Londen - Parijs

Juli 1964 lagen we in Londen bij de Dock yard com vlak bij de Towerbridge stukgoed voor de Navo dat naar Parijs moest te laden. Twee jaar daar voor hadden we ook al aan die werf gelegen om tractoren te laden voor Barcelona. Neffen ons lag ene kuster de twee gezusters die nodig eens gekuist zou mogen worden. Wat een misère op die boot en een verfje was ook wel nodig. De kapitein zei dat de twee eigenaren broers niet van die toffe waren. Ze hadden geen eigen bevrachter maar zochten hun lading altijd zelf. Je moest ze ook in de gaten houden want als ze de kans kregen pakten ze alles wat zij te pakken konden krijgen. Toen we gedaan hadden met laden gingen we na dat de loods aan boord was gekomen vertrekken.

Ik stond dan op de brug want ik zag dat gere de kapitein stond op de brug en bediende de telegraaf en het stuurrad. De stuurman wij hadden een nieuwe Thomas Muis was zijne van, en Nico op de bak en Theo achter. De vloed liep al aardig door op het moment dat we los gooiden. Daar we met de kop voor de'n stroom lagen riep de kapitein achter los en draaide aan het stuurrad. De acher kant begon dan rond te draaien met alleen nog een tros op het voorschip vast. Ik had dat al zo vaak gezien want we voeren vaste dienst op Parijs. Als we haast rond waren was het bak los en gaf de kapitein volle kracht voor uit. Maar al wat er na dat bevel via den telegraaf gebeurde er kwam geen volle kracht voor uit. En de Towerbridge kwam rap nader de kapitein bleef de telegraaf hendel heen en weer jassen maar we hoorden alleen een zacht gesis beneden maar geen startende motor. En steeds rapper zagen we de brug naderen. De kapitein begon te vloeken van meester godver........ godver......... excuseer dat ik dat schrijf, ik sloeg subiet een kruiske en toen begon hij mijn ventje voor vuile klootzak uit te schelden het schuim stond hem op zijne mond. We waren op dat moment de brug zo dicht genaderd dat ik de balken onder de brug kon zien. De kapitein brulde letgo anker maar wat er ook viel geen anker. In eene hoorden we de motor aanslaan en het schip begon zijn tocht naar de brug te stoppen en de vaart vooruit begon er rap in te komen. We verwijderden ons steeds verder uit de gevaarlijke zone van de brug. Ik stond in een hoekje van de brug naar de kapitein te staren hij keek mij achter het stuurwiel staande aan, haalde zijn schouders op, en zei het spijt me van dat vloeken Alize maar je man is nog niet van me af.

Ik ging naar beneden om een taske koffie te drinken. In de mess zat mijn ventje met Ellie onze twee jarige dochtertje op zijn schoot die hem met haar kleine pollekens aan zijn baard zat te trekken wat ze heel plezant vond ons klein lieveke. De kok Sijbrant een Vries uit Leeuwarden een stadjer zoals hij zei, stond in de deur opening vertederend naar dat tafereelke tussen fokke en dochter te kijken. Een mok koffie Alize vroeg hij me, gere kok en als je nog heb zo'n lekkere smautebol mmmmm. Nadat ik mijn koffie en smautebol gekregen had vroeg ik mijn ventje wat er met de motor mis was gegaan tijdens ons vertrek, de kapitein maakte flink ambras vertelde ik hem. Gelijk kwam dat zachte lachje van mijn ventje en dan wist een ieder die hem kon dat hij totaal niet onder de indruk was. Hij en de tweede vertelde mijn ventje hadden gisteren de flenzen van de luchtketels van nieuwe pakkingen voor zien vier ketels dus die moesten leeg. Nadat de klus gedaan was had hij vergeten de ketels weer vol te pompen en daar de tweede na die klus de dekmotoren was gaan nakijken dacht hij dat mijn ventje de ketels op druk gezet had. Dus toen de tweede de volgende dag in de machine kamer voor vertrek beneden kwam omdat het zijn wacht werd, stonden de meters door omstandigheden goed. De tweede dacht dat mijn ventje de luchtketels al had open gedraaid. Maar mijn ventje was nog niet in de machinekamer geweest. Tijdens ons vertrek zat hij in de mess met de kok te praten die op de kleine paste die in haar kot zat te spelen. Hij hoorde de telegraaf als een gek te keer gaan en begreep wat er mis was. Hij is naar beneden gevlogen en heeft vetboy de reserve lucht ketel open gedraaid en de motor gestart terwijl onze arme tweede verbaasd naar mijn ventje zat te kijken. De vetboy was een wanstallige dikke ketel van twee meter breed en haast net zo lang en was altijd op druk voor noodgevallen vertelde mijn ventje me. Onder wijl kwam de stuur, en Nico een van onze matrozen en Andries onze og de mess binnen om koffie te drinken. Thomas onze stuur vertelde over het anker dat niet vallen wou toen hij over de boeg keek wat er aan de hand was zag hij helemaal geen stuurboords anker hangen alleen het bakboords anker. Toen Nico de dekstopper van dat anker los sloeg hoorden zij de motor starten en de kap anker vast schreeuwen. Daar de twee gezusters met het achter schip tegen onze voorplecht had gelegen. Heeft iedereen aan boord deze mannen als de schuldige gezien. Want de verhalen gingen van gestolen trossen tot afgetapte stookolie aan toe als zij langs de Twee Gezusters hadden gelegen. Toen we in de Downs voeren voer zo'n platte Engelse kolen boot de City of Londen stond er op het achterschip voor ons. Die schepen waren speciaal zo laag gebouwd om zo lang mogelijk tijdens hoog water, onder de Towerbridge door te varen zonder dat deze open moest. Dat heb ik niet van mezelf maar van de stuur van de Elena Perez. Hij was een heel aardige man en ik heb veel van dat bolleke geleerd. Ik zat lekker in een hoekje met de kleine opschoot van al die soorten schepen en de zee te genieten. En zag dat Thomas onze stuur steeds maar naar de kaart liep en dan terug om met zijn verrekijker naar de volgende boei te kijken en dan begon hij te prevelen. Ik wist dat hij de flitsen van de boeien aan het tellen was. Het was zijn eerste reis als stuurman en hij was een beetje zenuwachtig. Zelfs Ellie kon zijn aandacht niet naar zich toe halen terwijl hij anders altijd met haar bezig was. Gij kunt het Thomas alez het went wel manneke zei ik tegen hem.

Na een poosje op de brug gewest te zijn ging ik naar beneden om de kleine in haar beddeke te leggen. Na dat gedaan was ging ik naar de mess om een praatje met de kok of wie dan ook te maken. Toen ik binnen kwam was mijn ventje er nog niet Dus naar de machine kamer toe al deed ik dat niet gere. Maar alez het schip lag bij kans stil dus zou het wel meevallen. Ik ging het trappeke af en keek boven op de motor waar van die plezante beugelkes op en neer dansten, en horen en zien mij verging. Nog ene trappeke en ik stond op het startbordes mijn ventje zag ik niet. Een vieze leren stoel stond voor het start wiel een rood wijzerke boven dat wiel met rechts en links een bordje, rechts stond start vooruit en links start achteruit. En daar boven eene foto van mij en de kleine, daar naast een foto van Lieveke het lief van ons tweede waar hij zes maanden mee was getrouwd en die hoog zwanger was. Lieveke kwam uit Antwerpen gelijk mij. Mijn ventje had met eene pen eene aureool boven mijn hoofd getekend en vleugelkes op mijn rug gelijk een engelke. De rillingen trokken in mij omhoog bij het zien daarvan. Ik voelde een arm om me hene komen en keek in mijn ventjes lachende gezicht . Ik pakte hem beet en zij hem dat ik hem zo gere zag. Zakte op mijne knieën sloeg mijne arme om hem hene en zei o heerser van dit duistere stinkende en lawaai makende hol ik zal voor immer uwe dienares zijn. En keek naar hem op. Ok zei mijn ventje dat komt mooi uit ik zal je straks als ik van wacht af ben daar aan houden. Ik vul nog even de smeerbak van de motor bij. De tweede zal wel zo beneden komen dan kunnen we aan de koffie en daarna. Dat was dan mijn van romantiek overlopend bolleke.

In de mess was het aardig druk Theo, de tweede en de stuur zaten aan de koffie de kapitein had zijn koffie boven gevraagd. De Kap wil denkelijk je man even niet ontmoeten Alize zei de kok tegen mij want de meester kan ook behoorlijk uit de hoek komen. En de kap heeft hem behoorlijk uitgescholden al hebben denkelijk alleen jij en Theo dat gehoord. Na dat we koffie gedronken hadden gingen we na de kleine verzorgd te hebben naar bed. Ik werd wakker omdat de kleine in haar bedje lag te kraaien van plezier. Na haar gekuist en een verschoning aangedaan te hebben ging ik met haar naar boven voor haar pap die de kok al klaar had staan en toen haar kotje in waar zij kon spelen. En verwend worden door de kok en iedereen die in de mess kwam. We voeren na de loods aan boord genomen te hebben de Seine op rechts van ons lag Honfleur. Een leuk Plekske waar we eens melkpoeder gelost hadden. Toen we in Rouan aankwamen was de mast al gestreken voor onder de bruggen door. Als we bij Parijs aan kwamen zou de kapitein met de loods bekijken of de stuurhut ook afgebroken moest worden. Maar in de zomer was dat meestal niet nodig de ballast tanks vol en we kunnen er wel onderdoor zei de kapitein tegen mij.

Ik wil jou wat vragen Alize vroeg de kapitein mij zoals je weet liggen we zo'n veertien dagen in Parijs. Zou jij een dineetje willen verzorgen een echt dineetje dan he. Want we hebben een heel goede kok maar ik wil iets bijzonders eten. Geen aardappelen met groente en een karbonaatje. En daar je man mij vertelde dat jij heel goed koken kan vraag ik jou dat te verzorgen met de wijn er bij, voor de hele bemanning uiteraard. En ik betaald de hele hap dus je hoeft niet op een Frank te kijken. Ja je man heeft zijn excuses aan mij gemaakt en ik aan hem omdat ik mij niet als een heer gedragen heb. Ik zij dat ik het gere deed ik zou ene menuke maken dan kon hij zijne bekomst maken. Nadat de slikloods zo noemden ze de loods die ons de Seine op naar Parijs zou brengen, aan boord was werd er losgegooid en gingen we onder de eerste brug door Richting Parijs. Alle loodsen hadden van de mannekens een bij naam gekregen. Zoals schijtende Henrie die moest altijd na een uurtje naar de Wc. De man aan het roer kreeg het in het begin toen dat gebeurde knap benauwd als er een af gaand binnen schip kwam dat aan de verkeerde kant van het vaarwater zat. Die had dan niet door dat het schip een blauwe vlag voer. Maar na ander half jaar Parijs - Londen wisten de mannekens er alles van en lieten zich niet meer van hun stuk brengen door Henrie. De loods die we nu hadden was de medicijnman. Als hij zijne sjakos open deed was dat vol met dooskes pillekes, buiskes pillekes in vele kleurkes en de drankskes niet te vergeten. Dat die man nog leeft moet een wonder heten zei mijn ventje dan. Na Elbeuf gingen we op Marie court aan daar moesten we door een sluis maar die draaide maar tot zeven uur dus de kapitein hoopte dat we het zouden halen dan konden we een heel eind door varen tot de volgende sluis. Ik ging naar de mess om naar de kleine te kijken en een praatje met de kok die alles van het gebeuren aan boord af wist te maken. In de mess zat mijn ventje met de kleine op zijne schoot een verske voor haar te zingen. Zoals, dat snoertje van bloed rode kralen dat mijn grootmoe eens droeg in haar jeugd. zou uren lang kunnen vehalen van wat liefde weemoed en deugt. Ik kreeg het van haar op mijn zestiende jaar en zo verder. Hij zong dat heel zacht terwijl zei haar armkes om zijne nek had geslagen Ik was daar niet zo content mee zunne want hij had me daar ene paar ongekuiste pollen. Haar kleedje was me daar vies van de olie en smeerlapperij wat een misère met dat manneke. Steeds weer vroeg ik hem zijne pollen te kuisen maar amai hij luisterde niet naar mij he. Ik denk niet dat we de sluis halen sjoeke zei mijn ventje dan gaan we lekker een eindje met de kleine wandelen en daarna een pintje drinken ja toch. Toen we de Eifeltoren voorbij voeren was het niet ver meer naar de losplaats waar we zo'n beetje veertien dagen zouden liggen met laden en lossen. We moesten oude franken die door midden gestanst waren laden voor Londen terug. Want Frankrijk had nieuw geld aangemaakt. Ik zat op het achterdek naar de Nottre damme Place du Concorde en alle andere bezienswaardigheden te kijken. Dat ging mij nooit vervelen zo mooi als dat altijd weer was. Mijn ventje kwam bij me staan en zei van nacht een rustige nacht sjoeke misschien eerst wat druk als het maar prettig is overleven we dat vast saampjes. Op dat moment rinkelde de telegraaf ten teken dat we de kade waar we moesten zijn naderden. Mijn ventje ging de machine kamer in wat hij in Londen ook had moeten doen dan waren die dingen zo als de motor niet starten niet gebeurd. Na een kwartier lagen we afgemeerd.

De andere morgen ging ik met mijn ventje en de kleine de wal op, om de boodschapskes voor het dineke te halen dat Zaterdag zou zijn. We gingen eerst naar de slachter voor het vlees ik koos vier mooie beenhammekes uit. En gaf gelijk de storelijst van het schip want het was onze vaste slachter op al die reizen geworden. En vroeg hem het Zaterdag morgen vroeg te bezorgen. Bij de groente man de echte Franse patatten die waren goed geschikt voor de gebakken patatten, en het juiste fruit voor de saus voor de beenhammekes. Bij de visman drie grote gekookte krabben voor de krab cocktal. Bij de kruidenier nog wat spullen zoals de wijn, en gember voor de saus voor de beenhammekes en de store lijst alles diende die Zaterdag morgen vroeg bezorgd te worden.

Na al dat geloop hadden we om dat het al flink warm was wel goesting in een pintje gekregen. Dus op zo'n gezellig Frans terrasje neer gestreken twee pintjes voor ons en de kleine haar fleske. Daarna langs de kade van de Seine richting Nottre Damme kraampjes kijken die stonden daar iedere dag. Met van alles en nog wat stoffen dump waar van het Duitse, en de Geallieerde legers fruit en heel veel meer. Zo liepen we door tot aan de Notre Damme en daar wilde ik altijd even naar binnen voor eene gesprekske met onze lieve Heer. Mijn ventje bleef met de kleine meid in haar wagentje buiten hij ging liever naar de schilders kijken die de taferelen daar op het witte doek vast lagen. De volgende dag was het vroeg opstaan want ik moest aan de slag om het dineke voor die avond voor te bereiden. Toen ik me gesjowerd had en beneden kwam lag mijn ventje nog heerlijk in zijn bed te slapen. En amai wat had hij de smoor in dat ik hem wekte ze aten maar brood zei hij mij dat smaakte net zo goed volgens hem. Toen hij op stond had hij eene bui om te schieten hij was in de stemming om ambras te maken. Maar de kleine meid deed zijne stemming rap veranderen zunne. Ik drukte haar in zijn armen en zei ga maar gauw naar boven en vraag aan de kok haar papke. Dan kan je haar dat geven brommend ging hij naar boven. Toen ik even later boven kwam zat hij haar te voeren en lachte alweer terwijl de pap in zijn haren zat.

Na het ontbijt en de koffie ging ik het kombuis in de kok zat de patatten al te schillen. Die moesten een kwartierke heel gekookt worden en dan afkoelen waar na ze in schijfjes gesneden werden om ze in de boter lekker knapperig bruin te laten bakken. Ik haalde alle spullen die overbodig waren uit de oven het was er gelukkig eene op gas en de enigste van de, le Compgagnie du Paris La Seine met ingebouwde thermometer. Dat had mijn ventje eens gefikst hij had een thermometer van de uitlaat van de motor door een gatje in de oven te maken gezet, en zo kon de kok de temperatuur in zijn oven stellen. Dat was wel zo makkelijk als ik de been hammekes moest grillen. Even later kwamen de etenswaren druppels gewijs aan boord de slager eerst. Dus was het werken geblazen voor de kok, Andries onze og was tijdelijk tot koks maat gebombardeerd en ik had de gehele leiding. Het menu was krab cocktail, vooraf met een witte fruitige wijn ;Tavel, het hoofd menu, patatten in schijfjes in de boter knapperig bruin gebakken, als groente, sperziebonen bloemkool, gegrilde beenham met een "fruitsaus," rode wijn ; Tavel, en vruchten pudding toe. Daar we geen wijnglazen aan boord hadden zou onze kruidenier voor de juiste glazen zorgen. Na een drukke dag van koken bakken en sausen bereiden, waren we klaar om te gaan eten. Mijn ventje had met de stuur de tafels op de juiste manier gedekt met bestek glazen en servetten, die hij de dag daarvoor nog gekocht had op de markt langs de Seine. Toen iedereen aan tafel zat diende de kok, Andries, en ik de krabcocktails op. Me'n ventje deed de wijn, hij was schoon gekleed ge kon zien dat hij zich daar ongemakkelijk in voelde. Hij liep gere in zijn stinkende werk kleren rond. Maar iedereen was voor de gelegenheid netjes gekleed ook onze kleine zag er patent uit. Ik had een schoon kleedje aan wat ik waar anders in Paris gekocht had. De kapitein zei dat ik er schoon uit zag in mijn kleedje, zegt mijn ventje logies kap het heeft me een vermogen gekost. Hij is altijd zo subtiel mijn bolleke. Hij stond onderwijl naast de kapitein met een geopende fles wijn de kapitein mocht voor proeven, om dat hij de hele handel betaald had, zei mijn ventje fijntjes tegen hem. De kapitein proefde de wijn en zei dat het prima smaakte hij kon natuurlijk niet anders zeggen. Mijn ventje vulde de kapitein zijn glas en zette de fles op tafel en zei dat het wat de wijn betreft van af nu zelf bediening was. Na de krabcocktail kwam het hoofd menu op den tafel. En toen dat gedaan was de pudding met vruchten en daarna de nodige wijntje's wat de gezelligheid nog meer verhoogde. Het feest is tot laat in de nacht doorgegaan de meeste mannekens zaten aan de pinten. Mijn ventje werd steeds vrolijker hij was niet alleen zo'n zotteke alle hadden hem goed om. En zo als ik al dacht mijn ventje begon te zingen niet Op het strand stil en verlaten dat kwam later wel als hij meer pinten op had dan pas kwam mijn mannekens tranen zang gelijk ik dat noemde. Maar nou zong hij O my over, in de cover of iets dergelijks in de Hollandse versie. Een paar regelkes noem ik u. En dat is nummer een en ik was met haar alleen. o, my over, in de cover zoete me king. Dat refreinke kwam met elk regelke terug. En dat is nummer twee en ik duwde hem in haar.....En dat is nummer drie en ze zat in haar niksie op mijn knie. En dat is nummer vier haar........ stond op een kier. En er waren tien van van zulke smerige regelkes van dat verske. De hele santekraam brulde met mijn ventje mee. Ik ging even naar ons kot naar de kleine kijken die sliep rustig in haar beddeke. Boven stond de kok aan dek een luchtje te scheppen, vind je dat niet rot Alize dat drinken en dan al die schunnige liedjes. Och dat vind ik niet erg zunne ze hebben plezant en morgen nie meer he. We gingen de mess weer in de kapitein en Theo waren als een zatte tempelier naar hunne kooi gebracht. De rest was al een stuk rustiger en keken troebelkes uit hun oogskes. Ook mijn ventje was ver heen hij zat met zijne kop te schudden en lalde wat. Ik zei dat hij beter naar zijn bed kon gaan het was onderhand vier uur. Dus met hulp van Andries hebben we hem naar beneden gebracht. In zijn bed gelegd, viel hij als ene blok in slaap. De andere dag kreeg de tweede bericht dat zijne vrouwke Lieveke ging bevallen. Ik heb hem naar den trein gebracht en een kaartje Antwerpen voor hem gekocht waarna hij vertrok. Aan boord hebben we de afwas gedaan van de vorige dag. De mannekens voelden zich niet zo content zunne. Behalve mijn ventje dan die zat gebakken eitjes met spek te eten terwijl de andere mannekens ver van de kombuis weg bleven. De geur was voor hunne magen teveel denk ik zo. De andere dag ging ik met mijn ventje naar de hallen wat erg gezellig was. Wat een drukte daar neffen al die levensmiddelen die daar aankwamen en uitgingen. De Mont Martre en nog wat ander Schoon dinkskes bezocht en de rest de volgende reis maar weer.

Vrijdags kwam de tweede aan boord terug de stuur die met zijne mannekens aan dek bezig was wilde hem staande houden om te vragen hoe het met de baby was. Maar hij duwde den stuur op zij en ging zijn kot binnen en sloeg de deur met eene harde klap dicht. En hij liet niemand meer binnen. Mijn ventje vroeg Alize wilde gij aan hem gaan vragen wat hem scheeld. Ik ging naar zijne kot en klopte op de deur en zei dat ik Alize het was. Ik hoorde hem stommelen en hij opende de deur en ik geraakte binnen. Nadat de deur dicht was vroeg ik hem wat er scheelde. Kijk me aan Alize kijk naar mijn ogen en naar mijn huid wat ziet je aan mijn ogen aan mijne huid. Ik zie daar niks aan zei ik hem. Dus ik heb geen spleetogen of een gele huid nee zei ik. Nou die baby van Lieveke heeft spleet ogen en is geel Alize. Het is goddomme een Chineesje een meisje. Maar je wist toch wat ze deed voor je met haar trouwde zei ik. Nee zei hij dat wist ik niet ik dacht dat ze in een chocolaterie werkte. Dus het is uit ik wil geen Chinees kind. Denk er nog maar eens over na zei ik hem een Chinees meske is best schoon en dat kind kan er niks aandoen. Ik heb later met lieveke geklapt ze zei dat ze hem best begreep. Toen ze in verwachting geraakte deed ze dat werk nie meer ze dacht dat het van de tweede was. Maar inderdaad was de laatste klant ene Chinees geweest. De reis daarop stond Lieveke in Parijs op de kade haar manneke op te wachten, om met hem te klappen. Na veel ambras kon Lieveke haar ventje overtuigen dat zij al die tijd dat zij zijn lief was trouw aan hem geweest was. Maar dat de tijd net even anders beslist had. De tweede is bij Lieveke gebleven en vind zijne schoon Chinees dochterke heel lief. Dat nu haast een jaarke oud is.

Lieve mensen dit verhaal is niet in eene reis gebeurd. Minsten zeven tot acht reizen moesten wij maken om al die belevenissen op schrift te kunnen zetten. Want dit alles in eene reis beleven gebeurd natuurlijk niet. Het is erg moeilijk om een verhaalke te schrijven. Maar ik hoop dat de zee site bezoekers het een beetje goed vinden. Veel heb ik aan mijne ventje te danken al was hij bij mijn eerste verhaal falikant tegen. Hij heeft sommige dingen verduidelijkt zo dat u het beter kan begrijpen zoals dat Fokke vader is ambras ruzie en nog meer. Want al wonen wij als Vlamingen en Hollanders vlak naast elkander er is een wereld van verschil tussen spraak en gebruiken. Getuige het feit dat wij 37 jaar geleden toen ik afscheid nam. Op eene etentje ter ere van mij, door doktoren en verplegend personeel van het St Josef Hospitaal uitgenodigd waren daar bij aan te zitten. Onze kleine meid was toen 3 jaartjes oud. En klapte ons de oorkens van het hoofd. En let op toen gebeurde het he. De kleine zei plotseling toen een ieder zat te eten met haar hoge heldere stemmetje mamma ik moet poepen. Dat was eene consternatie want in het vlaams is poepen neuken. Mijne moeke de kleine,s bomma dus begon hard tegen de kleine meid te sissen en liep rood aan. Ene flink aantal verpleegkundigen waren toen nog nonnekes, en een nonneke zuster Cicilia stond op tilde de kleine meid op en zei kom meske zal ik je even brengen. Wist de kleine meid veel zij werd immers in Holland groot gebracht .Zeg moeke zei mijn ventje tegen haar, zat ge 23 jaar geleden ook zo te sissen toen Alize's vader het zelfde tegen u zij, gelijk de kleine meid nu. Dat viel niet in goede zin bij mijn moeke mijn ventje is ok altijd dieen ollander voor haar gebleven.

Ik wil Pete die mij zo'n lief emailke stuurde om door te gaan en mijn verhaalke erg tof vond dat bolleke mijne dank zeggen En dan Jos hij heb ook heel lief gereageerd den brave. En nog een paar meer. Gij allen bedankt van

Alize

De gekuiste versie van de Twee Gezusters