naar
Spanje. Aan boord van elk van de twee tankers bevinden zich 4 runners die de
boel daar in de gaten moeten houden. Zij zorgen ‘s nachts dat alle
navigatielichten branden (olielamp verlichting) en inspecteren op lekkages. Ze
houden natuurlijk ook het sleepgerei constant in de gaten. Als wij eventueel
iets van ons sleepgerei zouden breken kunnen zij dit meestal wel weer boven
water krijgen en vervangen door het reservemateriaal dat zij ook aan boord
hebben meegekregen.
We
zijn dus nu onderweg naar Portugalete (een voorhaven van Bilbao) en zakken met
één tanker genaamd de Shabonee onder loods aanwijzingen de Sabine River af. Als
stuurboot fungeert de lokale havensleepboot W. Storms.
De haven sleepboot W. Storms assisteert bij het vastmaken van de
Shabonee Foto Bart
De Shabonee probeert
haar eigen koers te varen
Foto Bart
Hier zoekt zij de andere
kant van de Sabine River op
Foto Bart
Hier volgt zij de Clyde
weer goed
De brug is gepasseerd, Hans v.d. Marel, Bart Kuijsten, Hans de Wit en Willem v.d. Hoek zittend op het “potdeksel”
De
2e tanker genaamd Saucon zal, als we de rivier achter ons hebben
gelaten, naar buiten worden gebracht door lokale sleepboten en dan bij ons op
de Clyde worden aangevlet. Alles loopt op rolletjes en in de namiddag zijn we
al buiten de monding van de Sabine River. De Saucon wordt bij ons gebracht en
wordt snel vastgemaakt, intussen is de sleepdraad van de Shabonee een stuk
gevierd zodat de havenboten genoeg ruimte hebben op de Saucon aan te vletten.
De sleepverbinding is spoedig gemaakt en beide sleepdraden worden nu verder
uitgevierd en zien we dat de Shabonee het meest ver bij ons vandaan wordt
gesleept. Onze ouwe geeft halve kracht vooruit en beide tankers volgen prima.
Als we later in dieper water terechtkomen worden beide draden nog een stuk
gevierd en draaien we nu volle kracht. Het weer is mooi, glad zeetje dus op
naar Spanje. De volgende dag, varend in de Golf van Mexico met de twee tankers
gewillig volgend en een 7 knots per uur lopen, is het genieten van het
zeewindje en de zon en kunnen we aan ons kleurschema werken zolang het nog kan.
Wie de vrije wacht heeft gaat nog even lekker aan dek liggen, peukje en een
koud biertje erbij.
Lekker genieten in het
zonnetje in de Golf van Mexico Foto
Bart
De Saucon en de Shabonee
volgen gewillig met dit mooie weer
Foto Bart
We
zitten al een eind in oktober dus als we de Atlantic opgaan kunnen we eigenlijk
van alles verwachten. Ik heb op mijn vorige reis met de Zwarte Zee ook al een
keer de Atlantic gekruist dus weet ik wel een klein beetje dat het om deze tijd
een beetje halen en brengen is. We maken goede snelheid, zo’n 6 ½ tot 7 knots
per uur met dit mooie weer.
We
gaan de Golf van Mexico uit en door de Straat Florida. Na deze passage gaan we
Noordelijk sturen. We passeren aan onze bakboordzijde achtereen volgens Fort
Lauderdale, en West Palm Beach. Aan onze stuurboordzijde bevindt zich dan Grand
Bahama Island waar we vorige reis met de Zwarte Zee een maand op station hebben
gelegen. Nadat we dit alles hebben gepasseerd gaan we zo’n beetje Nooroostelijk
sturen. We slepen nu met de Shabonee en Saucon die ons keurig netjes volgen
richting Azoren.
Beide tankers blijven
mooi in het gareel, ikzelf even tussen de sleepdraden voor de foto
Na
enkele dagen verslechterd het weer en beide tankers hebben sterk de nijging om
op te loeven. Soms liggen ze schuin achter ons, dan aan onze bakboord en met
een andere windrichting aan onze stuurboord kant. Het gebeurt enkele malen dat
er draadsleden (die de sleepdraad tegen schavielen beschermd) kapotgaan en deze
moeten dan op een zwaar slingerend schip vervangen worden door nieuwe sleden.
Op de stoottouwen komt af en toe zeer veel kracht te staan, soms vreest men dat
er wel eens wat zou kunnen breken. Al met al een gevaarlijke job op het
achterdek met een slingerend schip en twee sleepdraden die niet stil op de
sleepbogen liggen met deze luchten. We denken met enige weemoed terug aan de
zonnige tijd in de Golf van Mexico.
De Clyde slingert er
lustig op los op een woelige Atlantic
De wind gaat aantrekken
Het is al snel windkracht
7 tot 8
Beide tankers verdwijnen
bijna achter de hoge golven
En loeven flink naar
stuurboord op
De bootsman inspecteert
de stoottouwen en draadsleden
Een draadslee wordt vervangen,
slingerend schip
Foto´s Bart
Soms is het lastig
werken en opletten geblazen
Alles zit weer goed op
zijn plek Foto´s Bart
Naar stuurboord
oploevende schepen, zij hangen zwaar in de stoottouwen
De Shabonee en Saucon
varen hun eigen koers
Foto´s Bart
Van
Rotterdam ontvangen we bericht dat de sleepboot Barentsz-Zee naar ons onderweg
is om ons te voorzien van brandstof zodat we straks niet op het laatste
gedeelte van onze reis zonder komen te zitten. Het is ook gemakkelijk omdat we
dan ook de Azoren niet hoeven aan te doen en onze reis zonder te stoppen kunnen
vervolgen.
De
Barentsz-Zee met kapitein Westein als gezagvoerder zal als alles voorspoedig
verloopt ons bunkeren op 04 november dus afwachten tot zij komt opdagen.
Na
zo’n 1700 mijlen slepen gerekend vanaf de Bahama’s met onze twee slopers achter
ons komt ’s morgens vroeg op 04 november de Barentsz-Zee ons vastmaken om ons
van de nodige brandstof te voorzien. Zij past aan onze stuurboordzijde aan, een
hieuwlijn wordt overgegooid en op de Clyde wordt de drijflijn met daarop de
Hoekse draad gestoken scheep gehaald. De draad wordt op twee paar bolders
belegd en vervolgens worden de bunkerslangen scheep gehaald en aangesloten op
een flens die de brandstof naar onze brandstoftanks leidt. Beide sleepboten
slingeren en stampen bij een briesje en een oplopende deining.
Op
de Barentsz-Zee wordt gestart met pompen en na een uurtje of vier wordt daarmee
gestopt, we hebben meer dan genoeg brandstof om Spanje te halen. De
bunkerslangen worden losgegooid en scheep gehaald op de Barentsz-Zee, evenals
de sleepverbinding die wat later wordt losgegooid. Na de gebruikelijke drie
stoten op de misthoorns van beide schepen gaat de Barentsz-Zee rond en
verdwijnt in Westelijke richting naar een ander werk.
De Barentsz-Zee voorziet
de Clyde van brandstof
De Barentsz-Zee bezig
met bunkeren van de Clyde
Foto´s Bart
De Clyde gezien vanaf de
Barentsz-Zee
Foto’s F.J. Steketee
De Clyde wordt
gebunkerd Foto F.J. Steketee
De Clyde wordt
gebunkerd Foto Piet Jong
Het
weer wordt steeds slechter. De Zuid-Zuidwesten wind neemt geleidelijk aan toe
en doet de Clyde steeds harder slingeren. Ook de beide tankers doen vervelend
en verwaaien naar de bakboordzijde van de Clyde. Het is ’s avonds tussen 20.00
uur-21.00 uur dat het all hands on deck is. De Clyde gooit zwaar naar
bakboordzijde en er loopt een zeer hoge zee, de wind buldert en bonken water
storten zich op ons achterschip. Bootsman, matrozen en matrozen o/g’s staan
regelmatig tot hun middel in het water. De stoottouwen die op de sleepdraad
staan moeten gevierd worden omdat als deze te stijf staan de kans bestaat dat
ze zullen breken. Het helpt ook nog enigszins dat de Clyde nog kan sturen met
dit bar slechte weer. Op de brug wordt intussen geprobeerd om de Clyde voor de
beide tankers te krijgen maar dit blijkt niet te lukken.
Wij
staan als jonge zeevarenden in stuurboord walegang, we mogen niet op het
achterdek komen omdat dit veel te gevaarlijk is voor ons jonge broekies, jezelf
staande proberen te houden en goed kijken wat er allemaal gebeurd is de enige
optie. De Zuidwesterstorm windkracht tien is nu op zijn hoogtepunt. Beide
tankers bevinden zich nu bijna dwars van ons aan onze bakboordzijde. Wat te
verwachten is gebeurd binnen een ogenblik. De stuurboord sleepdraad waarop wij
de Saucon verslepen en die het dichtst achter ons meevaart als we normaal
slepen, valt slap.
De
sleepverbinding is gebroken en binnen de kortste keren is de tanker uit zicht,
gelukkig niet op de radar van de Clyde maar voor ons die aan dek staan. We zien
haar navigatie lampen niet meer, en ook door de hoge golven en het opspattende
schuim dat als een nevelgordijn door de lucht vliegt, lijkt het af en toe wel
of het water uit de zee wordt geblazen. Vanaf de Saucon wordt contact opgenomen
met onze ouwe, chef runner Hartog meldt dat de sleepketting bij hen aan boord
is gebroken.
Op
ons achterschip is de sleepdraad van de Saucon inmiddels midscheeps op de
sleepbogen getrokken en nadat de draadsleden van de draad zijn verwijderd wordt
begonnen om het sleepgerij binnen te halen. Er bungelt zo’n zeven honderd meter
sleepdraad, een nylon rekker en een stalen voorloper van zestig meter over de
kont van de Clyde. De zaak is nu om het sleepgerei zo snel mogelijk binnenboord
te krijgen. Dit gebeurt vrij snel onder deze omstandigheden en alles wordt direct
gesjord op ons achterdek zodat dit nergens meer heen kan spoelen of in de weg
ligt voor de mannen die hun handen vol hebben aan dek.
De Clyde maakt nog steeds zware halen naar
bakboordzijde, misschien wel dertig tot vijfendertig graden. Opeens met een
klap breekt onze bakboord sleepdraad buiten de beting, er ligt nog een meter of
vijf aan dek.
De
Clyde maakt nu een flinke gooi naar stuurboord nu ook de Shabonee los van de
Clyde is. Ook deze tanker is binnen de kortste keren uit zicht. De Clyde wordt
met de kop op de kokende zee gelegd, zo houden we het achterdek min of
watervrij (al loopt er af en toe een flinke roller binnenboord). Er kan
begonnen worden met het achterdek te klaren alles wordt nog eens extra gesjord.
Er
is ook door onze marconist contact opgenomen met Smit in Rotterdam over het
probleem waar we nu mee te maken hebben. Van hen krijgen we even later bericht
dat zij de Barentsz-Zee die ons dezelfde dag heeft gebunkerd, opdracht hebben
gegeven om ons ter assistentie bij te staan.
Later
krijgen we dan ook van de gezagvoerder van de Barentsz-Zee te horen dat zij
rond zijn gegaan en naar onze gegiste positie te komen, ook zij bevinden zich
in de nog steeds gierende storm. Ook gaat er per morsesleutel van onze sparks een bericht uit voor deze omgeving in de
Atlantic dat op de locatie ongeveer 33 graden Noord en 46 graden West twee
onbestuurbare tankers op drift zijn. We kunnen nu even niets meer doen tot het
daglicht wordt en de storm is geluwd. Gelukkig bevinden we ons centraal tussen
Bermuda en de eilandengroep van de Azoren dus hebben we ruimte genoeg om ons
daar niet druk over te maken. Inmiddels worden bij ons op de Clyde beide
tankers goed in de gaten gehouden.
Als
het werk op dek gereed is gaan we van dek en zoeken beschutting in de accommodatie,
alle blinde kleppen voor de patrijspoorten, deuren goed waterdicht gesloten, en
alles staat goed zeevast. Onze 2e stuurman komt langs met een koude
fles hemelwater uit Schiedam, een schootan voor de schrik en dik verdiend door
onze mannen.
Na de borrel duikt iedereen die vrij is van
wacht in zijn kooi, (die nu is voorzien van een slingerplank zodat je er niet
kan uitrollen). Je wordt vanzelf door het slingeren en de vermoeidheid in slaap
gewiegd op een zeer beweeglijke sleepboot Clyde.
10 Het opnieuw
vastmaken van de Saucon
De
volgende ochtend is het vroeg dag. We zijn stand-by één van de tankers, de
Saucon. De Barentsz-Zee schijnt inmiddels gearriveerd te zijn bij de Shabonee,
met aan boord chef runner Willem van Es met zijn mannen. Getracht zal worden
dat de Clyde en de Barentsz-Zee beide één tanker zullen vastmaken en dan zo op
weg te gaan richting Spanje. De runners aan boord van de Saucon zijn inmiddels
begonnen een reserve sleepketting en een nieuwe voorloper sleepklaar te leggen.
De ketting op de bolders belegd en gezekerd, daarop de nieuwe voorloper met een
zware sluiting ingesloten. De voorloper wordt met lange bochten met daarop
zogenaamde snij eindjes aan het hekwerk van de tanker vastgeknoopt. Op de
voorloper is een manilla drijflijn van zo’n 150 meter, deze zal dan weer op de
Clyde met behulp van de kaapstander worden binnengehaald. Als alles nu klaar
hangt op de Saucon zal worden getracht vast te maken. De storm is geluwd en er
blijft een bries over, de deining is nog hoog maar we gaan het proberen om vast
te maken. Na enkele malen proberen een beetje in de buurt van de Saucon te
komen en hieuwlijnen over te krijgen worden deze pogingen gestaakt. We hadden
het best spannend gevonden als men het “rocket pistool” had gebruikt om de lijn
over te schieten maar om een of andere reden is deze toen niet gebruikt.
Volgens de gunstige weerberichten voor morgen wordt besloten om te wachten tot
de volgende dag.
Er wordt getracht de
Saucon vast te maken
De stuurboord sleepdraad
is klaar gelegd
Foto Bart
Het lukt de eerste dag
niet om de Saucon weer vast te maken
De Saucon gezien door
een patrijspoort Foto Bart
De op drift geraakte
Saucon
Foto Arnold
We
hebben ruimte genoeg hier op de oceaan en willen geen ongelukken maken. In de
tussentijd wordt met behulp van machinist en enkele olielieden ons stukje
sleepdraad dat zich nog op onze bakboord sleepwinch bevindt daarvan af
gedraaid. Men is er nu klaar voor om duizend meter nieuwe sleepdraad op de
winch te draaien.
Er
worden nieuwe vulcalon hulzen (draadsleden van een bepaald soort materiaal)
over de draad geschoven en de tamp van de sleepdraad wordt met een klem met
vier stevige bouten aan de sleepwinch vastgezet. Als alles op zijn plek zit,
wordt er een soort stopper op de draad gezet. Deze stopper wordt geborgd zodat
hij niet aan de haal gaat bij het opdraaien van de draad. Ook wordt de draad
met enkele kruisslagen over de gehele breedte van de beting gelegd zodat de
draad goed strak op de sleepwinch kan worden gedraaid. Na een uurtje is de
draad op de winch gedraaid en is ook dit intensieve karwei gedaan, de koude en
verdiende borrel erna smaakt prima en de warme douche maakt dat eenieder zich
weer goed voelt. Morgenochtend Day-break kunnen de mannen weer aan de bak.
De
volgende ochtend wordt er vroeg gepord. De bootsman met zijn mannen begeven
zich naar het achterdek, onze ouwe wil het weer gaan proberen om de Saucon vast
te maken. Het weer is een stuk verbeterd en de hoge deining is flink ingezakt.
De runners aan boord van de tanker hebben aan bakboordzijde van het schip hun
plaats ingenomen, klaar om de hieuwlijn(en) bij ons op het achterdek te werpen.
De Clyde gaat de Saucon
weer vastmaken
Foto Bart
Op de Saucon wordt de
drijflijn binnenboord gehaald
Foto Bart
De Clyde staat weer
vast Foto Bart
Zodra
de Clyde aan de bakboordzijde van de Saucon gaat aanpassen wordt er door een
van de runners een hieuwlijn aan dek geworpen, de eerste worp is meteen raak.
De
drijflijn wordt als een speer binnengehaald met de daaraan geknoopte voorloper
en met een zware sluiting ingesloten op onze dubbele nylonrekker die reeds is
ingesloten op onze sleepdraad. Onze ouwe laat de Clyde langzaam vooruit stomen
en de runners snijden op hun beurt de snijeindjes van de voorloper door. Onze
nylonrekker loopt overboord en direct wordt ook onze sleepdraad gevierd. Op de
sleepdraad is een zogenaamd “speeleindje” met een sluiting bevestigd, dit
speeleindje zal later als de draadsleden zijn aangebracht vervangen worden door
een stoottouw.
De nylon rekker loopt overboord
Foto Bart
De sleepdraad wordt nu
op lengte gevierd, de reis wordt vervolgd Foto Arnold
Zeekaart bunkeren
Barentsz-Zee en waar beide sleepverbindingen braken
De
rollen die op de kont staan gaan naar beneden en de draad wordt verder gevierd.
Met wat meer vermogen gedraaid maakt dat er sneller gevierd wordt. Er wordt
zo’n 850 meter draad gevierd, de draadsleden worden op de kont en sleepbogen
geplaatst en er worden twee stoottouwen (tros van staaldraad en manilla
gevlochten die ook wel cobra’s worden genoemd) op de sleepdraad gezet. Deze
stoottouwen zullen de sleepdraad zo’n beetje midscheeps houden. Met slecht weer
heeft deze sleep wel eens de nijging om op te loeven en komt dan wat schuin
achter de sleepboot te liggen. De stoottouwen zullen dan wat meegevierd worden,
en mocht er ooit iets van het sleepgerei breken dan wordt de hele handel met behulp
van deze stoottouwen midscheeps getrokken. De beide rollen op de kont worden
dan opgezet zodat het sleepgerei weinig of geen kans meer krijgt om in de zij
van de sleepboot te vallen en zo eventueel in de schroef van de sleepboot te
geraken. Ook worden op de sleepbogen dan meestal nagels op de sleepbogen
geplaatst voor alle zekerheid, het gaat (bijna) altijd goed. Nu alles op zijn
plek zit, gaan we volle kracht draaien maar zodanig dat we niet de boel weer
aan gort trekken. Volle kracht is niet altijd volle kracht om het maar zo te
formuleren, op naar Portugalete, Spanje.
11 Met de Saucon naar Portugalete,
Spanje
Het
is nu met één tanker volle kracht op weg naar Portugalet (Spanje). Het is voor
de bemanning van de Barentsz-Zee te hopen dat ook zij gauw zullen vastmaken, we
zullen het wel horen als het gelukt is want de Shabonee heeft al het sleepgerei
voor de haar boeg hangen, inclusief zo’n 900 meter sleepdraad van de Clyde.
Daar zullen de runners een hele kluif aan krijgen om deze draad te pakken te
krijgen en dan eventueel te laten slippen. De Clyde sleept volle kracht varend
en we maken 7 tot soms 8 knots per uur dus hebben aardig de gang erin. Het weer
is dan ook goed opgeknapt. Vanaf de plek waar de sleepverbindingen braken was
het nog een goede 2000 mijlen varen dus we kunnen nog even vooruit. Een weekje
later passeren we Noordelijk de Azoren. Het weer op de Noord Atlantic blijft
ons gunstig gezind en als we de Golf van Biscaye invaren, houdt ook zij zich
kalm. In de tussentijd horen we dat om een of andere
reden de Barentsz-Zee de tanker Shabonee niet heeft vastgemaakt, ze schijnt nu
achter de Ierse Zee te hangen die onderweg is met de Shabonee. Enkele
dagen later komen we aan te Portugalete, onze eindbestemming.
Zeekaart waar de Saucon
werd vastgemaakt en doorgesleept naar Potugalete, Spanje
Onze
sleepdraad is opgekort tot de nylonrekker op de sleepbogen ligt, op het gemak
varen we de haven binnen op aanwijzingen van een loods.
Er
verschijnen ook twee lokale sleepboten die de Saucon later verder de rivier op
gaan slepen richting Bibao. Eén sleepboot maakt voorop de tanker vast en de
ander op het achterschip, zij fungeert als stuurboot. De runners krijgen
opdracht om los te gooien en op de Clyde wordt dan het gehele sleepgerei
binnenboord gehaald. Na een korte stoot op de misthoorn is het lekko en even
later plonst de hele boel in het water, de Clyde kan het sleepgerei binnen gaan
halen.
Daar de Saucon schuin aan onze stuurboord
kant is verdaagd, ligt ons sleepgerei ook niet ideaal op de rivierbodem en
wordt het lastig om het sleepgerei binnenboord te halen. Met behulp van onze
“overstomer” wordt getracht de rekker midden achter op de kont te krijgen en de
rollen op te zetten om dan zonder problemen ons sleepgerei binnen te halen. Op
hetzelfde moment geeft onze ouwe langzaam vooruit en wordt er bakboord roer
gegeven. De Clyde gaat bakboord uit met het gevolg dat de rekker onder ons
schip verdaagt.
Wat
we nooit willen gebeurt dan. De rekker raakt onze schroef die vrijwel
onmiddellijk stopt, “tros in de schroef.”
De
Clyde ligt stuurloos in de brede haveningang en onmiddellijk laat een van onze
mannen het anker vallen. Pure pech dus weer maar gelukkig zijn er geen gewonden
of erger gevallen. Er wordt door de loods op verzoek van onze ouwe onmiddellijk
een duiker van de wal besteld die niet lang op zich laat wachten.
De
goede man gaat bij ons achterschip te water en komt weer snel naar de
oppervlakte om te melden hoe het er beneden uitziet. Het schijnt dat de rekker
niet erg vastzit, dus wordt in de schroefastunnel de schroefas handmatig
getornd.
Na
een korte tijd krijgt men van de duiker het sein dat de rekker uit onze schroef
is. Als de duiker uit het water is wordt er direct begonnen met het binnenhalen
van ons sleepgerei wat snel is gebeurd. We zien dat de rekker beschadigd is,
die heeft dus zijn langste tijd gehad. We gaan anker op en varen de Saucon
passerend naar de kade en meren af voorbij de gondelbrug.
De Clyde loopt de haven
van Portugalete binnen, de Saucon maakt haar laatste mijlen
De Clyde meert af, de
Saucon passeert onderweg naar de sloper
De bemanning druk aan
het werk, de Saucon passeert
Op het achterschip ligt
de beschadigde nylon rekker die in de schroef draaide aan dek
De gangway wordt uitgelegd
en opgetuigd
De Clyde afgemeerd in
veilige haven
Ook
zijn de vier runners terug bij ons aan boord gekomen, extra handen dus. Bij het
afmeren zien we de Saucon passeren die nu richting Bilbao wordt versleept, die
zien we nooit meer terug.
Het
reservemateriaal en runnersspullen worden de volgende dag aan boord gebracht.
We hebben er ongeveer 4700 sleepmijlen opzitten, gedeeltelijk twee tankers
slepend en de laatste 2000 mijlen met één tanker achter ons. We krijgen ook te
horen dat op 14 november niet de Barentsz-Zee maar de Ierse Zee de Shabonee
heeft vastgemaakt, de Barentsz-Zee heeft dus zo’n negen dagen bij de Shabonee
liggen drijven en nooit vastgemaakt, wel 300 mijlen de goede kant op gedrift,
waarom? nobody knows, wij toen niet in ieder geval.
Jaren
later en zelfs nog vrij kort geleden heb ik met diverse mannen gevaren en
gesproken die toen op de Barentsz-Zee voeren, een verhaal om niet over naar
huis te schrijven, dus dat zal ik dat maar zo laten. In ieder geval is de Ierse
Zee nu onderweg richting Portugalete dus zij maken ook nog wat sleepmijlen.
Na
enige dagen voor de wal te hebben gelegen en lekker hebben kunnen stappen in
Bilbao is de Clyde vol gebunkerd met brandstof en we hebben weer genoeg en
volop verse proviand gekregen. Ook is de schroef en as geïnspecteerd op schade,
alles blijkt in orde te zijn en ziet er goed uit, we zijn er weer klaar voor.
Zeekaart drift van de
Shabonee en Barentsz-Zee, Shabonee vastgemaakt door Ierse Zee
De Ierse Zee gaat de Shabonee vastmaken Foto Piet Jong
Zeekaart verslepen van
Shabonee door Ierse Zee en positie sleep overnemen door Clyde
We
moeten weer gaan varen. Het is de bedoeling dat we richting Ierse Zee/Shabonee
stomen en dan de Shabonee overnemen om haar naar haar laatste rustplaats te
slepen, Bilbao. Op maandag 23 november verlaten we vroeg in de ochtend onze
ligplaats en varen we fullspeed richting transport Ierse Zee/Shabonee, het weer
in de Golf van Biscaye is gunstig op het moment dus we boffen. De volgende dag
tegen de middag komen we aan bij het transport.
De Ierse Zee met
Shabonee komen in zicht
Foto Bart
De Ierse Zee haalt haar
sleepdraad in
Fotoserie van het
overnemen van de Shabonee door de Clyde
Foto Bart
Foto Bart
De Ierse Zee gooit los,
de Clyde kan haar sleep weer vastmaken
Op
beide sleepboten wordt eerst gegeten en daarna haalt de Ierse Zee haar
sleepdraad in. Na een half uurtje ligt zij met haar achterschip onder de boeg
van de Shabonee en kapitein Jan Bruins van de Ierse Zee geeft het seintje aan
de runners dat er losgegooid gaat worden. Op de Ierse Zee wordt de drijflijn op
de voorloper geknoopt en deze lijn wordt aan de runners op de tanker gegeven
zodat zij die later weer aan de Clyde geven om in te sluiten. De Ierse Zee
sluit nu de voorloper uit en vaart daarna een beetje uit de buurt van de tanker
zodat de Clyde alle ruimte heeft om vast te maken.
Op
zijn beurt manoeuvreert onze ouwe de Clyde voor de boeg van de tanker. Een
hieuwlijn wordt bij ons op het achterdek geworpen. De hieuwlijn wordt
razendsnel binnenboord gehaald met de daarop door de runners gestoken drijflijn
die op zijn beurt weer vast is gemaakt op de voorloper.
Met
onze kaapstander wordt de drijflijn met daaraan de voorloper bij ons scheep
gehaald. Zodra de voorloper binnenboord komt wordt deze ingesloten met een
zware sluiting op onze nylonrekker. De drijflijn wordt zo kort mogelijk
losgesneden door een van onze matrozen en direct loopt de rekker overboord. De
Clyde vaart langzaam vooruit en de sleepdraad wordt gevierd net zo lang tot de
Shabonee op lengte ligt.
Het
vermogen wordt opgevoerd en stoottouw en draadsleden worden aangebracht, het is
niet ver meer dat we moeten slepen maar zekerheid voor alles. We groeten elkaar
met de misthoorn en beide schepen varen hun eigen koers, onze middag positie
43.26 Noord en 09.59 West, zo’n 70 mijlen ten Westen van Ferrol (Spanje).
Na
twee dagen slepen arriveren we op 26 november weer te Portugalete en leveren we
aldaar de Shabonee af, ditmaal zonder enig probleem.
We
nemen de vier runners terug aan boord en we meren weer af aan de kade waar we
al eerder hebben gelegen, voor de “gondelbrug” en krijgen het reservemateriaal
die dag nog terug aan boord.
Nadat
de boel in de middag geklaard is zijn we vrij om nog één keer de wal op te gaan
om te passagieren. Morgen zullen we hier vandaan vertrekken en richting Holland
gaan.
We
krijgen te horen dat we eerst in de Golf van Biscaje de dubbele sleep overnemen
van onze kleine zuster Poolzee die met een zogenaamde “bok” genaamd St. Joris en een ponton genaamd No.4
onderweg is van de Zuid Spaanse havenstad Cádiz naar Rotterdam. Wij gaan voor
het zover is nog even naar Bilbao voor een gezellige avond.
Zeekaart, positie waar
de Clyde de Shabonee heeft overgenomen van de Ierse Zee
14 Slepen overnemen van de
Poolzee
Vandaag,
vrijdag 27 november gaan we naar zee en stomen fullspeed richting Noordwest
alwaar zich op een dikke 200 mijlen de Poolzee met haar beide slepen moet
bevinden. Bij een Noord Noordwestelijk windje, kracht 2 tot 3 zullen we haar
morgen rond de middag bereiken. De volgende middag, zaterdag 28 november zijn
we om 13.00 uur op locatie bij de Poolzee op positie 47.24 Noord en 06.19 West.
De Poolzee komt in zicht
Foto Bart
De Poolzee bezig om voor
de wind te komen
De
wind is in middels wat aangewakkerd Noord Noordwest 5 tot 6. Onze ouwe en
kapitein Jaap Pannekoek van de Poolzee besluiten om 13.45 uur voor de wind te
gaan liggen, koers Zuidoost.
De Clyde gaat nog een
keertje rond
Bij
ons op de Clyde wordt stuurboord sloep overboord gezet en daarmee wordt er tot
14.45 uur sleepgerei overgebracht naar de Poolzee. Dit is nodig omdat als wij
hun slepen overnemen zij te veel materiaal moeten missen zoals een nylon
rekkertje (geschikt voor de Poolzee), sleepkettingen, voorlopers, pompen,
slangen en alles wat er aan klein spul nog bij komt. Zo wordt enkele malen met
de sloep heen en weer gevaren tot alles op de Poolzee aan boord is afgeleverd,
dit is geen gemakkelijke klus bij dit briezerig weer.
Foto’s Bart
De sloep wordt over
boord gedraaid met gebruik van “ellebogenstoom”
De sloep hangt
buitenboord en kan te water
Foto’s Bart
Intussen wordt
stuurboord sleepdraad klaargelegd
Vervolgens wordt ook
bakboord sleepdraad klaargelegd
Foto’s Bart
De sloep brengt
inmiddels materiaal over naar de Poolzee
En levert weer materiaal
af bij de Poolzee Foto Bart
Gelukkig
hebben we met acht runners aan boord dus extra veel mankracht. Intussen worden
ook onze beide sleepdraden klaargelegd en van stoottouwen voorzien voor als we
de slepen gaan overnemen.
De
sloep wordt weer scheep gehaald en weer in de stoelen gezet, sjorringen worden
vastgezet, zeildoek over de sloep, weer een karwei geklaard.
Een
kwartier later gaan we aan stuurboordzijde van de Poolzee aanpassen om ponton
No 4 over te nemen en nadat de voorloper bij ons aan boord is ingesloten op de
rekker, wordt de stuurboord sleepdraad gevierd op flinke lengte zodat er wat
meer manoeuvreerruimte is om de bok St. Joris over te nemen. Op de Poolzee
heeft men in die tussentijd de St. Joris naar zich toegehaald tot haar
nylonrekker net binnenboord is. Wij passen weer aan met de Clyde aan stuurboord
kant van de Poolzee en trekken met een cobra tros de nylonrekker van de Joris
naar ons toe en deze wordt ingesloten op de bakboord sleepdraad van de Clyde.
De beide draden worden nu tegelijk gevierd tot de slepen op lengte liggen.
De dubbelsleep die de
Clyde overnam van de Poolzee
Om
16.15 uur is het overnemen achter de rug en wordt zoals gewoonlijk afscheid
genomen doordat beide slepers hun misthoorn driemaal laten horen, goede reis en
behouden vaart en thuiskomst worden gewenst.
15 De thuisreis met de
twee slepen.
De
Clyde sleept tegen een krachtige Noordnoordwesten wind, windkracht 6 in
richting het Engels Kanaal en de Poolzee zet koers richting Middellandse Zee.
De mannen, die hard hebben gewerkt aan dek en machinekamer krijgen een extra
schootan en er wordt geproost op een goede thuisvaart. Er waait toch een beste
bries en het doet de twee sleepjes behoorlijk stampen, af en toe verdwijnen ze
in een flinke wolk van buiswater. Twee runners zijn aanwezig op de St. Joris,
chef runner Piet van Opzeeland en zijn maat Dirk Schilder, zij zullen wel blij
zijn als het weer beter gaat worden. Op het ponton No 4 bevinden zich geen
runners.
Er
wordt besloten wat langzamer aan te doen zodat de slepen gemakkelijker liggen,
ze stampen en buizen dan minder hard, het is zaak om de boel heel te houden.
Foto’s Bart
Bij een harde
Noordnoordwesten wind buizen beide slepen flink
Onderweg naar Holland,
de laatste loodjes Foto Bart
Ver
in de nacht varen we het Engels Kanaal in wat maakt dat de Noordwestelijke
deining ook wat inzakt door de opper van de Zuidwest kust van Engeland.
Zo
varen we zonder problemen richting Holland en sommige van ons zijn al bezig met
het pakken van koffers en plunjebalen. Hutten worden gesopt, kasten, badkamers,
alles krijgt een laatste grote beurt voordat we thuis zijn. Ook in machinekamer
en kombuis steekt men flink de handen uit de mouwen, het schip is spic en span.
We
komen voor de Straat Dover waar de ferryboten van Engeland naar Frankrijk soms
op korte afstand en een flinke snelheid onze koers kruisen, de sleepdraden zijn
opgekort, je moet hier beter niet met mistig weer varen, behalve als het niet
anders kan.
Op
2 december varen we op de Noordzee, in de ochtend arriveren we voor de Nieuwe-Waterweg
en met beide slepen kort achter ons, varen we deze ons bekende vaarweg op. Voor
Rotterdam worden beide slepen overgenomen door havensleepboten en verder
versleept naar hun bestemming. Op de Clyde wordt het sleepgerei netjes
klaargelegd en opgeschoten aan dek, zo heeft de walploeg ook wat te doen.
Kapitein
Verschuur laat onze Clyde rondgaan en we stomen naar de haven van Maassluis
waar we met assistentie van twee sleepboten van de rooie dienst de haven in
worden gesleept. Met de boeg naar de
rivier worden we naar binnen gesleept en meren we af. De gangway wordt op de
kant gelegd zodat familie, walpersoneel, douane etc. aan boord kunnen komen.
Mijn koffer staat gepakt en er wordt door de bemanning onderling afscheid
genomen. Een taxi wordt besteld en ik rijd mee met enkele Vlaardingers die ook
naar de “Haringstad” moeten. Snel ben ik thuis en ga weer een poosje met
verlof. De reis was niet al te lang maar we hebben toch het een en ander
meegemaakt.
Gelukkig hebben we de foto’s nog!!!!
Zeekaart, het overnemen
van twee slepen van de Poolzee, einde reis
Tot de volgende reis?
Volgende pagina’s info en meer foto’s
die niet in het verhaal zijn opgenomen
Runners aan boord Clyde
Bemanning Clyde
Bedankt collega’s van het Nationaal
Sleepvaarmuseum voor het inzien van de logboeken van de Ierse Zee, Barentsz-Zee
en Poolzee, zonder deze gegevens was ik minder ver
gekomen met dit verhaal.
Jan, bedankt voor je mooie platen en het vele
werk.
Fotografen en info,
Bart Kuijsten, Frans Steketee, Piet Jong, Arnold
Tombroek, internetfoto
Arnold Tombroek en Dirk van Wolferen bedankt
voor jullie info.
Onbekende fotografen NN.
Foto’s zonder naamsvermelding zijn eigen
gemaakte foto’s en collectie
U allen bedankt.
Ron de Jong Beekhuijsen
De Clyde in de haven van
Maassluis
Illustraties van Jan Simons
Onze Ouwe op de Clyde,
Willem Verschuur
Van de Engelse sleepboot
Headman wordt de Zita over genomen bij Hoek van Holland
Het sleepmateriaal wordt
klaar gelegd, hier is Ben bezig met de nylon rekker
Soms wordt
er zwaar lichamelijk werk verricht
De drijflijn wordt binnen gehaald op de
Zita
De Clyde staat vast op
de Zita, de rekker wordt gevierd
Bootsman en matrozen
bezig met het insluiten van de nylon rekker
De Tak 7 wordt
vastgemaakt, operatie “Spuitgat”
Met de Tak 7 slepend op
de Nieuwe-Waterweg onderweg naar de Duitse Bocht
Een stevige bries op de
kop
De Tak 7 wordt verankerd
boven de boorput, op de achtergrond de Mr. Louie
De Tak 7 verankerd op
locatie
De Kamperdijk van de H.A.L. wordt vastgemaakt wegens brand na een
explosie in de M.K.
De Clyde gaat vastmaken
De Kamperdijk staat vast
en wordt naar Rotterdam versleept
Van de Engelse Britonia
werd de Mr. Keck overgenomen en naar Rotterdam versleept
De Clyde nam de Mr.Keck over van de Engelse Britonia van Overseas Towage
and Salvage
De Clyde slepend de
Triton naar Nigeria, hier wordt Maassluis gepasseerd
De Triton goed volgend
met mooi weer in het Engels Kanaal
Het transport bij minder
goed weer in de Golf van Biskaje
Het transport te Ferrol,
Spanje wegens schade, de Ierse Zee langszij de Clyde gemeerd
De Clyde op station te
Horta, Fayal, Azoren
Met een mok koffie aan
dek en een mooi uitzicht is het goed toeven
De Clyde vertrekt vanuit Horta en gaat onderweg naar Beaumont, Texas,
U.S.A.
Slepend één tanker, de
Shabonee de Sabine River af naar zee
Op een woelige zee met de Saucon en Shabonee van Beaumont naar Portugalete,
Spanje
Bij stormweer loeven de
beide tankers zwaar op
En verdwijnen soms
achter de hoge golven
De Clyde krijgt bunkers
van de Barentsz-Zee
Het transport Clyde
slepend Saucon en Shabonee gezien vanaf de Barentsz-Zee
In de avond breken beide sleepverbindingen in zwaar stormweer, dan is het
flink buffelen
De Saucon op drift, zij zou
later weer worden vastgemaakt door de Clyde
De Zwarte Zee werd
omgedoopt tot Ierse Zee, zij zou de later de Shabonee vastmaken
De Ierse Zee bezig haar
sleepdraad binnen te halen
De Ierse Zee gooit de
Shabonee los, de Clyde gaat even later vastmaken
Een dubbele sleep wordt
overgenomen van de Poolzee en versleept naar Rotterdam
De Poolzee heeft beide
slepen over gegeven en vervolgt haar reis
Wekelijks dekwassen en
op de bezem
Onderhoud plegen en er
wordt een zonnetje geschoten
Kok en koksmaat zorgen
voor een stevige maaltijd
De machinekamerkap
krijgt een likje grondverf
Met mooi weer “pikheet”
aan dek
Het einde van de reis,
de Clyde op weg naar de thuishaven Maassluis
Achterdek Clyde
Achterdek Clyde
Clyde
sleept Mr. Keck
De
Mr. Keck
Foto De Sleeptros
De Engelse sleepboot
Britonia van de O.T.S. Foto NN
Foto Bart
Bart Kuijsten pikt een
blaasje, Clyde sleept boorplatform Triton
Foto Bart
Slepen de Triton
In de Golf van Biskaje
Foto Bart
Clyde gemeerd langszij
de Triton, Ferrol, Spanje
De Mobil Power te Beaumont, Texas U.S.A.
De
Mobil Power te Beaumont, Texas
Enige slooptankers te
Beaumont, Texas
Foto Bart
Met de Shabonee slepend
op de Sabine River, Beaumont Texas
De Saucon en Shabonee
slepen van Beaumont, Texas naar Portugalete, Spanje
De Barentsz-Zee bunkert
de Clyde
Foto Bart
De Clyde krijgt bunkers van de Barentsz-Zee Foto F.J. Steketee
Barentsz-Zee bunkeren Clyde
Foto F.J. Steketee
Barentsz-Zee bunkeren
Clyde Foto F.J.
Steketee
Bij windkracht 7 zijn
alleen de masten nog te zien van een van de tankers
Winderig weer op de
Noord-Atlantic Foto Bart
Het sleepmateriaal wordt
regelmatig gecontroleerd Foto Bart
Draadsleden moeten soms
worden vervangen Foto Bart
Sleden vervangen Foto
Bart
Bart is klaar met zijn
werk
Foto Bart
De Clyde schept af en
toe water met de oploevende tankers
De Shabonee en Saucon
loeven flink op in een harde bries
Foto’s Bart
Hoge deining
Na het breken van de
sleepverbinding de Saucon op drift
Foto’s Bart
De Saucon op drift
Foto’s Bart
De Saucon op drift
Foto’s Arnold
De Saucon op drift
De Saucon op drift Foto’s Bart
De Saucon op drift
De Clyde gemeerd te
Portugalete, Spanje Foto Bart
Clyde gemeerd te
Portugalete Foto Bart
Foto Bart
Van de Poolzee twee
slepen overnemen
De Poolzee
Foto Bart
Op de volgende pagina vind u de foto’s van
bemanning etc.
Potje doen, v.l.n.r.
Ben, Rudi, Dirk en Arnold
V.l.n.r. Steef, Arnold,
Ben niet zichtbaar en Ron, de schrijver van dit verhaal
V.l.n.r. Dirk (2e
kok), Willem (bootsman) Hans en Bart
Feestje in de olielieden hut, v.l.n.r. Ben, ikzelf, Bart en Dirk (de Kok)
Rossy krijgt een borrel
toegediend, v.l.n.r. Ben, Bart, ikzelf, Dirk en Rossy liggend
V.l.n.r. Bart, ikzelf,
Siert en Dirk
Hutmaat koksjongen Ben
Buurman
Ikzelf Ron de Jong
Beekhuijsen
Links Siert, rechts
ikzelf, beide dekjongen met muziekje op de beting
Ikzelf in mijn jonge
jaren op de Sabine River, Beaumont, Texas
Ben Buurman ter hoogte
van Sao Jorge, Azoren
Matroos Steef Slotboom
houdt de Clyde op koers
V.l.n.r. Ton Meijers en
Rudi Angenent op het achterdek
Matroos Hans de Wit kwam
ook even kijken